donderdag 12 februari 2009

Een wereld van verschil

de JONG, S., Een wereld van verschil. Wat is er mis met cultuurrelativisme? A'dam, De Bezige Bij, 2008, 304 pp.

Sedert de aanslagen op het WTC hebben cultuurrelativisten de boter opgegeten. Zoals 'reactionair' en 'fascist' lange tijd een scheldwoord waren, is cultuurrelativisme bij nagenoeg alle debatten over het wel en vooral het wee van onze maatschappij de kop van jut. Overal zet de economische en culturele globalisering tradities en nationale culturen op losse schroeven. Internationale migratie, snelle veranderingen in de economie en de verschuiving van machtsconcentraties in de wereld roepen bij veel mensen de behoefte op aan duidelijke nationale en culturele identiteiten, die in één klap duidelijk maken 'wie wij zijn'.

Cultuurrelativisme is in Nederland – en in geheel Europa - een vies woord geworden en gelijkgesteld aan minachting voor de 'eigen' unieke Westerse waarden. Die zouden als vanzelfsprekend superieur zijn aan niet-westerse waarden. Het zou ons bovendien tot morele blindheid veroordelen en leiden tot de goedkeuring van gewelddadige praktijken als weduweverbranding, genitale verminking, steniging en het afhakken van handen.

Maar is dat wel zo? Geloven cultuurrelativisten echt dat een cultuur waarin vrouwen niet zonder mannelijke begeleiding op straat mogen even goed is als een cultuur die vrouwen gelijke rechten toekent? En leidt het idee dat culturen niet kunnen worden ingedeeld in een tweeluik van verlicht en achterlijk onvermijdelijk tot moreel nihilisme? Welke argumenten gebruiken aanhangers en tegenstanders van cultuurrelativisme voor het onderbouwen van hun standpunt? En hoe kunnen we in dit soms verhitte debat een genuanceerde positie innemen?

Sjoerd de Jong, filosoof en redacteur aan het NRC Handelsblad, houdt in dit boek een pleidooi voor herwaardering van het cultuurrelativisme. Hij wil vooral het begrip ontdoen van zijn onjuiste connotaties en in een correct daglicht plaatsen.

In het eerste deel analyseert de Jong het debat over nationale cultuur en cultuurrelativisme in Nederland sinds de Fortuynrevolte van 2002. Cultuurrelativisme zou een obstakel zijn voor nationale renovatie en de vorming van een nieuw cultureel zelfbeeld. Men verwijt de cultuurrelativisten dat zij hun eigen cultuur niet naar waarde schatten en zelfs verraden. Deze cultuurpolitieke retoriek heeft echter nog weinig te maken met een rationeel publiek debat. Ze wordt gedomineerd door een achterhaald, negentiende-eeuws culturalisme: het idee dat het gedrag van mensen naadloos te verklaren is uit één cultuur. Hierbij worden culturen opgevat als gesloten gehelen die massief tegenover elkaar staan. De verschillen tussen autochtonen en allochtonen, westerse en niet-westerse migranten, Nederlanders en moslims, modernen en achterlijken, worden gedefinieerd in overwegend culturele termen: hun cultuur is anders dan de onze, hun sociale achterstand en de problemen die daarmee samenhangen worden toegeschreven aan culturele factoren. Dit mocht de meerderheid van autochtonen, als slachtoffers van de politiek correcte elite, lange tijd niet benoemen. Vaak wordt cultuur ook zonder meer herleid tot etniciteit of religie.

Paradoxaal genoeg beleven we dus niet het failliet maar juist de triomf van een eenzijdige, culturalistische manier van denken over de samenleving. Goed gedocumenteerd en met zin voor humor legt de Jong de interne tegenstrijdigheden bloot in het discours van de critici van het cultuurrelativisme en de aanhangers van het cultuurnationalisme. Cultuurkritiek moet en is goed, maar zoals ze is doorgeschoten voegt ze niets toe.

In het tweede en omvangrijkste deel verdiept de Jong zich in de historische en filosofische achtergronden van het cultuurrelativisme. Cultuurrelativisme was aanvankelijk het belangrijkste wapen in de strijd tegen de dominantie van het rassendenken en etnocentrisme in de 19e eeuwse antropologie. Volgens Franz Boas, de grand old man van de moderne antropologie, bepaalden niet ras of biologische en erfelijke eigenschappen, maar sociale, historische en culturele factoren de verscheidenheid binnen de volkeren. Boas steunde op de empirische waarneming dat menselijke culturen grote onderlinge verschillen vertonen in hun praktische en theoretische omgang met de werkelijkheid. Maar hij was even overtuigd van de fundamentele eenheid van de menselijke soort.

In een grondig uitgewerkt en boeiend betoog legt de Jong uit hoe het begrip cultuur vanaf de 18e eeuw in het Europese en Amerikaanse denken is gekomen en vervolgens is geëvolueerd tot een gedemoraliseerd en gepolitiseerd begrip, analoog aan racisme. Boas was schatplichtig aan de ideeën van een stoet Europese filosofen over de eenheid en de verscheidenheid van de mensheid. Veel van zijn opvattingen vinden we al terug bij Johann Gottfried Herder. Deze mij tot dan toe onbekende, vaak verkeerd begrepen maar zeer interessante Duitse Verlichtingsfilosoof, kan beschouwd worden als de vader van het cultuurrelativisme. In latere tijden is het begrip door moderne filosofen waaronder David Wong en Michele Moody-Adams verder uitgewerkt en inhoudelijk verfijnd tot cultureel pluralisme.

Maar als we ervan uitgaan dat iedere cultuur een eigen intrinsieke waarde heeft en geen enkele cultuur 'beter' is dan een andere, wat doen we dan met de beoordeling van praktijken die onze morele afkeuring wekken? In één moeite door wordt immers aan cultuurrelativisten ook moreel relativisme verweten. Het meest adequate antwoord op dit probleem is een strikte wetshandhaving. In een multiculturele samenleving kunnen culturele praktijken die indruisen tegen de moderne noties van lichamelijke integriteit en vrijheid niet worden getolereerd. Maar dit hoeft geen afwijzing mee te brengen van de totale cultuur van de betrokken groep.

Voor zover een culturele praktijk of uiting geen harde inbreuk maakt op andermans vrijheid, kan een zekere onverschilligheid zelfs de aangewezen houding zijn. 'De publieke ruimte waar burgers elkaar ontmoeten moet niet worden gepolitiseerd tot een intellectueel slagveld, waarbij een hoofddoekje op een postkantoor al wordt gezien als een aanslag op de seculiere orde', aldus Sjoerd de Jong. Hiermee geeft hij blijk van een pragmatische kijk die veel onnodige conflicten zou voorkomen. Moraal heeft immers in de eerste plaats te maken met de dagelijkse praktijk van het samenleven en niet met morele noties die van buiten- of bovenaf worden opgelegd. Zie ook de Rijk.

Sjoerd de Jong verdedigt hiermee een pluralistisch of gematigd cultuurrelativisme. Hij neemt afstand van het radicale relativisme dat louter verschillen ziet tussen culturen, en eveneens van een dogmatisch universalisme dat één goed antwoord – hetzij religieus of seculier – dicteert op alle vragen. Een 'zuivere' cultuur bestaat immers niet, hooguit in de verbeelding van nationalistische bewegingen. Een multiculturele samenleving is bovendien voortdurend in ontwikkeling. Wie dus pasklare antwoorden verwacht op problemen zal altijd op zijn honger blijven zitten.

Het boek van de Jong biedt een grondige en doordachte analyse en fundering van gematigd en pluralistisch cultuurrelativisme. Hij kiest bovendien voor actief pluralisme. Dit gaat verder dan het passieve tolereren van andere culturen, maar omhelst de principiële erkenning van de gelijkwaardigheid van mensen en groepen van verschillende pluimage. In deze visie kan ik me zeer goed vinden. De lectuur van dit boek heeft mij een nog steviger onderbouwing hiervan verschaft. Ook al vertrekt de Jong van de Nederlandse realiteit, de kern van het probleem is zeer zeker ook in de Vlaamse te herkennen.

De vraag is welke boodschap de man/vrouw in de straat hieraan heeft. En dit is nu net de tuin waarin populistische politici wieden en harken. Want theorieën produceren over gelijkwaardigheid en erkenning van culturen is mooi, het ligt wel anders wanneer je je ontheemd gaat voelen in je eigen wijk omdat je het gevoel hebt in Istanboel of Marrakesh te wonen. Maar cultureel pluralisme is waarschijnlijk het enige realistische alternatief voor de multiculturele realiteit van de moderne samenleving.

© Minervaria

1 opmerking:

Anoniem zei

Lijkt een heel interessant boek. En is een heel interessante bespreking. Dank je wel, Ria!