Posts tonen met het label België. Alle posts tonen
Posts tonen met het label België. Alle posts tonen

maandag 30 maart 2020

Terug naar de feiten

VAN CRAEYNEST, B., Terug naar de feiten. Hoe onze economie er echt voor staat. Uitg. Pelckmans/Polis, 2019, 228 pp. – ISBN 978 94 6310 400 5

België is een van de meest welvarende landen in de wereld. Opdat dit in de toekomst zo blijft, zijn echter flinke beleidsingrepen nodig. Alleen al de snelle vergrijzing van de bevolking stelt het land voor enorme economische en financiële uitdagingen.

In het publieke debat wordt daarover echter heel wat onzin verkocht, zegt Bart Van Craeynest, hoofdeconoom van VOKA. Politici van alle strekkingen spelen graag in op de onzekerheid van mensen over de toekomst. Hun uitspraken en stellingen steunen vaak niet op correcte feiten en objectieve analyses. Het gevolg is dat de oplossingen niet werken. De realiteit is immers veel genuanceerder dan men haar doorgaans voorstelt.

De uitdagingen voor België zijn niet min. Te weinig Belgen werken, ons belastingstelsel vertoont heel wat tekortkomingen, de begroting draait al jaren vierkant, de overheid werkt verre van efficiënt en er is een toenemend mobiliteitsprobleem.

Voor elk van die problemen maakt Van Craeynest telkens een analyse op basis van feiten en cijfers. Hij zoekt naar de oorzaak en evalueert de maatregelen die voorgesteld of getroffen worden. Die schieten volgens hem over het algemeen schromelijk tekort om het probleem ten gronde op te lossen.

Zo doorprikt hij een aantal gemeenplaatsen over overheidsschuld en -begrotingen. Hij relativeert het begrotingstekort en toont aan waarom een besparingsbeleid van de overheid doorgaans negatief is voor de economie. Heilige huisjes, zoals de ingewikkelde staatsstructuur en de salariswagens, worden niet gespaard.

 Ook misvattingen over economische groei worden vakkundig weerlegd. Zo maakt hij brandhout van de idee dat een economie zonder groei beter zou zijn. Als iemand er dan op vooruit gaat, is dat altijd ten koste van iemand anders. En hij toont aan waarom de overheid niet kan beheerd worden zoals een gezin en een bedrijf.

Tenslotte bespreekt hij een aantal mogelijke ingrepen om de uitdagingen dan wél ten gronde aan te pakken. Omdat economie geen exacte wetenschap is, geeft geen enkele economische analyse echter eenduidige antwoorden. Deze beperkingen hebben ook consequenties voor het beleid.

Voor niet-economen is de economie vrij ondoorzichtige materie. Daarom krijgt u een aantal tips om de economische analyses te interpreteren. Van Craeynest probeert economische begrippen en redeneringen bovendien zo inzichtelijk mogelijk te maken voor de modale lezer. Daar is hij naar mijn mening niet voor de volle honderd procent in geslaagd. Het kan hem echter niet kwalijk genomen worden, want economie blijft een ingewikkelde zaak.

Niettemin is het een vrij goed leesbaar werk geworden. En wellicht is het na de coronacrisis actueler dan ooit?

© Minervaria

maandag 18 augustus 2014

België. Een geschiedenis zonder land

FALTER, R., België. Een geschiedenis zonder land. A’pen, De Bezige Bij, 2012, 458 pp. – ISBN 978 908542 344 7


Geschiedenis is chaos waarin elke historicus zijn eigen orde aanbrengt.
(blz. 7)

In dit boek reconstrueert Rolf Falter de chaotische geschiedenis van de Lage Landen aan de Noordzee vanaf de verovering van Gallië door Julius Caesar. Deze verre uithoek werd het kernland van zowel Romeinen als Karolingers. Daar stond de wieg van de Westerse beschaving. Na de verdeling van het Karolingische Rijk werd de streek echter een twistappel voor de nakomelingen van Karel de Grote.

Tot het einde van de 18e eeuw bestonden de Lage Landen uit een lappendeken van graafschappen en vorstendommen, die geregeld van uitzicht veranderde naargelang de wederwaardigheden van de verschillende dynastieën. De plaatselijke heren liftten mee op de wisselende kansen. Natiegevoelens of staatkundige voorkeuren speelden daarbij geen enkele rol. Het ging om grondbezit en de vermeerdering daarvan. Voor de bevolking was er enkel honger, oorlog, gebed en gehoorzaamheid aan de heer.

Meer dan duizend jaar lang bleven deze gebieden de speelbal van Europese mogendheden. Ze werden leeggezogen door afwisselend Spaanse, Franse en Oostenrijkse vorsten die ze beschouwden als wingewest. Bij ieder aanslepend conflict waren ze het gruwelijke toneel van niets ontziende oorlogsellende en verwoestingen en vervielen ze tot een sociale en economische woestenij.

Zo krijgt de titel van dit boek betekenis. De geschiedenis van de Lage Landen, en meer bepaald België, is pas goed te begrijpen in het perspectief van de Europese geschiedenis tijdens en na het Romeinse Rijk. België was een min of meer succesvolle poging om na meer dan een millennium de machtshonger van de hoofdspelers in Europa binnen de perken te houden en de vrede te bewaren.

België. Een geschiedenis zonder land is het meeslepend verhaal van de woelige en uiterst ingewikkelde geschiedenis van de Lage Landen aan de Noordzee, gebaseerd op meer dan dertig jaar minutieus en diepgaand opzoekwerk. Met dit boek heeft Rolf Falter zich weer eens onderscheiden als specialist van de Belgische geschiedenis, na 1302. Opstand in Vlaanderen en 1830. De scheiding van Nederland, België en Luxemburg.

Hij laat u de geschiedenis van België zien door een niet-conventionele bril. Waar geschiedenis vooral geschreven wordt door de winnaars haalt hij de verliezers van onder het stof. Zo zijn er in West-Europa tientallen verdwenen graafschapjes en gouwtjes, die niemand meer kent maar waarvan de namen nog terug te vinden zijn in alle provincies van de Lage Landen. Ook eigenaardigheden zoals de taalgrens vallen enkel te begrijpen vanuit de chaotische lotgevallen van deze gebieden.

Rolf Falter toont met verve aan dat geschiedenis meer chaos is dan orde. Hij herleidt de mythes tot de rauwe feiten en ontkracht de heldenverhalen die de gang van zaken ten onrechte vereenvoudigen. Een correcte kennis van geschiedenis zou ons moeten wapenen tegen elk fanatisme.

Het verhaal van de Lage Landen is bovendien prachtig geschreven en laat zich lezen als een roman.

© Minervaria

donderdag 26 september 2013

Koning Filip. De biografie

LEYTS, B., BALFOORT, B. & VAN DEN WIJNGAERT, M., Koning Filip. De biografie. A’pen/A’dam, Uitg. Houtekiet, 2013, 303 pp. ISBN 978 90 8924 267 9

Op 21 juli 2013 kreeg België een nieuwe koning. Na bijna 20 jaar gaf koning Albert de fakkel door aan zijn oudste zoon Filip. In een communautair verdeeld land wacht hem geen gemakkelijke taak. Er circuleren bovendien veel negatieve geruchten over de zesde koning der Belgen. Hij zou zeer conservatief zijn, houterig en weinig soepel in de communicatie. Wat is daarvan waar? Wat weten we echt over koning Filip?

De auteurs, twee journalisten en een eminent historicus, ondervroegen prominente figuren uit de kringen rond de kroonprins en vertegenwoordigers van het Belgische establishment. Hun informatie en duiding resulteerden in een genuanceerd en objectief beeld op, wars van de populaire verheerlijking of verguizing. Het verhaal van koning Filip bestrijkt zijn opvoeding, zijn opleiding en vorming, zijn huwelijk en hoe hij als kroonprins in de functie is gegroeid. Het werk sluit af met een aantal kritische beschouwingen over de monarchie van vandaag en aanbevelingen voor de toekomst.

De jeugd van Filip gaat allesbehalve over rozen. Een warm gezinsleven is niet voor hem weggelegd, want zijn ouders hebben het te druk met hun eigen leven. Hij wordt opgevangen door het koningspaar Boudewijn en Fabiola, zijn oom en tante. Van hen krijgt hij een strakke katholieke opvoeding in het koninklijk kasteel te Laken.

Als duidelijk wordt dat Boudewijn kinderloos zal blijven komt Filip als troonopvolger in het vizier. Zijn eigen gebrekkige voorbereiding indachtig regisseert de koning diens opleiding met strenge hand. Filip is de eerste kroonprins in de Belgische geschiedenis die uitdrukkelijk en langdurig op de Koninklijke functie wordt voorbereid. Hij heeft nagenoeg geen inspraak in zijn opleiding, taken en bezigheden. Maar de volgzame Filip kijkt op naar zijn oom en ondergaat het allemaal zonder veel protest.

De vroegtijdige dood van Boudewijn gooit echter roet in het eten. In tegenstelling tot wat hem altijd werd voorgespiegeld, volgt niet Filip maar zijn vader Albert de populaire koning op. Hij schikt zich node in zijn tweederangspositie en neemt de plaats van zijn vader in als ambassadeur voor buitenlandse handel. Zijn agenda, in een functie waarvoor hij niet zelf gekozen heeft, raakt steeds meer gevuld. Hij heeft het moeilijk met de betutteling door zijn entourage en slaat vaak een belabberd figuur op verschillende buitenlandse handelsmissies.

In een mediageile wereld heeft de weinig flamboyante Filip het hard te verduren. Zijn geïsoleerde opvoeding in het kasteel van Laken hebben hem wereldvreemd gemaakt en opgescheept met een schrijnend gebrek aan sociale vaardigheden. Maar dat wordt anders wanneer bekend wordt dat hij zich zal verloven met jonkvrouw Mathilde d’ Udekem d’Acoz. Haar charmante verschijning neemt de gezamenlijke pers onmiddellijk voor het paar in.

Het huwelijk en het gezinsleven doen de kroonprins duidelijk goed. Mathilde vergezelt hem vaak op zijn buitenlandse reizen, waar zij het ijs doet smelten. Voor zijn vier kinderen ontpopt Filip zich als een attente en zorgzame vader. Hij wil hen duidelijk een andere opvoeding geven dan hij zelf heeft gehad. De verstandhouding met zijn vader wordt beter. Communiceren blijft echter een heikel punt. Zijn ongelukkige uitspraken brengen hem nog vaak in nesten. Langzaam maar zeker komt het koningschap in zicht.

De nieuwe koning heeft de omstandigheden niet mee. Hij erft een fundamenteel veranderd koningschap in een land waar de monarchie nooit op veel enthousiasme kon rekenen en vandaag door verschillende partijen onder vuur wordt genomen. Hij heeft bovendien zijn aard tegen. Hij mist het joviale, gemoedelijke karakter van zijn vader en de zeldzame populariteit van zijn voorbeeld Boudewijn valt niet te evenaren. Gewetensvol als hij is heeft hij zich echter omringd door een aantal eminente raadgevers.

Royaltyfans zullen uiteraard verguld zijn met dit pas verschenen werk. Maar ook als u niet echt warm loopt voor het koningshuis zult u dit vlot leesbare werk kunnen waarderen. Het biedt een stevig tegenwicht voor de eenzijdige berichten in de sensatiepers en de politiek gekleurde commentaren over koning Filip. Het schildert een rijk geschakeerd portret van hem als mens en als prins. En het gunt u een intrigerende inkijk achter de goed bewaakte schermen van het Koninklijk Hof.

© Minervaria

Interesse? Dit boek vindt u hier.

vrijdag 1 maart 2013

1302. Opstand in Vlaanderen


VERBRUGGEN, J.F. & R. FALTER, 1302. Opstand in Vlaanderen. Tielt, Uitg. Lannoo, 2001, 278 pp. – ISBN 90 209 4412 6

Over de slag bij Kortrijk op 11 juli 1302, waarin een Vlaams leger de bloem van de Franse ridderschap versloeg, worden na meer dan zeven eeuwen nog steeds hardnekkige mythes gekoesterd. Was het echt een eclatante overwinning op een volksvreemde overheerser of was het niet meer dan een accident de parcours in een reeks late feodale oorlogen? Zoals gewoonlijk is de werkelijkheid heel wat ingewikkelder. In dit boek worden de gebeurtenissen en de protagonisten van hun mythologische franje ontdaan en tot hun ware proporties terug gebracht.

Het graafschap Vlaanderen was al veel langer het toneel van een permanente conflictsituatie. Door opeenvolgende huwelijken in de voorafgaande eeuwen geraakte het steeds dieper verweven met het Franse koningshuis. De Franse koning slaagde er echter niet in de streek daadwerkelijk in te lijven. De graaf van Vlaanderen bleef een machtige rivaal. In de tweede helft van de 13e eeuw werd Vlaanderen bovendien een pion op het schaakbord van de Frans-Engelse politiek.

In diezelfde periode werd een juridisch steekspel gevoerd om de rijke Vlaamse steden. Die waren al lang de inzet van een machtsstrijd tussen de Franse koning en de Vlaamse graaf, die beiden voortdurend in geldnood verkeerden. De poorters lagen overhoop met de spilzuchtige graaf over steeds nieuwe belastingen. De koning probeerde daar op zijn beurt munt uit te slaan en speelde de steden en de graaf tegen elkaar uit wanneer hij maar kon. Zo waren de steden verwikkeld in een opeenvolging van wisselende bondgenootschappen, afhankelijk van de te behalen voordelen.

Binnen de steden was er bovendien een sociale strijd aan de gang tussen de poorters, voornamelijk handelaars en rijke kooplieden, enerzijds en de ambachtslieden anderzijds over belastingen en medezeggenschap. Ook uit die onenigheid probeerden de koning en de graaf profijt te halen door nu eens de ene, dan weer de andere partij te steunen. Deze voortdurende twisten stelden de politieke en sociale verhoudingen scherp.

Toen de Vlaamse verenigde strijdkrachten zich in Kortrijk presenteerden had de streek al 7 oorlogsjaren achter de rug, waarin door beide partijen bijna onafgebroken gebrandschat en geplunderd werd. Het betekende het failliet van handel en nijverheid. De voorspoed van de 13e eeuw was bijna helemaal teniet gedaan.

De overwinning op de Franse koning betekende echter niet het einde van de vijandelijkheden. Pas in september 1304, na de onbesliste slag bij de Pevelenberg, werd er een bestand gesloten. Vlamingen en Fransen bleken niet in staat om elkaar klein te krijgen. Vlaanderen bleef eeuwenlang een twistgebied in handen van verschillende mogendheden. Pas in 1713 legde de Vrede van Utrecht de grens tussen Frankrijk en Vlaanderen definitief vast. Het noordoostelijke deel van Vlaanderen is het enige gebied van het oorspronkelijke West-Frankische Rijk dat nooit een deel van Frankrijk werd.

Jan Frans Verbruggen, expert inzake militaire geschiedenis van de middeleeuwen en Rolf Falter, historicus en journalist, ontrafelen het politieke wespennest in Vlaanderen op het einde van de twaalfde en begin dertiende eeuw. Het was een turbulente tijd met snel veranderende politieke en sociale verhoudingen. De opkomst van de steden bedreigde de positie van de landheren en bracht een eerste golf van democratisering op gang.

De slag bij Kortrijk is dus zeker geen fait divers in de geschiedenis van Europa. Zo beschouwt Barbara Tuchman de gebeurtenis als een historische veldslag, het symbool voor het definitieve verval van de feodale politieke en sociale ordening in Europa. In de loop van de waanzinnige veertiende eeuw zal de macht van de strijdende klasse verder slinken in het voordeel van het burgerlijke bestuur.

© Minervaria

vrijdag 11 januari 2013

België tijdens de Tweede Wereldoorlog

VAN DEN WIJNGAERT, M. (Ed.), België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2004, 317 pp. – ISBN 90 02 21440 5

Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger België binnen. Het was het begin van een bezetting die vier bange en lange jaren zou duren. Pas in september 1944 werd het Belgische grondgebied door geallieerde troepen bevrijd. De bezetting ligt inmiddels meer dan zestig jaar achter ons, maar de discussies en conflicten erover zijn nog lang niet verstild.

Vooral de aard, omvang en achtergronden van collaboratie en verzet en van de repressie na de oorlog doen de passies op gezette tijden oplaaien. Mythes die tijdens of onmiddellijk na de bezetting waren gevormd houden taai stand. De werkelijkheid is echter veel genuanceerder. In dit boek plaatsen de auteurs, allen geschiedkundigen en gespecialiseerd in één van de aspecten van de bezettingsgeschiedenis van België, de feiten in hun context.

Ze maken duidelijk dat de inval van de Duitsers, alhoewel overrompelend, voor de regering en bevolking geen echte verrassing was. Reeds in de late jaren dertig was men volop bezig met de bouw of versterking van verdedigingsbolwerken. Die was echter op maat gesneden van de Eerste Wereldoorlog en dat bleek een misrekening.

De Duitse overwinning zaaide verdeeldheid bij de leiding van het land. Er ontstond een conflict tussen de koning en de regering, die in ballingschap vertrok naar Groot-Brittannië. Tijdens de bezetting werd het land geregeerd door een Belgisch bestuur dat steeds compromissen moest maken met het Duitse militaire bestuur. Vanuit eigen motieven kozen ze beiden voor de weg van het minste kwaad.

De bezetting veranderde de maatschappelijke verhoudingen in België op uiteenlopende manieren. De oorlogssituatie zorgde bovendien voor een zeer specifieke economische context. Ook de economische elite wilde deze periode zonder al teveel kleerscheuren doorkomen. Daardoor groeiden er heel nieuwe verhoudingen tussen werkgevers en werknemers. Ze zouden de basis leggen voor de sociale zekerheid die wij nu zo vanzelfsprekend vinden.

Intussen probeerde de bevolking zich zo goed en zo kwaad als het ging aan de nieuwe situatie aan te passen. De mensen wilden de oorlog, met de rantsoenering, het voedselgebrek en de opeising van arbeidskrachten door de Duitse bezetter, vooral overleven. Organisaties van verschillende pluimage namen initiatieven om mensen te helpen onderduiken en bijstand te verlenen aan gezinnen.

Daarbij speelde de katholieke kerk een vooraanstaande rol. Om haar positie veilig te stellen tegenover een bezetter die uitgesproken antireligieus was, koos ook zij voor de minste weerstand. Dat stelde haar in staat voor de gewone man te blijven opkomen. Ze heeft er tevens voor gezorgd dat een aanzienlijk aantal joodse burgers, vooral kinderen, de dodendans kon ontspringen. Ook talloze Belgen hebben op gevaar voor eigen leven mensen helpen onderduiken.

Voor een minderheid bracht de bezetting immers extra ellende mee. De helft van de Belgische joden kwam om in Duitse concentratiekampen en een aanzienlijk aantal mensen maakte kennis met een nietsontziend repressief regime dat zich uiterst onverdraagzaam opstelde tegenover iedereen die zich niet bij de situatie neerlegde.

Een andere minderheid maakte duidelijke politieke keuzes. Aan de ene kant was er een groep die om uiteenlopende redenen met de Duitsers ging samenwerken. Aan de andere kant bevonden zich verschillende groeperingen die de bezettingsmacht op vaak heroïsche manieren probeerden te bestrijden. De collaboratie en het verzet vormen nog altijd splijtzwammen in het huidige België, temeer omdat zij van meet af aan communautair gekleurd waren. Toch blijkt de situatie veel minder zwart-wit dan soms graag wordt voorgesteld. Niettemin was de repressie na de bevrijding ongemeen hard.

Wie deze periode zelf heeft meegemaakt zal veel zaken zeker herkennen. Andere zullen wellicht nieuw zijn. Voor mij, uit de naoorlogse generatie, was het een zeer leerrijke kennismaking met de complexe politieke en maatschappelijke verhoudingen in een periode die ik gelukkig niet heb moeten meemaken. Ik heb een scherper inzicht gekregen in de achtergrond van strijdpunten die nog steeds brandend actueel zijn in het land.

Het boek voldoet aan alle voorwaarden voor een wetenschappelijk verantwoorde publieksuitgave. Er is een lijst met afkortingen, een uitgebreide bibliografie, een namen- en zakenregister en een biografie van de auteurs. De verschillende bijdragen zijn in doorsnee vlot te lezen, alhoewel het vaak niet eenvoudig is om tussen de bomen het bos nog te zien. Dat betekent echter dat de auteurs in hun opzet geslaagd zijn. Hun overzicht van de situatie in België tijdens de Tweede Wereldoorlog kenmerkt zich door nuance en veelzijdigheid.

© Minervaria

woensdag 20 juni 2012

Politieke geschiedenis van België


WITTE, E., CRAEYBECKX, J. & A. MEYNEN, Politieke geschiedenis van België van 1830 tot heden. A’pen, Standaard Uitgeverij, 2010 (10e dr.), 584 pp. – ISBN 978 90 02 21937 5

Na 541 dagen intensieve en moeizame onderhandelingen was er in 2011 eindelijk een regeerakkoord in België. Daarmee werd een nieuw record gevestigd dat door het Guinness Book of Records erkend werd als de langste formatie ter wereld ooit. Deze uitermate spannende periode deed ons bijna vergeten dat het land in zijn geschiedenis wel vaker problematische regeringscrisissen doormaakte.

In een periode waarin het bestaan zelf van het land door een deel van de politieke elite in vraag wordt gesteld, is het leerrijk om meer zicht te krijgen op de wordingsgeschiedenis van de actuele spanningen in de Belgische politiek. In dit boek krijgen we een grondige uitwerking gepresenteerd van de politieke gebeurtenissen en evoluties in België vanaf 1830 tot kort voor 2010.

Zeker als er geen duidelijke cesuren aanwezig zijn, moet er gezocht worden naar een manier om de geschiedenis in te delen. De auteurs hebben gekozen voor een thematisch-chronologische indeling in periodes die als eenheid kunnen beschouwd worden. De revolutionaire leuze van het prille België, ‘Eendracht maakt macht’, bleek algauw een aantal fundamentele breekpunten te verbergen. De hoofdthema’s in de Belgische politiek zijn terug te brengen tot drie conflictzones: sociaaleconomische, levensbeschouwelijke en communautaire tegenstellingen. Ze bepalen nog altijd in meer of mindere mate het politieke reilen en zeilen in België.

De politieke keuzes en gebeurtenissen zijn natuurlijk nooit los te zien van economische en maatschappelijke veranderingen. Daarom beperken de auteurs zich niet tot de strijd om de macht over de inrichting van de maatschappij in enge zin, maar belichten zij ook de sociale evoluties en de pressiegroepen die de politieke veranderingen doordrukten.

In de nieuwste editie van 2010 werden de laatste hoofdstukken geactualiseerd in het licht van de evoluties aan het eind van de twintigste eeuw. De eeuwwisseling vormt in België op meerdere gebieden een overgangsperiode naar een ‘nieuwe politiek’ en een ‘nieuwe economie’. In het allerlaatste hoofdstuk worden de basismechanismen toegelicht die het Belgische bestel in de laatste decennia beheersten.

Dit werk biedt een grondige studie van de politieke geschiedenis van België. Alle hoofdstukken zijn grondig uitgewerkt door academici met een gedegen kennis van de materie. In de twee bijlagen krijgen we een interessant overzicht van de electorale verhoudingen van 1847 tot 1997 en een chronologisch overzicht van de regeringen sinds 1830. Het werk voorziet in een uitgebreide bibliografie, een handige lijst van afkortingen en een personen- en zakenregister.

Door de academische taal en moeilijk te volgen gedachtegang zijn niet alle bijdragen vlot leesbaar. Vooral het hoofdstuk over de economische en sociale politiek sinds de jaren vijftig, toch een belangrijke periode om de huidige spanningen te begrijpen, was een taaie brok. Dit is heel jammer, want voor een goed begrip van de huidige politieke ontwikkelingen is een historisch perspectief toch belangrijk.

De Tijd noemt dit boek niettemin met recht een standaardwerk over de Belgische geschiedenis.

©  Minervaria

maandag 19 december 2011

Leopold I

DENECKERE, G., Leopold I. De eerste koning van Europa. A’pen, De Bezige Bij, 2011, 736 pp. – ISBN 978 90 8542 317 1

De eerste koning der Belgen leeft niet meer in het collectieve geheugen. In zijn tijd werd Leopold van Saksen-Coburg echter beschouwd als een grote seigneur. Hij heeft niet alleen als koning van België zijn sporen in de geschiedenis nagelaten, hij speelde tevens een belangrijke rol in de Europese politiek van de 19e eeuw.

Leopold had een gigantisch correspondentienetwerk uitgebouwd over heel Europa. Daarmee onderhield hij persoonlijke en politieke banden met nagenoeg alle gekroonde hoofden en vooraanstaande politici. Via dat netwerk voerde hij een discrete diplomatie en had hij een stevige vinger in de pap op het schaakbord van de Europese politiek. Deze omvangrijke briefwisseling is de basis en leidraad van de biografie van Gita Deneckere, hoogleraar sociale geschiedenis aan de Universiteit Gent.

Als eerzuchtige zoon van een verarmd hertogsgezin in het provincienest Coburg, raakte Leopold al snel betrokken bij de veldtochten tegen Napoleon. Op het Congres van Wenen, dat de kaart van Europa grondig herschikte, fungeerde hij als waarnemer. Hij verkeerde in de beste kringen van Parijs en Wenen en viel op door zijn savoir-vivre, manieren en stijl.

Toen hij zijn hart verloor aan de Britse kroonprinses Charlotte van Wales leek zijn toekomst in Engeland te liggen. De dramatische en vroegtijdige dood van Charlotte besliste er anders over. Aan deze ontwikkeling hield Leopold echter een hechte band over met zijn nichtje Victoria, de latere koningin van Engeland. Zijn hele verdere leven volgde hij haar van nabij en heeft hij haar met raad en daad gesteund. Via hun intense briefwisseling speelde hij een belangrijke rol in het koningshuis van Engeland en indirect in de Britse politiek.

Alhoewel het zachte klimaat hem aantrok, weigerde hij de troon van Griekenland omdat hij de voorwaarden niet vertrouwde. De geschiedenis heeft hem gelijk gegeven. Op het aanbod om koning te worden van het kersverse België met de meest liberale grondwet van Europa ging hij wel in. Hij was er meteen erg populair en werd het symbool van eenheid en onafhankelijkheid. Hij stimuleerde en ondersteunde tevens de economische en industriële ontwikkeling van België.

Leopold zag zichzelf als de vader van zijn volk, de enige die, ongeacht de politieke wisselvalligheden van de prille parlementaire democratie, echt het belang van het land diende. Hij was geen democraat maar hij beschouwde democratische hervormingen als een manier om de revolutie te verhinderen. Hij vond de Belgische grondwet te liberaal, maar legde zich erbij neer.

Zijn hele leven immers was Leopold als de dood voor een herhaling van de Franse Revolutie, die tot despotisme en oorlog had geleid. Hij was de overtuiging toegedaan dat de monarchie een nuttig bolwerk was tegen de mogelijke heropflakkering van de revolutie en tegen de verspreiding van liberalisme en nationalisme in Europa. En hij was zich altijd zeer bewust van de zwakke positie van België tegenover Frankrijk.

In een tijd waarin de vorst nog werd beschouwd als een politieke figuur, die zijn land vertegenwoordigde, beperkte Leopold zich niet tot zijn taak als koning van het kleine België. Hij zag zichzelf als gezant van de vrede in Europa en dus als behoeder van orde en rust. Door middel van zijn correspondentienetwerk probeerde hij bij ieder conflict te bemiddelen en de gemoederen te bedaren.

Geheel in de geest van zijn tijd hield hij zich ook bezig met een intensieve huwelijkspolitiek. Dit gold in de eerste plaats zijn eigen tweede huwelijk met de dochter van de Franse koning. Maar hij had ook de hand in het huwelijk van zijn nicht Victoria met Albert, ook een Coburger, en in de huwelijken van andere gekroonde hoofden van zijn tijd. Met het arrangeren van de huwelijken van zijn eigen kinderen had hij minder geluk.

Langs de omvangrijke briefwisseling die hij en zijn correspondenten hebben nagelaten volgt Gita Deneckere Leopold van zijn geboorte in 1790 tot zijn overlijden op 10 december 1865. Het moet een immens werk geweest zijn om het overzicht te behouden in deze overvloedige correspondentie, en deze steeds weer in verband te brengen met het veelzijdige leven van Leopold en met belangrijke politieke en sociale ontwikkelingen.

In dat opzet is de auteur jammer genoeg niet echt geslaagd. Dit boek wordt als biografie gepresenteerd, maar het levensverhaal van de hoofdpersoon komt niet goed uit de verf. De figuur van Leopold wordt bladzijden lang ondergesneeuwd door gedetailleerde verslagen van de ontwikkelingen in andere landen, vooral Groot-Brittannië. Geregeld gaat het boek meer over koningin Victoria dan over Leopold. Hoe hij zelf leefde en werkte, toch een belangrijk aspect van een biografie, wordt schaars belicht.

Zijn opvattingen komen dan weer wel uitgebreid aan de orde. Via zijn brieven bekijken we de gebeurtenissen in België en Europa door zijn ogen. Hij stond daarbij natuurlijk op de eerste rij en was goed geïnformeerd. Dat is echter niet het geval voor de doorsnee lezer. Die zoekt tussen de bespiegelingen van Leopold tevergeefs naar een coherente en begrijpelijke uitleg over de feitelijke gebeurtenissen.

De auteur veronderstelt bij de lezer een grondige kennis van de politieke ontwikkelingen na de nederlaag van Napoleon zowel in Europa als in het kersverse België. In haar streven naar een volledige en genuanceerde weergave van de geschiedenis verzandt ze echter in een overvloed aan details. Dit resulteert in lange slaapverwekkende passages, waarin de gewone lezer tevergeefs naar samenhang en overzicht zoekt.

Het jarenlange minutieuze onderzoek van Gita Deneckere kan alleen maar ontzag inboezemen. Wie geïnteresseerd is in de politieke ontwikkelingen in de eerste helft van de negentiende eeuw zal er zeker een en ander uit opsteken. Als biografie, bestemd voor een ruim publiek, is het echter een gemiste kans.

© Minervaria

vrijdag 8 juli 2011

Vlaamse migranten in Wallonië 1850-2000

GODDEERIS, I & R. HERMANS (Red.), Vlaamse migranten in Wallonië 1850-2000. LannooCampus, 2011, 247 pp. – ISBN 978 90 209 9586 8

De geschiedenis van de mens is wezenlijk verbonden met migratie. Mensen hebben altijd al hun vertrouwde huis en goed verlaten op zoek naar een beter leven. Ze vluchtten voor een ondraaglijke thuissituatie of werden aangetrokken door een hoopvolle situatie elders. Zelden gaan migranten op stap om rijkdom te ontvluchten.

Zo dreven uitzichtloze leefomstandigheden en schrijnende armoede talloze Belgen tussen 1850 en 1950 tot emigratie. Een minderheid zocht zijn heil in overzeese gebieden, zoals de Verenigde Staten en Canada. Honderdduizenden Vlamingen zochten een beter bestaan in de bloeiende en uitdijende industrie van Wallonië. Ze werden er tewerkgesteld in de Waalse steenkoolmijnen, glasfabrieken en metaalnijverheid.

Dit boek verscheen naar aanleiding van de tentoonstelling “Vlaamse migranten in Wallonië, 1850-2000”. Het bundelt bijdragen van historici die zich in verschillende onderdelen van het onderwerp hebben verdiept. Hiermee willen zij een systematisch en objectief beeld schetsen van een welhaast vergeten en daarom geslaagde migratie.

Als start wordt de Vlaamse emigratie naar Wallonië in een historische context geplaatst. De trek naar Wallonië was voor Vlamingen in zekere zin minder vreemd dan nu. In die periode identificeerden mensen zich veeleer met hun dorp of streek dan met een landsgedeelte. De taalgrens bestond toen nog niet, tenminste niet in de hoofden van de mensen. In de bijdrage over de migratiebewegingen en vestigingspatronen lezen we dat de migranten zich vooral oriënteerden op hun streekgenoten.

Toch waren er heel wat inspanningen van Vlaamse verenigingen, ook in Wallonië, om de uitgeweken Vlamingen in hun eigen taal te laten deelnemen aan het sociale en culturele leven. We lezen over de talrijke initiatieven die zowel in Vlaanderen en als in Wallonië werden genomen. Een aantal daarvan ontstonden en werkten in de schoot van de opkomende Vlaamse Beweging. De meeste echter ambieerden enkel ontspanning en cultuur in de eigen taal.

Ook de kerk liet zich niet onbetuigd. Ze maakte zich zorgen over het zedelijke en religieuze verval van de emigranten in de industriële leefomgeving. De vreemde taal, de aard en organisatie van de arbeid, waaronder zondagswerk, en het leven buiten het toezicht van de vertrouwde instituties brachten de moraliteit in gevaar. Ze ontplooide dan ook heel wat initiatieven om de uitgeweken Vlamingen op het rechte pad te houden.

Begrijpelijkerwijs waren de Waalse ingezetenen daar niet zonder meer enthousiast over. Zoals overal ter wereld werden ook de Vlaamse migranten geconfronteerd met wantrouwen en vooroordelen van de plaatselijke bevolking, organisaties en de pers. Evenals de huidige migrantenpopulatie waren ze het voorwerp van negatieve stereotypering en stigmatisering. Opvallend is dat hen net hetzelfde werd verweten. Ze zouden achterlijk zijn, een barbaarse cultuur en gewoonten hebben en een haard van criminaliteit vormen.

Maar de initiatieven van het thuisfront doofden langzaam uit en de vooroordelen werden bijgestuurd. Binnen enkele generaties zijn de Vlamingen in Wallonië volledig geïntegreerd. Sommigen onderhouden nog sporadisch contact met de verre familie, bij de meesten herinnert alleen de naam aan hun Vlaamse wortels.

Op basis van onontgonnen archiefmateriaal worden in het boek ook nieuwe, minder gekende thema’s aangeboord. Zo wordt de migratie van honkvaste Vlaamse boeren naar het veel dunner bevolkte Wallonië belicht. In een interessante epiloog wordt tenslotte de Vlaamse migratie naar Wallonië vergeleken met die naar de industriesteden van Noord-Frankrijk.
Dit boek ontsluit een weinig gekend hoofdstuk in de sociale geschiedenis van België. Het zet belangrijke aspecten van de huidige communautaire spanningen in een breder perspectief. Het laat tevens toe de huidige migratiestromen beter te begrijpen. Zoals vroeger ontvluchten mensen nog altijd het platteland op zoek naar een beter leven. Migranten behoren vaak tot de laagste sociale klassen. Ze klampen zich vast aan hun taal en groep, en verwelkomen iedere steun van het thuisfront. Ze worden geconfronteerd met negatieve beeldvorming en afwijzing. En uiteindelijk gaan ze zich na verloop van tijd meer of minder moeizaam integreren.

Dit werk is een echt tijdsdocument. Het is aantrekkelijk gepresenteerd en overvloedig geïllustreerd. Getuigenissen van uitgeweken Vlamingen of hun afstammelingen maken de algemene bijdragen concreet. Door de vlot geschreven tekst en de grote druk is deze historische studie toegankelijk voor een zeer ruim publiek.

Een aanrader voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van de gewone mens.

© Minervaria