VERMEEND, W., Het verdriet van Kopenhagen. Op weg naar een ander klimaatbeleid. A’dam, Lebowski, 2010, 237 pp. – ISBN 978 90 488 0568 6
Volgens de klimaatcommissie van de Verenigde Naties zal de gemiddelde temperatuur in de wereld deze eeuw hoogstwaarschijnlijk met meer dan twee graden Celsius stijgen. En als het gebruik van fossiele brandstoffen niet fors vermindert zou ze tegen het einde van de eeuw zelfs met zes graden Celsius kunnen toenemen. Alhoewel men zich bewust is van de ernstige gevolgen, is er na twintig klimaatconferenties nog slechts weinig overeenstemming bereikt over de noodzakelijke maatregelen.
Onder wetenschappers wordt er nog steeds gebakkeleid over de oorzaak van de opwarming. Dit boek gaat ervan uit dat die ligt in het toenemende gebruik van fossiele brandstoffen gedurende de laatste twee eeuwen. Die fossiele brandstoffen raken echter stilaan op terwijl het energieverbruik gestadig stijgt. Het klimaatprobleem is dus nauw verbonden met het energieprobleem.
Er is maar één manier om die twee problemen in één klap op te lossen. Wereldwijd moet het beleid gericht zijn op een snelle vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen. De doelstelling is een ‘groene’ wereldeconomie die zoveel mogelijk draait op duurzame energie. Daarover kan de mensheid in beginsel voor onbeperkte tijd beschikken en ze tast het leefmilieu nu en in de toekomst niet aan.
Het zal echter nog heel wat voeten in de aarde hebben om die voor de hand liggende oplossing te realiseren. De energieopwekking in de meeste landen is verre van duurzaam of slechts met mondjesmaat. En de meeste maatregelen die genomen worden bieden geen adequate oplossing en blijken soms onaanvaardbare nadelen te hebben. Bovendien kan duurzame energie de komende vijftig jaar zeker niet afdoend voorzien in de toenemende behoeften van de wereld.
Alleen met een breed pakket maatregelen kan de opwarming van de aarde worden tegengegaan. De beste oplossing bestaat uit wereldwijde investeringen in niet-fossiele energiecentrales. Daarbij zal de voorkeur moeten uitgaan naar duurzame bronnen zoals wind- en zonne-energie en waterkracht, maar we zullen niet zonder kernenergie kunnen. Die zal moeten opgewekt worden door het nieuwste type veilige centrales. De keuze van een land zal afhangen van de geografische ligging en de kosten van investeringen.
De opgave is om economische groei te doen samengaan met vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Voor deze ommezwaai zal niet op de markt kunnen gerekend worden, want het saldo van investering en opbrengst is op korte termijn te klein. Er zijn dus actieve regeringen nodig die met de juiste overheidsmaatregelen een economische groeigolf creëren. Daarvoor is internationale samenwerking en overeenstemming dringend noodzakelijk.
Nationaal beleid, hoe belangrijk ook, heeft nauwelijks invloed op wereldniveau, vindt Vermeend. Toch maakt hij een evaluatie van het energiebeleid in Nederland. Dat blijkt in een aantal opzichten helemaal niet zo verstandig. Hij stelt daarom een aantal goed uitgedachte maatregelen voor om in Nederland een groene economie te realiseren.
Intussen zijn er vier jaar verstreken en is dit werk in sommige opzichten wellicht niet meer actueel. Het wetenschappelijk onderzoek staat bovendien niet stil. Maar de problematiek is nog lang niet achterhaald, integendeel. De meeste huidige investeringen in energievoorziening zullen de wereld nog gedurende ettelijke tientallen jaren opzadelen met een massale uitstoot van koolstofdioxide. En veilige kerncentrales zullen waarschijnlijk pas over een paar tientallen jaren echt rendabel zijn.
In dit toegankelijk geschreven werk maakt Willem Vermeend u wegwijs in het klimaatprobleem en de maatregelen die zich opdringen. Hij toont aan waarom bepaalde oplossingen beter zijn dan andere en waarom ze niet toegepast worden. En op basis van de beschikbare kennis tekent hij een pakket realistische maatregelen uit om het klimaatprobleem doeltreffend aan te pakken.
© Minervaria Lees ook: Hans Bruyninck, directeur van het Europees Milieuagentschap over De uitdaging van de eeuw.
Volgens de klimaatcommissie van de Verenigde Naties zal de gemiddelde temperatuur in de wereld deze eeuw hoogstwaarschijnlijk met meer dan twee graden Celsius stijgen. En als het gebruik van fossiele brandstoffen niet fors vermindert zou ze tegen het einde van de eeuw zelfs met zes graden Celsius kunnen toenemen. Alhoewel men zich bewust is van de ernstige gevolgen, is er na twintig klimaatconferenties nog slechts weinig overeenstemming bereikt over de noodzakelijke maatregelen.
Onder wetenschappers wordt er nog steeds gebakkeleid over de oorzaak van de opwarming. Dit boek gaat ervan uit dat die ligt in het toenemende gebruik van fossiele brandstoffen gedurende de laatste twee eeuwen. Die fossiele brandstoffen raken echter stilaan op terwijl het energieverbruik gestadig stijgt. Het klimaatprobleem is dus nauw verbonden met het energieprobleem.
Er is maar één manier om die twee problemen in één klap op te lossen. Wereldwijd moet het beleid gericht zijn op een snelle vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen. De doelstelling is een ‘groene’ wereldeconomie die zoveel mogelijk draait op duurzame energie. Daarover kan de mensheid in beginsel voor onbeperkte tijd beschikken en ze tast het leefmilieu nu en in de toekomst niet aan.
Het zal echter nog heel wat voeten in de aarde hebben om die voor de hand liggende oplossing te realiseren. De energieopwekking in de meeste landen is verre van duurzaam of slechts met mondjesmaat. En de meeste maatregelen die genomen worden bieden geen adequate oplossing en blijken soms onaanvaardbare nadelen te hebben. Bovendien kan duurzame energie de komende vijftig jaar zeker niet afdoend voorzien in de toenemende behoeften van de wereld.
Alleen met een breed pakket maatregelen kan de opwarming van de aarde worden tegengegaan. De beste oplossing bestaat uit wereldwijde investeringen in niet-fossiele energiecentrales. Daarbij zal de voorkeur moeten uitgaan naar duurzame bronnen zoals wind- en zonne-energie en waterkracht, maar we zullen niet zonder kernenergie kunnen. Die zal moeten opgewekt worden door het nieuwste type veilige centrales. De keuze van een land zal afhangen van de geografische ligging en de kosten van investeringen.
De opgave is om economische groei te doen samengaan met vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Voor deze ommezwaai zal niet op de markt kunnen gerekend worden, want het saldo van investering en opbrengst is op korte termijn te klein. Er zijn dus actieve regeringen nodig die met de juiste overheidsmaatregelen een economische groeigolf creëren. Daarvoor is internationale samenwerking en overeenstemming dringend noodzakelijk.
Nationaal beleid, hoe belangrijk ook, heeft nauwelijks invloed op wereldniveau, vindt Vermeend. Toch maakt hij een evaluatie van het energiebeleid in Nederland. Dat blijkt in een aantal opzichten helemaal niet zo verstandig. Hij stelt daarom een aantal goed uitgedachte maatregelen voor om in Nederland een groene economie te realiseren.
Intussen zijn er vier jaar verstreken en is dit werk in sommige opzichten wellicht niet meer actueel. Het wetenschappelijk onderzoek staat bovendien niet stil. Maar de problematiek is nog lang niet achterhaald, integendeel. De meeste huidige investeringen in energievoorziening zullen de wereld nog gedurende ettelijke tientallen jaren opzadelen met een massale uitstoot van koolstofdioxide. En veilige kerncentrales zullen waarschijnlijk pas over een paar tientallen jaren echt rendabel zijn.
In dit toegankelijk geschreven werk maakt Willem Vermeend u wegwijs in het klimaatprobleem en de maatregelen die zich opdringen. Hij toont aan waarom bepaalde oplossingen beter zijn dan andere en waarom ze niet toegepast worden. En op basis van de beschikbare kennis tekent hij een pakket realistische maatregelen uit om het klimaatprobleem doeltreffend aan te pakken.
© Minervaria Lees ook: Hans Bruyninck, directeur van het Europees Milieuagentschap over De uitdaging van de eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten