HERMAN, E., Seks met de koning. Het verborgen verhaal van maîtresses aan de Europese vorstenhuizen. (Vert. Sex with Kings. 500 Years of Adultery, Power, Rivalry and Revenge) A'pen, Uitg. Manteau, 2007, 320 pp. – ISBN 978 90 223 2166 9
Aan het einde van de middeleeuwen verscheen schijnbaar plotseling de koninklijke minnares aan de Europese hoven. Toch hielden vorsten er al veel langer minnaressen op na. Maar na de val van het Romeinse Rijk werd de koninklijke zonde duizend jaar lang verborgen gehouden. Ze werd door de katholieke kerk gedoogd en node vergeven in de biechtstoel. Zo had Karel de Grote verschillende minnaressen van wie de naam niet bekend is. De koninklijke bastaarden, van wie we enkel kunnen vermoeden dat ze een moeder hadden, kregen een adellijke titel en land, dat er toen toch in overvloed was. Het grootste deel van de huidige Europese adel stamt af van de kinderen uit de verhouding van een koning en zijn minnares.
Van de zestiende tot de achttiende eeuw echter was de positie van koninklijke minnares bijna even officieel als die van de eerste minister. Het werd mode dat een vorst een maîtresse-en-titre had. Zelfs aan de bekrompen Duitse vorstendommen kwamen minnaressen in zwang. Koninklijke minnaressen kregen meestal een titel, een toelage, eerbewijzen en een invloedrijke positie aan het hof. Franse maîtressen als Diane de Poitiers, madame de Montespan en madame de Pompadour oefenden een politieke invloed uit die nergens in Europa geëvenaard werd.
De meeste koninklijke huwelijken in die tijd waren zo gruwelijk dat er ruimte ontstond voor koninklijke minnaressen. Een koninklijk huwelijk werd soms al tijdens de kindertijd van de partners uit politieke overwegingen gearrangeerd. Huwelijken tussen volle nichten en neven waren een middel om de macht en eigendommen binnen de familie te houden. Fysische en psychische ziekten binnen koninklijke families waren het gevolg van generaties inteelt. De koningin was eigenlijk niet meer dan een broedmachine voor 'bloedzuivere' nakomelingen. Al was er soms sprake van liefde tussen de koning en de koningin, daarin voorzagen meestal de minnaressen.
Ook al was overspel voor de kerk een zonde, het Vaticaan kon niet anders dan de situatie gedogen, want de paus en de kardinalen hielden er in die tijd zelf minnaressen op na. De Franse Revolutie maakte geen einde aan de koninklijke minnares, maar wel aan haar machtige positie. Pas laat in de twintigste eeuw is de gelijkheidsgedachte doorgedrongen tot in de koningshuizen. Al is het nog altijd niet vanzelfsprekend, prinsen en prinsessen huwen nu met de vrouw/man van hun keuze, ook al is die niet van adellijken bloede.
Op basis van dagboeken, brieven, rapporten en memoires uit het verleden, en hedendaagse biografieën en historisch onderzoek onthult Eleanor Herman, journaliste en bekende royaltyverslaggeefster, de soms tragische geschiedenis van de koninklijke minnaressen, vrouwen die liefhadden zonder perspectief. In een wereld van intriges en vleierijen waaruit zij elk moment konden worden verstoten, probeerden zij zich staande te houden aan het koninklijk hof. Sommigen onder hen hadden de koning oprecht lief, anderen maakten van hun positie vooral gebruik om zichzelf te verrijken en een hogere sociale positie te verwerven, en zich van een gouden appeltje voor de oude dag te verzekeren.
Herman belicht nagenoeg ieder aspect van het leven van de minnares: hoe ze de koning aan zich probeerde te binden, haar verhouding met de koningin, haar politieke invloed en wat er met haar kinderen – de koninklijke bastaards – gebeurde. Ook al was ze de favoriete van de koning, toch moest ze steeds waakzaam zijn voor haar positie. Op ieder moment kon ze afgedankt worden en ingeruild voor een jonger of mooier exemplaar. De minnares was vaak voorwerp van spot en bliksemafleider voor de gespannen verhouding tussen het volk en de koning.
Het spreekt vanzelf dat de meeste minnaressen probeerden op zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk profijt te trekken uit hun bevoorrechte positie. Hun pogingen hadden wisselend succes, want een minnares had veel geldverslindende sociale verplichtingen. Tenslotte krijgen we te horen hoe het hen verging nadat ze door de koning waren 'afgevoerd'.
Eleanor Herman gunt ons bovendien een blik in de geheime huishouding van de koninklijke hoven in een periode waarin de vorst nog een absoluut heerser was. We krijgen een beeld van de mentaliteit en de voor moderne mensen vreemde gebruiken en gewoonten aan het hof, waar mannen de scepter zwaaiden en vrouwen hen met vaak zeer verfijnde listen manipuleerden.
Ze schreef een goed gedocumenteerd en bijwijlen ontroerend verhaal over een vergeten aspect van de geschiedenis. Vrouwen werden doorheen de eeuwen naar keuken en kinderkamer verwezen. Slechts uitzonderlijk was een vrouw meer dan hulpje en accessoire van de man. Voor sommigen onder hen was het bed van de koning een kans om uit die schaduw te treden.
Aan de meeste koninklijke minnaressen werden geen herinneringen bewaard. Ze leefden in een tijd waaruit geschreven bronnen ontbreken of hadden slechts een korte affaire met hun heer. Enkelen onder hen hebben de geschiedenis overleefd, zij het niet zonder het stempel van de moraalridders van hun en onze tijd. In haar boek doet Eleanor Herman aan een soort eerherstel. Haar verhaal gaat over intriges en inhaligheid, over rijzende sterren en ongenadige afgang, maar ook over onbaatzuchtige liefde en berouw.
Het boek is zeer vlot geschreven en laat zich lezen als een roman.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten