donderdag 30 maart 2023

Dagboek 1933


VERHOFSTADT, D. Dagboek 1933. Het gevaar van extreemrechts. A’pen/A’dam, Uitg. Houtekiet, 2022, 404 pp. - ISBN 978 90 5240 009 9

Het is gebeurd, dus het kan opnieuw gebeuren

Primo Levi


Na een bewogen verkiezingsstrijd wordt Adolf Hitler op 30 januari 1933 door de Duitse president Hindenburg tot rijkskanselier benoemd. Het blijkt de start van de brute afbraak van de nog prille Duitse democratie.

In de loop van het jaar komt Duitsland steeds meer in de greep van het nazisme en de nazipartij. Het nazibewind ontketent meteen een nietsontziende heksenjacht tegen communisten, sociaaldemocraten en zelfs conservatieve politici. Bijna dagelijks worden nieuwe maatregelen getroffen tegen andersdenkenden en alles wat als on-Duits of volksvreemd wordt beschouwd. Kop van Jut zijn de Joden. Hen wordt geleidelijk het leven op alle mogelijke manieren steeds moeilijker en zelfs onmogelijk gemaakt.

Maar ook de volkseigen gewone Duitser blijft niet gespaard van terreur. Hij moet enorm goed opletten wat hij doet of zegt in het openbaar of besloten kring, en zelfs het privéleven wordt op de duur geregeerd door nazibevelen. Zo wordt op een bepaald ogenblik een maandelijkse Eintopfsonntag ingesteld, waarop ieder gezin geacht wordt een stoofpotmaaltijd te eten. 

In toenemend tempo beleeft het land aldus de uitholling van de rechtspraak, de hersenspoeling van de jeugd in het onderwijs en de jeugdbeweging, de beknotting van de persvrijheid, de afbraak van het meerpartijenstelsel en meer democratische verworvenheden. Tegen het eind van het jaar is Duitsland stevig in de greep van de dictatuur van Hitler en het nazisme.

Dagboek 1933 is een hallucinant verslag van de geleidelijke en tegelijk razendsnelle ontmanteling van de democratische verworvenheden van de voorgaande vijftien jaren in Duitsland. Dit is echter niet simpelweg een verhaal uit het verleden, want er zijn bijzonder verontrustende parallellen te trekken met het huidige discours en de opgang van extreemrechts in Europa en de Verenigde Staten. Niet voor niets citeert Dirk Verhofstadt Primo Levi: ‘Het is gebeurd, dus het kan opnieuw gebeuren’.

In het indrukwekkende nawoord vertaalt Verhofstadt die parallellen nog eens naar de huidige situatie in de wereld. Het gevaar van extreemrechts is reëel. We mogen absoluut  niet onverschillig blijven. We mogen zeker niet laten gebeuren wat de Duitse democraten in 1933 hebben laten gebeuren.

Dagboek 1933 is een ronduit indrukwekkend en beklijvend werk. Alle vermelde feiten en gebeurtenissen zijn terdege gedocumenteerd en opgenomen in een omvangrijke notenlijst. Het is verre van ontspannende lectuur, maar het is zeer toegankelijk geschreven. Een must-read! 

@ Minervaria


maandag 28 maart 2022

Ingelepeld

SPECTOR, T., Ingelepeld. Waarom maar weinig klopt van wat ons over voeding is verteld. A’dam, Uitg. Nieuwezijds, 2021, 302 pp. - ISBN 978 90 5712 543 0

Niet meer eten voor je gaat slapen. Zwangere vrouwen moeten eten voor twee. Groenten uit blik zijn ongezonder dan verse. Van koolhydraatarm eten word je slank. 

De adviezen vliegen ons om de oren, maar we worden er niet gezonder op. Integendeel, wereldwijd ziet men een enorme toename aan chronische ziekten gerelateerd aan voeding en leefstijlen. Die onzekerheid is gesneden brood voor voedings- en dieetgoeroes die om de haverklap een nieuw beloftevol dieet lanceren en er een dik belegde boterham aan verdienen.  Wat is er werkelijk waar van al die beweringen over eten en voeding?

Tim Spector is arts en wetenschapper aan King’s college in Londen. Sedert meer dan tien jaar verdiept hij zich intensief in de voedingswetenschap. Als rechtgeaard scepticus ontmaskert hij genadeloos en met glans de machinaties en de gebakken lucht van de voedingsindustrie en de dieetgoeroes. En dit gebeurt op basis van de meest recente onafhankelijke wetenschappelijke inzichten van de voedingswetenschap, een vrij nieuw vakgebied dat zich de laatste jaren snel ontwikkelt. Onder invloed van de bevindingen is hij zelf van mening veranderd over de meeste algemeen aanvaarde opvattingen over voeding. 

Gedegen onderzoek wijst uit dat  er niet zoiets bestaat als één goede manier van eten die voor iedereen werkt.  Anders dan de goeroes beweren zijn er dus geen eenvoudige, zwart-wit oplossingen. Calorieën tellen heeft geen zin, want iedere persoon is anders.  Het is al moeilijk genoeg om in te schatten hoeveel calorieën iemand nodig heeft om zijn lichaam efficiënt te laten functioneren.  Voedingsmiddelen met dezelfde calorische waarde kunnen bovendien heel uiteenlopende effecten hebben op de stofwisseling.

Drie obstakels staan een betere kennis over voedsel en voeding in de weg: slechte wetenschap, verkeerde interpretatie van onderzoeksresultaten en de voedingsindustrie. De laatste heeft een grote schadelijke invloed en enorme macht over de consument. Veel van de mythes over voeding zijn aangewakkerd door de voedingsindustrie en -producenten van voedingssupplementen. Deze misleiden de consument op alle mogelijke manieren om hun waren te verkopen.

Dat talloze adviezen en voorzorgsmaatregelen onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn hoeft niet te verbazen. Voedingsproducenten zijn belangrijke sponsors van wetenschappelijk onderzoek. De resultaten daarvan passen dan ook perfect  in het kraam van de voedingsindustrie. Al even erg is dat overheden deze resultaten kritiekloos omzetten in adviezen aan de bevolking. Sommige daarvan zijn potentieel gevaarlijker dan wat ze verketteren. 

Op grond van zuiver wetenschappelijk onderzoek ontkracht Tim Spector liefst 24 mythes over voeding en leefstijl. Anders dan de overheid en volksgezondheidsinstanties beweren, hebben gezonde mensen geen voedingssupplementen nodig als ze gevarieerd en vers eten en voldoende zonlicht opvangen. U zult niet afvallen als u suikervrije dranken en voeding gebruikt. Blikvoedsel is niet per definitie ongezond of slechter dan vers. Het idee van 10.000 stappen per dag is onzin (zie ook Scientias).

U verneemt waarom de auteur zijn smeermargarine in de vuilnisbak heeft gegooid en vervangen door de goede oude boter.  Hij legt uit waarom vlees op zich niet slecht is voor de gezondheid en in kleine hoeveelheden zelfs gezond en waarom vis niet altijd een gezonder alternatief is. Hij maakt duidelijk waarom je geen twee liter water per dag moet drinken uit flessen. En misschien zult u opgelucht zijn te vernemen dat koffie drinken helemaal niet zo slecht is. 

Het advies van Spector? Laat u niet leiden door wat er gezegd wordt. Eet gevarieerd, hoofdzakelijk plantaardig en indien mogelijk zonder toegevoegde chemische stoffen. U leert wanneer er een belletje moet gaan rinkelen met een aantal interessante tips om misleidende boodschappen te doorzien. En tot slot krijgt u een handig lijstje met uitgangspunten voor een gezonde en gevarieerde voeding.

Zoekt u een betrouwbaar boek over voeding en leefstijl? Dan is Ingelepeld een prima keuze. De inhoud is wetenschappelijk grondig gefundeerd. De korte hoofdstukken zijn bovendien zeer vlot te lezen en kunnen afzonderlijk geraadpleegd worden zoals in een naslagwerk. Een echte aanwinst!

© Minervaria


zondag 27 februari 2022

De reis van onze genen

KRAUSE, J. & T. TRAPPE, De reis van onze genen. Onze geschiedenis en die van onze voorouders. (Vert. Die Reise unserer Gene. Eine Geschichte über uns und unsere Vorfahren, 2019) Nieuw Amsterdam, 2020, 285 pp. – ISBN 978 90 468 2681 2

Waar komt lepra vandaan? Hoe komt het dat de oorspronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika nauwer verwant zijn aan de Europeanen dan aan Aziaten? Waarom werden de Kelten en Germanen door de Romeinen ‘melkdrinkers’ genoemd? Hoe komt het dat het Nederlands tot dezelfde taalfamilie behoort als het Koerdisch?

Met behulp van de archeogenetica kunnen deze en andere vragen met grote zekerheid beantwoord worden. Die nieuwe discipline leverde reeds gigantisch veel kennis op over het verre verleden van mensen. In oeroude menselijke beenderen vindt men niet alleen het genetisch profiel van de overledenen, maar is ook te zien hoe hun erfelijke eigenschappen zich hebben verspreid. 

In dit boek wordt u ondergedompeld in het intrigerende verhaal van de drie grote migratiegolven die sinds de oertijd een stempel op Europa hebben gedrukt en die het fundament hebben gelegd voor de westerse wereld. 

Het Europese DNA leert dat de Neanderthaler na de laatste grote ijstijd het onderspit moest delven tegen de moderne mens. Deze oorspronkelijke Europese jagers-verzamelaars werden vervolgens ongeveer 8000 jaar geleden gemarginaliseerd en verdreven door immigrerende landbouwers uit Anatolië. En in datzelfde DNA vindt men tevens sporen van een derde immigratiegolf, dit keer van steppebewoners uit de Vruchtbare Sikkel. 

Het DNA van de begraven mensen geeft bovendien een inkijk in de toenmalige leefgewoontes en -omstandigheden. Zo bracht de derde migratiegolf een omslag teweeg in het voedingspatroon van de bevolking, namelijk de consumptie van zuivel. Zo is een aanzienlijk deel van de Noord-Europese bevolking lactosetolerant maar niet in Zuid-Europa. Na de laatste migratiegolf werd de structuur van de samenleving duidelijk hiërarchisch en patriarchaal. De bevindingen van de archeogenetica verhelderen bovendien hoe en wanneer de huidige Europese talen zich over Europa en Azië hebben verspreid. 

De mobiliteit van de vroege mens bracht vooruitgang en technologische ontwikkeling, maar had ook een prijs. Genetische analyses brengen de oorsprong van infectieziekten zoals de pest, de pokken, syfilis, lepra vrij nauwkeurig in verband met de vroege immigratiegolven. We weten nu dat de pest veel vroeger in Europa is gekomen dan gedacht. En er zijn harde aanwijzingen dat de Europese rode eekhoorn de gastheer was van de leprabacil.

De archeogenetica laat zien dat mensen met ‘zuivere’ Europese wortels niet bestaan en waarschijnlijk ook nooit bestaan hebben. We hebben allemaal een migratieachtergrond en onze genen getuigen hiervan.

De reis van onze genen is een razend interessant werk met een degelijk onderbouwde inhoud en verzorgde vormgeving. Johannes Krause is wereldwijd een van de bekendste deskundigen op het gebied van de archeogenetica. Van zijn kennis en inzichten heeft de journalist Thomas Trappe een zeer onderhoudend en intrigerend relaas gemaakt. Dat moest blijkbaar bondig zijn, maar voor mij mocht het gerust veel uitgebreider. 

© Minervaria


maandag 31 januari 2022

De opgewekte nihilist

 SYFRET, W., De opgewekte nihilist. Hoe het besef dat je leven geen zin heeft je gelukkig kan maken. (Vert. The Sunny Nihilist, 2021) A’dam, Bruna Uitgevers, 2021, 190 pp. – ISBN 978 94 005 13143

Hoezo, de opgewekte nihilist? Wat is er opbeurend aan een filosofische stroming die beweert dat het leven zinloos is? Wat doet alles er dan nog toe? Waarom zou je dan nog moeite doen om iets te bereiken? En hoe kan het besef dat je leven geen zin heeft je gelukkig maken?

Het hoeft niet te verbazen dat het nihilisme geassocieerd wordt met zwartgalligheid, onverschilligheid en dat het inspiratie geeft aan anarchisten en plegers van zinloze aanslagen. Je zou van minder depressief worden.

Toch zit er in het nihilisme volgens Wendy Syfret een bevrijdende boodschap. Als je de zoektocht naar de diepere zin en betekenis van het leven loslaat wordt het leven niet minder waard, maar kun je er beter van genieten. In dit boek schrijft ze neer hoe zij dat zelf ziet en aanpakt. Het is het persoonlijk relaas van een millennial die wil loskomen van de verpletterende verwachtingen die aan mensen worden gesteld. 

Mensen hebben altijd al gezocht naar de betekenis van gebeurtenissen zich aan hen voordoet. Zingeving is eigen aan de mens. Wij kunnen ons een werkelijkheid zonder zin moeilijk voorstellen. Tot een eeuw geleden vonden mensen die in de religie, de cultuur, de familie. In de eenentwintigste eeuw is zingeving echter tot een obsessie geworden met onrealistische idealen, zoals een schitterende carrière of een perfecte relatie. 

Het gevolg is dat veel mensen zichzelf de hele tijd gestresst achterna lopen en overvragen. Overwerkte mensen wenden zich tot allerlei commerciële initiatieven om efficiënter te werken, beter te kunnen slapen en productiever te zijn. De obsessie met romantische liefde zadelt beide partners op met torenhoge verwachtingen die nauwelijks in te lossen zijn. En het streven naar verlichting en vrede, vroeger het monopolie van de religie, is ingepalmd door de geluks- en zelfontplooiingsbusiness waaraan je hard moet werken.

Hoeveel belang we er ook aan hechten, zingeving is een hopeloos miezerig aanbod, stelt Wendy Syfret. Wat ook de inhoud is, het gaat over iets waar je je hele leven naar moet zoeken, een troost voor kwellingen of beloning voor goedheid. Maar als we er nu eens van uitgingen dat het leven op zich zinloos is? 

Daar kun je natuurlijk verschillende kanten mee uit. Het kan helemaal verkeerd uitpakken en leiden tot defaitisme en weerzinwekkende acties. Maar je kunt het ook geruststellend vinden dat er van jou geen grootse verwezenlijkingen verwacht worden omdat die er niet echt toe doen. Een opgewekte nihilist is zich bewust van de nietigheid van het eigen bestaan, maar ziet er nog steeds zoveel leuke kanten aan dat het de moeite loont om er het beste van te maken en er bovendien van te genieten.

Dit boek is geschreven door een millenial en voor millennials. Ook al is de tekst niet altijd overzichtelijk wegens de vele details, dit is inderdaad een boek met een bevrijdende boodschap!


©  Minervaria

donderdag 16 december 2021

De meeste mensen deugen

  

BREGMAN, R., De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens. De Correspondent, 2019, 521 pp. – ISBN 978 90 829 421 87

Met veel aplomb stelt Rutger Bregman dat de meeste mensen deugen. Het is een mythe dat mensen van nature egoïstisch, paniekerig en agressief zijn. Als bewijs worden vaak anekdotes aangehaald, zoals de plunderingen na een ramp. Maar de solidariteit van mensen wordt in de pers minder uitgesmeerd dan de plunderingen. Zo riep de recente watersnood in Wallonië de spontane hulpvaardigheid op van massa’s wildvreemde mensen.

Waar komt dat negatieve mensbeeld vandaan? Onze huidige samenleving is gebouwd op de filosofie van Hobbes. Die stelde dat mensen van nature egoïstisch zijn. De beschaving is slechts een laagje vernis dat de negatieve driften moet beteugelen. Zonder beschaving zouden mensen wilden worden. Dit beeld klopt echter niet met de realiteit en de bevindingen van modern wetenschappelijk onderzoek.

Bregman neemt een aantal wereldberoemde experimenten over agressie onder de loep, die de theorie van de egoïstische mens ondersteunen. Kritisch onderzoek van deze experimenten haalt hun conclusies echter onderuit. Er zijn alternatieve verklaringen voor de bevindingen. Mensen in precaire situaties gaan bij voorkeur samenwerken, elkaar bijstaan en helpen.

Minder bekend wetenschappelijk onderzoek en studie en observatie van relevante gebeurtenissen ondersteunen alle de vriendelijke aard van de mens. In uiteenlopende moeilijke omstandigheden worden mensen geen wilden, integendeel. Ze gaan elkaar in de regel ondersteunen en samenwerken.

Maar hoe valt dat te rijmen met fenomenen als de holocaust en terrorisme? Als er één groep is die het laat afweten dan zijn het de machthebbers, stelt Bregman. Macht doorkruist de natuurlijke vriendelijkheid en empathie van de mens. Machthebbers maken gebruik van de behoefte van de mens om erbij te horen en zijn vrienden niet af te vallen. Zo zetten ze hem aan tot het plegen van gruweldaden zoals terrorisme en racisme.

De conclusie? De mens is een paradoxaal wezen. Hij is tegelijk vriendelijk én xenofoob en machtsbelust. Veel van onze overtuigingen over mensen en wat hen beweegt zijn gebaseerd op een cynisch, kapitalistisch mensbeeld. Zodra we echter gaan geloven dat de meeste mensen deugen verandert alles.

Willen we de vriendelijke aard van de mens naar boven halen, dan spreken we mensen beter aan op hun goede eigenschappen en goede wil, op hun verantwoordelijkheid. Mensen positief bejegenen, ook al zijn ze ons wellicht niet goedgezind, brengt goodwill en bereidheid tot samenwerken.

Een enorm uitgebreide lijst bronnenmateriaal ondersteunt de optimistische stelling van Bregman. Voor het eerst las ik over de schokkende en absoluut minder rooskleurige achtergronden van beroemde psychologische experimenten, zoals het Stanfordgevangenisexperiment.

Toch heb ik daar zo mijn bedenkingen bij. Het mag dan zo zijn dat de meeste mensen het goed menen en tot samenwerking bereid zijn, er zijn slechts een paar machtsbeluste individuen nodig om de boel grondig te verzieken. De recente betogingen tegen de coronamaatregelen bijvoorbeeld liepen niet uit de hand door wangedrag van de meeste deelnemers maar door een aantal notoire relschoppers die de massa meesleuren.

Ik vind de conclusies van Richard Wrangham realistischer. De meeste mensen mogen dan deugen, vreedzaamheid en samenwerking komen er, zeker op grotere schaal, niet vanzelf. Ze vragen inspanning, planning en wetten.

Het betoog is zeer vlot te volgen en de tekst laat zich lezen als een causerie.


© Minervaria

dinsdag 23 november 2021

De goedheidsparadox

WRANGHAM, R., De goedheidsparadox. Deugen de meeste mensen wel? ( Vert. The Goodness Paradox, 2019) A’dam, Hollands Diep, 2021, 492 pp. – ISBN 978 90 488 5919 1

Zijn mensen van nature goed of slecht? Over deze vraag hebben ettelijke filosofen zich het hoofd gebroken. Het antwoord ligt in het midden, stelt Richard Wrangham. In de mens zit de mogelijkheid tot goed en kwaad. Bij mensen vinden we een zeldzame en verbazingwekkende combinatie van morele neigingen van onnoemelijk wreed tot hartverwarmend vrijgevig. Waar komt deze combinatie vandaan? Hoe is dat zo gekomen?

In eerste instantie verheldert Wrangham het onderscheid tussen twee soorten agressie: reactieve en proactieve agressie. In vergelijking met zijn nauwste verwant, de chimpansee, vertoont de mens relatief weinig reactieve agressie. Chimpansees, vooral de mannetjes,  zijn lichtgeraakt en heetgebakerd. De mens blinkt daarentegen uit in proactieve agressie: koelbloedig, berekenend en opzettelijk anderen aanvallen en schade berokkenen.

Waarom ontbreekt het ons aan reactieve agressie en zijn we zo bedreven in proactieve agressie?

Wat het eerste betreft zijn er opmerkelijke overeenkomsten tussen mensen en gedomesticeerde dieren, zowel in gedrag als fysieke kenmerken. Vergeleken met hun wilde soortgenoten zijn gedomesticeerde dieren ook opvallend vriendelijk en vreedzaam. Steeds meer wetenschappers beschouwen de mens als een gedomesticeerde versie van een vroege menselijke voorouder.

Maar dan stelt zich natuurlijk de vraag wie de mens gedomesticeerd heeft. Nu blijkt dat niet alle ‘gedomesticeerde’ dieren door de mens zijn getemd. Bij de bonobo, even verwant aan de mens als de chimpansee, vinden we nagenoeg alle kenmerken van een gedomesticeerde soort. Wrangham concludeert dat de bonobo zichzelf moet hebben gedomesticeerd. Hij onderzoekt hoe dit proces zich kan voltrokken hebben.

Bij de bonobo worden de mannetjes in toom gehouden door samenwerkende vrouwtjes. De mens is echter geen bonobo. De achterliggende motor van de zelfdomesticatie bij de mens is volgens Wrangham de executie van al te agressieve en dominante mannen. Dit was mogelijk omdat de vroege mensen steeds beter konden samenwerken en van elkaar leerden. Ook bij een aantal gedomesticeerde dieren vallen deze eigenschappen op.

Hieruit concludeert Wrangham dat de combinatie van samenwerking, sociaal leren en de ontwikkeling van taal de zelfdomesticatie van de mens verder in de hand werkte. Op basis van wat we weten over de neanderthaler, onderbouwt hij de stelling dat homo sapiens een veel uitgebreidere cultuur en ook moraliteit kende. Het is best mogelijk dat het gebrek aan samenwerking en hogere reactieve agressie de neanderthaler fataal geworden is in de evolutionaire wedloop met homo sapiens.

Samenwerking en overleg kan tegelijk ook de toename van proactieve agressie hebben ondersteund. Om al te licht ontvlambare mannen uit de weg te ruimen door middel van executie, moesten mensen coalities vormen. Dit resulteerde in een nieuw soort dominantie: de alfaman met absolute macht. Despotisch gedrag, het vermogen om straffeloos te doden, te straffen en te knechten, is complementair met gehoorzaamheid en meegaandheid. Oorlogvoering zit ons even ingebakken als vredevol samenleven.

Het is echter niet omdat oorlogvoering of proactieve agressie evolutionair adaptief is, dat het dan ook onvermijdelijk moet gebeuren. Vreedzame en eerlijke samenlevingen liggen in ons bereik, maar ze zullen niet vanzelf ontstaan. Ze vragen inspanning, planning, samenwerking en wetten om georganiseerd geweld te voorkomen.

Een nieuw boek van Richard Wrangham kon ik zeker niet ongelezen laten. De goedheidsparadox heeft helemaal aan mijn verwachtingen voldaan. Net als zijn vorige werken is het een voorbeeld van hoogstaand kritisch wetenschappelijk denken.

Dit is een boek om steeds weer opnieuw te lezen.


© Minervaria

vrijdag 13 augustus 2021

De eenzame eeuw


HERTZ, N,. De eenzame eeuw. Het herstellen van menselijk contact in een wereld die steeds meer ontrafelt. (Vert. The Lonely Century, 2020) A’dam, Uitg. Unieboek/Het Spectrum, 2020, 399 pp. - ISBN 978 90 00 36877 8

De recente hittegolf in Portland eiste zeker 54 dodelijke slachtoffers. De meesten waren alleenstaande bejaarde mensen. Een lid van de staatscommissie voor senioren noemde hen ‘de onzichtbaren’.

Onzichtbaarheid is volgens Noreena Hertz een van de gevolgen van eenzaamheid. Dat probleem beperkt zich niet tot een hittegolf of de huidige Covid-crisis. We beleven een wereldwijde eenzaamheidscrisis, zegt zij. Die tast niet enkel de geestelijke, maar ook de lichamelijke gezondheid aan. Ze is bovendien de oorzaak van een economische crisis, wakkert verdeeldheid en extremisme aan en vormt een bedreiging voor de democratie.

Hertz laat zien hoe groot de eenzaamheidscrisis is, hoe het zover heeft kunnen komen en hoe het nog erger kan worden als we er niets tegen doen. Ze hanteert een ruime definitie van eenzaamheid. Het gaat niet alleen om gebrek aan steun en waardering van onze naasten, maar eveneens van medeburgers, werkgevers, overheid, gemeenschap. De moderne maatschappij werkt eenzaamheid op verschillende manieren in de hand. Het is bovendien een vicieuze cirkel. Eenzame mensen zijn minder aantrekkelijk en worden gemakkelijker aan de kant gelaten.

De ultieme oorzaak is een bijzonder brute vorm van kapitalisme. De neoliberale ideologie propageert een geïdealiseerde vorm van zelfredzaamheid en een meedogenloze competitieve mentaliteit. Eigenbelang primeert boven gemeenschap en gemeenschappelijk belang. Aan die cultuur van zelfbeschikking hangt echter een aanzienlijk prijskaartje. Zorgzaamheid, solidariteit, mededogen, vriendelijkheid, de dingen die ons gelukkiger maken, worden onder de mat geveegd. 

Bijzonder streng is Hertz voor de politiek. Die heeft de neoliberale visie kritiekloos omarmd en de gewone mens in de steek gelaten. In een doordringende en treffende analyse toont ze aan hoe het verlies van vertrouwen in de overheid polarisatie en versplintering in de hand werkt. Eenzaamheid is koren op de molen van populistische en extremistische politici.

De ieder-voor-zich maatschappij laat zich gelden in nagenoeg alle sectoren van het leven. De toenemende verstedelijking met het snelle leven, de structuur en de anonimiteit van de stad, zorgt voor vijandigheid en achteloosheid als zelfbeschermingsreactie. Deze evolutie wordt versterkt door de opgang van contactloosheid bij de dagelijkse transacties, zoals zelfbedieningskassa's, online kopen en maaltijden bestellen. 

Intussen hebben de maatregelen ten gevolge van de Covid-pandemie ons duidelijk gemaakt hoe belangrijk real-lifecontact tussen mensen is. Digitale communicatie en sociale media kunnen dit niet vervangen, integendeel. Anders dan men op het eerste zicht zou denken, maken sociale media ons juist eenzamer. Vooral kinderen en jongeren worden getroffen. 

Ook de inrichting van de werkplek werkt vaak eenzaamheid in de hand. Kantoortuinen, beoordeling en surveillance door collega’s, werkmonitoring door AI-machines maken werken bijzonder stresserend. De voorbije decennia verliezen bovendien steeds meer mensen hun baan als gevolg van robotisering en automatisering. Innovatie is natuurlijk onvermijdelijk, maar er zitten serieuze adders onder het gras. Mensen die zich uitgerangeerd voelen zijn meer geneigd om te stemmen voor extreemrechtse en nationalistische partijen. 

Zelfs liefde en zorg worden gerobotiseerd. Sociale robots moeten het gebrek aan gezelschap en contact van oudere mensen opvangen. Hun inzet mag dan wel tot op zekere hoogte succesvol zijn, ze roepen ook vragen op. Hoe meer we ons verlaten op technologie inzake relaties en contact, des te sterker worden de voorwaarden voor gemeenschapszin en democratie uitgehold, zo toont Hertz overvloedig aan. 

Intussen hebben innovatieve ondernemers het gat in de markt ontdekt. De eenzaamheidseconomie is alvast in de VS een bloeiende zaak geworden. Daar kun je gezelschap huren per tijdseenheid. Hertz heeft het getest en bekijkt deze commerciële initiatieven met een kritische blik.

Gelukkig zijn er andere innovatieve en effectieve manieren om eenzaamheid aan te pakken, zoals het stimuleren van de lokale economie en de herinrichting van de steden op maat van de bewoners.

De eenzame eeuw mag dan weinig opwekkend zijn, het is zeer onderhoudend en toegankelijk geschreven. Het boek laat zich lezen als een roman. 

©  Minervaria