dinsdag 13 oktober 2009

Het morele instinct

VERPLAETSE, J., Het morele instinct. Over de natuurlijke oorsprong van onze moraal. A’dam, Uitg. Nieuwezijds, 2008, 331 pp. – ISBN 978 90 571 2281 1

Een concentratiekampbeul die thuis Bach beluistert en een toegewijde vader is. We kunnen er niet bij. Het hart van de duisternis (Jan De Laender) heeft echter vele spelonken. Mensen kunnen blijkbaar goed en liefdevol zijn en tegelijk slecht en wreed. Hoe valt dit te verklaren?

Het onderzoek naar de wortels van de moraal is niet nieuw (zie o.a. Matt Ridley, Frans de Waal 1996 en Frans de Waal 1998). De wetenschap staat echter niet stil en heeft intussen veel nieuwe gegevens opgeleverd. In dit boek verzamelt Jan Verplaetse wat we momenteel weten over de oorsprong en ontwikkeling van de moraal. Gedurende 15 jaar heeft hij als filosoof en moraalwetenschapper meegewerkt aan het interdisciplinair onderzoek naar onze morele vermogens.

Dit onderzoek heeft inmiddels zeer duidelijk gemaakt dat moraal natuurlijk is. Ze moet niet van buiten of bovenaf opgelegd worden want ze behoort tot de standaarduitrusting van de mens. Moraal wortelt in belangrijke mate in biologische, automatische en emotionele processen. Die zijn het resultaat van een evolutionaire geschiedenis waarin sociale cohesie of samenhang essentieel was voor het overleven van een kwetsbare soort. Een individuele mens is voor zijn overleven namelijk aangewezen op de groep. De evolutie heeft mensen de uitrusting verschaft om het belang van het individu te verzoenen met het belang van de gemeenschap. Moraal zegt ons welk gedrag goed is of slecht.

In verleden en heden moesten mensengroepen echter overleven onder verschillende omstandigheden. Die vereisen een ander soort gedrag van hun leden. Daarom hebben mensen in hun natuurlijke aanleg verschillende morele systemen meegekregen. Ze worden actief in de omstandigheden waarbinnen en waarvoor ze geëvolueerd zijn. Alle mensen beschikken over het vermogen om deze morele systemen in werking te stellen wanneer het nodig is. Ook moderne mensen in de Westerse samenleving hanteren een ander soort moraal naargelang de positie waarin ze verkeren of het standpunt dat ze innemen.

In zijn boek verkent Verplaetse deze morele systemen. Hij vertelt waarover ze gaan, legt hun evolutionaire, biologische en neurologische wortels bloot, waarvoor ze dienen en wat hun beperkingen zijn. Zo leren we hoe wij dank zij de hechtingsmoraal onze medemensen respecteren en vaak veel over hebben voor wie ons na aan het hart ligt. Verplaetse toont aan hoe de geweldmoraal ons hielp en helpt te overleven in een wereld vol bedreigingen. Hij verheldert hoe de reinigingsmoraal ons duidelijk maakt welk soort gedrag wij moeten afkeuren en vermijden. En tenslotte verklaart hij hoe de samenwerkingsmoraal vriendelijkheid en wederkerig dienstbetoon ondersteunt, maar tegelijk profitariaat bestraft.

Mensen moeten geen moeite doen om een moraal te verwerven. Omdat moraal gebaseerd is op instinctieve neigingen gaat het vanzelf. Morele systemen maken gebruik van een neurale basis die iedere mens aangeboren is. Ze werken intuïtief en worden gestuurd door emoties. Maar dit betekent niet dat we de ontwikkeling van moraal zonder meer aan dit natuurlijke proces kunnen overlaten.

Onze natuurlijke moraal kan immers niet dienen als maatstaf om goed van kwaad te onderscheiden. Daarvoor is ze te zeer gebonden aan de omstandigheden waarin ze ons overleven veilig stelt. Bepaald gedrag is misschien wel functioneel in bepaalde omstandigheden, maar wel moreel af te keuren. De natuurlijke moraal kan verklaren waarom mensen bepaald gedrag stellen, maar mag niet gebruikt worden als goedkeuring van immoreel gedrag.

Hoe de mens dan wel hoort te handelen wordt beantwoord door een vijfde moreel systeem, de beginselenmoraal. Die wordt door filosofen ethiek genoemd, omdat ze expliciet is en op rationele argumentatie steunt. Ethiek werkt met morele principes of beginselen. Hieruit worden rechten, vrijheden en verplichtingen afgeleid. Over die principes zijn mensen het natuurlijk niet eens, dus bestaan er uiteenlopende ethische theorieën. In het 5e hoofdstuk bespreekt Verplaetse bondig twee belangrijke ethische stromingen: het utilitarisme en de plichtenethiek. Hij verheldert ook de theorie over de morele ontwikkeling van Lawrence Kohlberg.

Omdat geen enkel moreel beginsel bindend is en iedere ethiek ook beperkingen heeft moet er voor concrete en verreikende ethische beslissingen extra geargumenteerd worden. Hij onderneemt een poging om de klassieke rechtvaardigingstoets uit de juridische context te vertalen en te verruimen naar ethische conflicten. Dit onderdeel was nagenoeg helemaal nieuw voor mij, en alhoewel een taaie brok, zeer leerrijk.

In het besluit weerlegt Verplaetse een paar mogelijke kritische bedenkingen op de visie van meervoudige moralen. Ze is immers geen ondersteuning voor moreel relativisme of een pleidooi voor de superioriteit van een bepaalde cultuur of samenleving.

Dat moraal natuurlijk is en in onze menselijke existentie ingebakken maakt haar bovendien niet star en onveranderlijk. Onze morele uitrusting blijkt zich net uitstekend te kunnen aanpassen aan de omstandigheden. Als we dus de voorkeur geven aan bepaalde emoties boven andere als leidraad voor moreel handelen, dan moeten we de samenleving zo inrichten dat deze emoties zo goed mogelijk tot uiting kunnen komen. Onze politieke en opvoedkundige keuzes maken dus echt wel verschil.

Johan Braeckman was terecht enthousiast in zijn voorwoord. Dit is een bijzonder waardevol boek. Verplaetse is een zeer erudiet man en een internationale autoriteit in zijn vakgebied. Hij slaagt er bovendien in dit toch ingewikkelde onderwerp inzichtelijk en begrijpelijk uit te leggen. De passages over de neurologische basis van de moraal zijn minder vlot verteerbaar. De lezer die dit te moeilijk vindt kan deze echter gerust overslaan want ze zijn niet essentieel om de gedachtegang te begrijpen.

Er is een uitgebreide literatuurlijst en een handig trefwoordenregister.

© Minervaria

Op zijn website The Moral Brain kunt u de vorderingen van de onderzoeksgroep van Jan Verplaetse volgen.

Geen opmerkingen: