Posts tonen met het label Criminologie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Criminologie. Alle posts tonen

zaterdag 21 september 2019

250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria

VERHOFSTADT, D., 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria. A’dam/A’pen, Uitg. Houtekiet, 2014, 303 pp. – ISBN 978 90 8924 314 0

‘Welke zijn nu de straffen, die behoren toegepast te worden op misdaden? Is de doodstraf een sanctie die werkelijk nuttig en noodzakelijk is voor de veiligheid van en de goede orde in de maatschappij? Is het aanwenden van pijnbank en foltering rechtvaardig en is daarmee het doel te bereiken dat de wetgeving nastreeft? Wat is de beste manier om het plegen van strafbare feiten te voorkomen?’

In Dei delitti delle e pene stelde Cesare Beccaria zijn principes over het strafrecht voor. Zijn uitgangspunt was dat elke mens, arm of rijk, recht heeft op een gelijke behandeling. Niemand mag beoordeeld worden op basis van zijn afkomst, familiebanden of connecties. Straffen moeten in verhouding staan tot de gepleegde misdrijven en de rechters die oordelen en bestraffen moeten onafhankelijk zijn. Een straf mag geen vergelding zijn, maar moet leiden tot het verminderen van misdaden in de samenleving. Ze moet de delinquent beletten zijn medeburgers nog eens te benadelen en de andere mensen ervan afhouden om hetzelfde te doen.

Dirk Verhofstadt heeft de 40 principes van Beccaria gebundeld tot negen. De basis is dat de regels van de groep ondergeschikt zijn aan die van het individu. Families, volkeren, naties of religies zijn niet het belangrijkste, wel het individu. Straffen moeten bovendien vastgelegd zijn in een wet, die voor iedereen geldt. Het strafrecht legt de basis voor rechtvaardigheid en tegen willekeur en het vormt de kern van een democratische en rechtvaardige samenleving.

Ons lijkt dit het intrappen van een open deur, maar in 1764 was Dei delitti e delle pene revolutionair. In die tijd werd het strafrecht beheerst door willekeur, machtsmisbruik en religieuze dogma’s. Hoe iemand berecht werd, was afhankelijk van diens plaats in de maatschappij. Rechters spraken straffen uit op basis van hun persoonlijke inschatting. Beklaagden werden gefolterd en op allerlei wijzen geïntimideerd om bekentenissen af te dwingen. Meningen en gedragingen die afweken van wat de kerk voorschreef werden zwaar bestraft.

De ideeën van Beccaria waren zeer vooruitstrevend voor die tijd. Ze waren zo radicaal dat ze onvermijdelijk botsten met die van de kerkelijke inquisitie. Beccaria werd daarom lang verguisd en bekritiseerd, vooral door de kerk. Hij had echter veel invloed op de Verlichte heersers. Hij inspireerde Verlichtingsdenkers en revolutionaire bewegingen, die een einde wilden maken aan het Ancien Regime en veel nadruk legden op de gelijke behandeling van alle burgers en zich keerden tegen het despotisme.

Tot de publicatie van het werk van Verhofstadt had ik nog nooit over Cesare Beccaria gehoord of gelezen. Een van de grootste Verlichtingsdenkers uit de geschiedenis lijkt compleet vergeten. In Milaan verdringen de toeristen zich voor de imposante duomo, terwijl de Piazza Cesare Beccaria op wandelafstand er nagenoeg verlaten bij ligt.

Toch hebben wij enorm veel aan te danken aan deze Italiaanse filosoof en rechtsgeleerde. Zijn werk heeft in belangrijke mate bijgedragen tot de humanisering van het strafrecht van zowat alle Europese en Amerikaanse landen. Het vormt de basis voor de Universele Verklaring van de Mensenrechten en het bestaansrecht van de waakhonden Amnesty International en Human Rights Watch.

De denkbeelden van Beccaria blijven immers brandend actueel. Er zijn nog veel landen waar men mensen foltert en executeert, waar willekeurige arrestaties en processen plaats grijpen, rechtszittingen in het geheim gehouden worden, waar ketterij en godslastering worden bestraft, mensen zonder rechterlijk bevel worden vervolgd en opgepakt en waar homoseksuelen de doodstraf krijgen. En in de grootste democratie worden nog steeds mensen geëxecuteerd, sommigen compleet onschuldig.

Ook in democratische landen blijft het gevaar bestaan dat overheden buitensporige macht gebruiken tegenover de burgers, zodat ze opnieuw worden overgeleverd aan willekeur. Als we niet waakzaam blijven lopen zelfs de beste rechtssystemen het gevaar uitgehold te worden, bijvoorbeeld via kliklijnen.

Het werk bestaat uit twee delen: de samenvatting en bespreking van het boek van Beccaria door Dirk Verhofstadt wordt gevolgd door de meest recente vertaling van Dei delitti e delle pene. Een beetje tegendraads ben ik begonnen met het tweede en daar heb ik geen spijt van gehad. Dankzij de puike vertaling is het werk van Beccaria vrij goed leesbaar. En de prima duiding van Verhofstadt vormt daar een welkome aanvulling op.

Dit boek stond heel wat jaren op mijn leeslijstje. Maar mijn troost is dat dit werk nooit achterhaald is. Het is bovendien een must voor iedereen die de mensenrechten genegen is.

© Minervaria

dinsdag 12 maart 2013

De lessen van de psychopaat

DUTTON, K., De lessen van de psychopaat. Levenslessen van heiligen, spionnen en seriemoordenaars. (Vert. The Wisdom of Psyhopaths, 2012) A’dam, De Bezige Bij, 2012, 284 pp. – ISBN 978 90 234 7619 1

Psychopaten zijn geslepen oplichters en gewetenloze seriemoordenaars, ze jagen je de daver op het lijf. Dit wijd verspreide beeld klopt echter niet. Psychopaten zijn niet noodzakelijkerwijs gewelddadig. De meesten komen nooit in contact met het gerecht. Ze zijn, zo wijst onderzoek uit, gewoon aan het werk. Sommigen, zoals topchirurgen, ondernemers en reddingswerkers, bewijzen de samenleving zelfs onmisbare diensten.

In de loop van zijn onderzoek naar conflictbeheersing en –oplossing kwam Kevin Dutton met heel wat psychopaten uit alle lagen van de bevolking in contact. Hij ontdekte dat wij zelfs van de meest verstokte misdadigers iets kunnen opsteken. Psychopathie omvat, behalve een aantal ongewenste kenmerken, immers ook eigenschappen die zo nu en dan goed van pas kunnen komen. Als we deze in onze eigen set van psychologische vaardigheden opnemen, kunnen we er ons voordeel mee doen in het dagelijkse leven.

Wat zijn dan de kenmerken van psychopathie? Aan de ene kant staan de ongewenste en onaangepaste eigenschappen zoals meedogenloosheid en gewelddadigheid. Aan de andere kant bevinden zich nuttige, zoals onbevreesdheid, onverstoorbaarheid en innerlijke rust in moeilijke omstandigheden. Of een psychopaat maatschappelijk succesvol wordt dan wel antisociaal, hangt onder meer af van de combinatie van die eigenschappen.

Aangezien ze nog steeds in ons genenmateriaal zitten, moeten die kenmerken een zeker nut gehad hebben voor de evolutie. In precaire omstandigheden kan psychopathie als ‘normale’ variant de overleving gediend hebben. Het is zelfs best denkbaar dat psychopathie nog verder evolueert. In een samenleving zal er immers altijd behoefte zijn aan mensen die risico’s durven nemen.

Wetenschappelijk onderzoek wijst verder uit dat een aantal psychopathische trekjes verrassend voordelig kunnen zijn op het werk en in het leven van alledag. Sommige persoonlijkheidstrekken van psychopaten zijn te vinden bij mensen die best meelevend of zelfs spiritueel zijn, maar die hun aandacht op scherp kunnen zetten en zich zeer goed kunnen concentreren. Bij Tibetaanse monniken bijvoorbeeld, politiemensen, militairen en reddingswerkers.

We maken een uitstapje naar een Britse detentie-eenheid die gespecialiseerd is in psychopaten. Die vertellen over hoe zij de problemen, dilemma’s en uitdagingen van het dagelijkse leven aanpakken. En in een eenmalig experiment waagt Dutton zich persoonlijk aan een psychopathische make-over. Met behulp van transcraniële magnetische stimulatie simuleert een wereldberoemde deskundige een psychopathische hersentoestand bij hem. Zo krijgen we een verslag uit de eerste hand hoe het voelt om psychopaat te zijn.

Alhoewel we psychopaten niet moeten idealiseren, kunnen we in bepaalde omstandigheden best wat van hun onverschrokkenheid, koelbloedigheid en tegenwoordigheid van geest gebruiken. I
n situaties waarin we niet over ons heen willen laten lopen zijn ook meedogenloosheid en enige charme best handig. Misschien zijn er wel enkele parallellen tussen de wijze waarop psychopaten de uitdagingen van het leven aangaan en een stoïcijnse levenshouding? 

Dit boek biedt een verfrissende en onconventionele kijk op een persoonlijkheid die doorgaans alleen afgrijzen oproept. Die visie wordt bovendien degelijk onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek uit verschillende disciplines. De auteur had echter meer moeite mogen doen voor de modale lezer. Die moet heel aandachtig zijn om de soms warrige gedachtegang, met lange en ingewikkelde zinnen en veel verwijzingen, te volgen. De luchtige en humoristische schrijfstijl kan daar slechts zeer ten dele aan verhelpen. Jammer, want uit deze originele invalshoek valt voor iedereen iets te leren.

© Minervaria

Bekijk hetinterview met Kevin Dutton.

vrijdag 31 december 2010

Achter slot en grendel

DEWAELE, L., Achter slot en grendel. De verworpenen van de rechtsstaat. Roeselare, Roularta Books, 2010, 288 pp. – ISBN 978 908679 327 3

Na een aantal hectische jaren als regiojournalist had Luc Dewaele genoeg van de lokale politiek. Hij nam deel aan het examen voor penitentiair beambte of gevangenbewaarder. Voor zijn omgeving was dit moeilijk te begrijpen. De omgang met verdachten en veroordeelden wordt algemeen beschouwd als vuil werk, iets wat je doet als je geen alternatief vindt. Voor de goegemeente zijn gevangenissen de afvalbak van de samenleving, het riool van de rechtsstaat.

Luc Dewaele kwam er terecht op een andere planeet. Een gevangenis lijkt op een dierenasiel, zegt hij. Mensen die om de meest uiteenlopende redenen werden opgesloten, leven er in een kunstmatige minisamenleving met heel verscheidene talen, afkomst, cultuur en religie. Het gedwongen samenleven roept veel irritatie op en leidt vaak tot ernstige spanningen. De meeste bewoners zitten bovendien slecht in hun vel.

Wie is, na de gedetineerde zelf, beter in staat het gevangenisleven te vatten dan de gevangenbewaarder? Dewaele ontrafelt het merkwaardige gevangenisleven in al zijn aspecten. We lezen over het delicate omgaan met mensen die een misdrijf hebben gepleegd, over hun houding tegenover het onrecht dat ze hebben aangericht, over spijtbetuigingen en goede voornemens, maar ook over schijnbare onverschilligheid en misplaatste trots.

Met verve beschrijft hij de aparte relatie tussen de gevangene en de gevangenbewaarder en de verschillende rollen die de cipier vervult. Nu eens is hij vertrouwenspersoon, dan weer klaagbank, beschermer van de zwakkeren of vertegenwoordiger van de overheid. Het is een continue zoektocht naar het broze evenwicht tussen dwang en menselijkheid, tussen gezag en gemoedelijkheid, tussen onverbiddelijkheid en mededogen. Door het intensieve contact moet de gevangenbewaarder op de duur wel de evenmens zien, al gaat het om een misdadiger. Alleen een onmens blijft onverschillig voor de angst, het verdriet en de hulpeloosheid die dagelijks bij celbewoners valt waar te nemen.

Het is een dwaze mythe, zegt Luc Dewaele, dat het in de gevangenis goed toeven zou zijn, en dat gedetineerden het best naar hun zin hebben omdat ze tv kunnen kijken, aan sport mogen doen, bezoek ontvangen en studeren. Vrijheidsberoving is een zware straf. Ook geharde gangsters, die bewust het criminele pad opgingen en hun celstraf dubbel en dwars verdienen, kost het veel moeite.

Het gevangenisleven zit immers vol met frustraties. Strafinrichtingen zijn van nature autoritair van karakter, er is hooguit beperkte inspraak mogelijk. In de gevangenis staat men iedere dag voor voldongen feiten. Gevangenen moeten de tijd doden, zijn permanent onvoldaan en ongelukkig en vervreemden van de maatschappij. Door de emotionele stress krijgen veel mensen lichamelijke en psychische problemen. Er zijn maar weinig gedetineerden die geen verdriet meesleuren.

Daarmee weerlegt hij de hardnekkige vooroordelen en misverstanden over de gevangenis en zijn bewoners. De roep van rechts om het strafbeleid in de gevangenissen te verstrakken, zelfs ten koste van elementaire mensenrechten, heeft geen enkele zin en zou zelfs contraproductief werken. Het is niet de bedoeling van het strafrecht om wraak te nemen of mensen te breken maar om ze opnieuw te integreren in de maatschappij.

Dit boek verschaft eerlijke informatie over een wereld die meestal verborgen blijft. Het laat ons ook kennis maken met een beroep dat ten onrechte weinig maatschappelijke waardering krijgt. Gevangenbewaarders vervullen dag na dag een moeilijke en ondankbare taak. In het belang van de rechtstaat, van de slachtoffers en van de hele gemeenschap zetten ze zich in voor een menselijke omgang met de verstotenen van de samenleving.

De auteur heeft zijn boek geschreven voor een ruim publiek. Het laat zich zeer vlot lezen. Korte algemene beschouwingen worden ruim geïllustreerd met sprekende voorbeelden uit eigen praktijkervaring. In het belang van de privacy zijn alle persoonlijke gegevens van de gevangenisbewoners en -medewerkers onherkenbaar gemaakt.

Wegens de informatieve waarde en de nadruk op een menselijke benadering een echte aanrader!

© Minervaria

donderdag 16 oktober 2003

Criminaliteit en criminalisering

van SAN, M. & A. LEERKES, Criminaliteit en criminalisering. Allochtone jongeren in België. A'dam, Amsterdam University Press, 2001, 278 pp. – ISBN 905356 525 6

Het in de pers en de openbare opinie fel omstreden rapport van Marion van San is een heel degelijk onderzoek naar het voorkomen van jeugdcriminaliteit onder Belgische en allochtone jongeren. Zoals zij zelf schrijft is het onderzoek bemoeilijkt door de commotie naar aanleiding van de aankondiging ervan. Men heeft het onderzoek noodgedwongen moeten beperken, onder meer door gebrek aan medewerking en zelfs tegenwerking van een aantal sleutelfiguren.

Dit boek vormt het verslag van een kwantitatieve analyse van de autochtone en allochtone jeugdcriminaliteit in België en een kwalitatieve analyse van buurtrelaties in een paar oude stadswijken, waarvan wordt gezegd dat ze een voedingsbodem vormen voor jeugdcriminaliteit. Deze laatste gebeurde door middel van interviews met buurtbewoners (zowel volwassenen als jongeren), buurtwerkers en street-professionals (politie en buurtwachten).

Beide studies zijn systematisch uitgevoerd en boeiend voorgesteld, en geven een zeer genuanceerd en gedifferentieerd beeld van het voorkomen van jeugdcriminaliteit en de mogelijke achtergronden daarvan, alsook van het gevoel van onveiligheid dat in bepaalde stadswijken heerst. De conclusies wijzen op de complexiteit van jeugdcriminaliteit en het criminaliseringproces, zowel m.b.t. de frequentie als de aard van geregistreerde misdrijven. Er wordt zeker niet met de vinger gewezen naar een of andere specifieke bevolkingsgroep. De materie wordt op een serene wijze aangepakt, en de benadering ervan wordt theoretisch grondig ondersteund.

Nogmaals heb ik ervaren dat elke belanghebbende partij uit een wetenschappelijk opgezet project datgene haalt wat het best in het eigen kraam past.

Het boek is zeker een lezing waard, temeer daar het verslag in een zeer toegankelijke taal is opgesteld en vlot geschreven is.

© Minervaria

vrijdag 10 mei 2002

Levenslang

DEMYTTENAERE, B., Levenslang. Een blik achter de tralies van de Belgische gevangenissen. A'pen, Manteau, 2002, 345 pp.

Dit boek zou iedereen gelezen moeten hebben. Wat zich afspeelt achter de muren van gevangenissen, met inbegrip van de instanties die betrokken zijn bij de begeleiding van gevangenen en wat het gevangenisleven voor alle betrokkenen betekent tijdens en na het verblijf, is voor de meesten onder ons volledig duister.
Het boek bevat geen sensationele verhalen, maar een vrij nuchter relaas van de toestand van de gevangenissen en hoe het is om daar zijn dagen door te brengen. Uiteraard zou voor de volledigheid het boek eens zo dik moeten zijn.

Demyttenaere vertrekt vanuit de persoonlijke ervaringen van 5 langgestrafte gedetineerden. Vervolgens laat hij een aantal 'veldwerkers' aan het woord: een gevangenisdirecteur, een aalmoezenier, enkele cipiers, een justitieel welzijnswerkster, een justitieassistent, en 2 medewerkers van de psychosociale dienst. De lezer maakt kennis met levensverhalen en getuigenissen van mensen die jarenlang achter de tralies verbleven of werkten. Heel positief is, dat de auteur geen standpunt inneemt, maar de nadruk legt op nuancering en de menselijke waardigheid.

Levenslang bevat ook de neerslag van een grootschalig onderzoek naar de beeldvorming over gedetineerden en gaat in op de rol die de media spelen bij deze beeldvorming. Verder vinden we ook een aantal ethische beschouwingen van een procureur en een strafpleiter, en een kritisch interview met de ministers van Justitie en Welzijnszorg.

Er is een begrippenlijst opgenomen van de meest courante termen in deze sector. Jammer dat er geen lijst is met adressen van bv. het Justitieel Welzijnswerk.br>Toch een echte aanrader, ook al omdat het werk zeer vlot leest.

© Minervaria