donderdag 16 december 2021

De meeste mensen deugen

  

BREGMAN, R., De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens. De Correspondent, 2019, 521 pp. – ISBN 978 90 829 421 87

Met veel aplomb stelt Rutger Bregman dat de meeste mensen deugen. Het is een mythe dat mensen van nature egoïstisch, paniekerig en agressief zijn. Als bewijs worden vaak anekdotes aangehaald, zoals de plunderingen na een ramp. Maar de solidariteit van mensen wordt in de pers minder uitgesmeerd dan de plunderingen. Zo riep de recente watersnood in Wallonië de spontane hulpvaardigheid op van massa’s wildvreemde mensen.

Waar komt dat negatieve mensbeeld vandaan? Onze huidige samenleving is gebouwd op de filosofie van Hobbes. Die stelde dat mensen van nature egoïstisch zijn. De beschaving is slechts een laagje vernis dat de negatieve driften moet beteugelen. Zonder beschaving zouden mensen wilden worden. Dit beeld klopt echter niet met de realiteit en de bevindingen van modern wetenschappelijk onderzoek.

Bregman neemt een aantal wereldberoemde experimenten over agressie onder de loep, die de theorie van de egoïstische mens ondersteunen. Kritisch onderzoek van deze experimenten haalt hun conclusies echter onderuit. Er zijn alternatieve verklaringen voor de bevindingen. Mensen in precaire situaties gaan bij voorkeur samenwerken, elkaar bijstaan en helpen.

Minder bekend wetenschappelijk onderzoek en studie en observatie van relevante gebeurtenissen ondersteunen alle de vriendelijke aard van de mens. In uiteenlopende moeilijke omstandigheden worden mensen geen wilden, integendeel. Ze gaan elkaar in de regel ondersteunen en samenwerken.

Maar hoe valt dat te rijmen met fenomenen als de holocaust en terrorisme? Als er één groep is die het laat afweten dan zijn het de machthebbers, stelt Bregman. Macht doorkruist de natuurlijke vriendelijkheid en empathie van de mens. Machthebbers maken gebruik van de behoefte van de mens om erbij te horen en zijn vrienden niet af te vallen. Zo zetten ze hem aan tot het plegen van gruweldaden zoals terrorisme en racisme.

De conclusie? De mens is een paradoxaal wezen. Hij is tegelijk vriendelijk én xenofoob en machtsbelust. Veel van onze overtuigingen over mensen en wat hen beweegt zijn gebaseerd op een cynisch, kapitalistisch mensbeeld. Zodra we echter gaan geloven dat de meeste mensen deugen verandert alles.

Willen we de vriendelijke aard van de mens naar boven halen, dan spreken we mensen beter aan op hun goede eigenschappen en goede wil, op hun verantwoordelijkheid. Mensen positief bejegenen, ook al zijn ze ons wellicht niet goedgezind, brengt goodwill en bereidheid tot samenwerken.

Een enorm uitgebreide lijst bronnenmateriaal ondersteunt de optimistische stelling van Bregman. Voor het eerst las ik over de schokkende en absoluut minder rooskleurige achtergronden van beroemde psychologische experimenten, zoals het Stanfordgevangenisexperiment.

Toch heb ik daar zo mijn bedenkingen bij. Het mag dan zo zijn dat de meeste mensen het goed menen en tot samenwerking bereid zijn, er zijn slechts een paar machtsbeluste individuen nodig om de boel grondig te verzieken. De recente betogingen tegen de coronamaatregelen bijvoorbeeld liepen niet uit de hand door wangedrag van de meeste deelnemers maar door een aantal notoire relschoppers die de massa meesleuren.

Ik vind de conclusies van Richard Wrangham realistischer. De meeste mensen mogen dan deugen, vreedzaamheid en samenwerking komen er, zeker op grotere schaal, niet vanzelf. Ze vragen inspanning, planning en wetten.

Het betoog is zeer vlot te volgen en de tekst laat zich lezen als een causerie.


© Minervaria

Geen opmerkingen: