vrijdag 30 juni 2006

Een regenboog ontrafelen

DAWKINS, R., Een regenboog ontrafelen. Over wetenschap, waanideeën en wonderen. (Vert. Unweaving the rainbow) A'dam/A'pen, Uitg. Contact, 1999, 303 pp. – ISBN 90 254 2265 9

Dit toch al wat oudere boek heeft nog niets aan actualiteit ingeboet. Nog steeds wordt de natuurwetenschappen verweten dat ze het leven de warmte ontneemt die het de moeite waard maakt. Sommige mensen zwelgen in het mysterieuze en voelen zich genomen en bestolen als het wordt verklaard. Iemand die een mysterie wegredeneert wordt als spelbreker beschouwd.

In dit boek wil Richard Dawkins aantonen dat wetenschap voortvloeit uit dezelfde poëtische verwondering die ook dichters inspireert. Paranormaliteit en pseudo-wetenschap maken misbruik van het verlangen van de mens naar poëzie en mysterie, door miskenning van het wonder van de werkelijkheid. Volgens Dawkins is een ordelijk universum, dat onverschillig staat tegenover menselijke beslommeringen en waarin alles een verklaring heeft, ook al is die nog niet gevonden, veel mooier en verrukkelijker dan een universum met verraderlijke, grillige gelegenheidsmagie.

In de eerste hoofdstukken betoogt D. hoe de wetenschappelijke verklaring van de regenboog, in tegenstelling tot wat sommige dichters verwijten, geen afbreuk heeft gedaan aan de wonderlijke schoonheid ervan. Integendeel, ze heeft aanleiding gegeven tot de spectrometrie, waarmee wij het heelal geheimen hebben kunnen ontfutselen, die we anders nooit hadden kunnen verwerven.

Als de werkelijkheid op zich zo wonderlijk is, waarom blijven zoveel mensen dan toch bijgelovig en laten ze zich liever in met pseudo-wetenschap dan met echte wetenschap? Dawkins vindt een verklaring in de – deels nuttige - neiging van mensen om personen met gezag blindelings te vertrouwen, en in onze intuïtieve statistiek (zie ook Palmarini).

Maar ook de wetenschap zelf geeft naar zijn mening aanleiding tot nepromantiek. Vaak worden slechte metaforen gebruikt om natuurlijke processen begrijpelijk te maken. Mensen laten zich dan leiden door deze vergelijkingen en houden er een foutief begrip aan over van de werkelijkheid. Dit is o.a. het geval bij wetenschappers in de evolutietheorie en de ecologie (de Gaia-hypothese). Deze geven voeding aan pseudo-wetenschap, die de mensen misleidt.

In de laatste hoofdstukken biedt hij middels 4 interessante thema's uit zijn eigen vakgebied weerwerk aan het gebruik van deze slechte metaforen in de wetenschap zelf. Hij doet dit enerzijds door de ontkrachting van slechte metaforen, anderzijds door de presentatie van volgens hem goede metaforen. Deze hoofdstukken zijn echt pareltjes van wetenschappelijk redeneren.

Toch merk ik een zekere vooringenomenheid: de metaforen van andere onderzoekers (S.J. Gould en L. Margulis) worden daarbij als slecht afgedaan, de eigen vondsten (o.a. zelfzuchtige genen) dan weer als voorbeelden van een correct gebruik van metaforen. Wie bijvoorbeeld het boek van Margulis leest, merkt echter dat zij daar uitdrukkelijk vermeldt hoe de Gaia-hypothese al dan niet geïnterpreteerd dient te worden.

De conclusie dient volgens mij te zijn dat wetenschappers heel goed moeten opletten met de presentatie van hun theorieën, en zich altijd moeten afvragen waarom zij bepaalde metaforen willen gebruiken. Vaak zitten daar niet-wetenschappelijke redenen achter (bv. de verteerbaarheid van een theorie, maar ook de eigen populariteit), die de nodige kritiek behoeven. Dawkins had beter meteen een pleidooi gehouden tegen het gebruik van metaforen in de wetenschap, want wat daarbij goed of slecht gevonden wordt is toch grotendeels van subjectieve maatstaven afhankelijk.

Ondanks voorgaande kritiek vind ik het een interessant boek, met veel herkenningspunten enerzijds en veel leerrijke informatie anderzijds. Het boek heeft ook een degelijke bronnenlijst en een handig register.
Soms, en zeker in de laatste hoofdstukken, stelde ik mij de vraag wat het betrokken onderwerp nog met het doel van het werk te maken heeft. De inhoud boeide mij echter zo sterk dat ik dit zeker geen bezwaar vond. Maar ik ben natuurlijk 'bevooroordeeld', mij hoeft Dawkins niet meer te overtuigen. De vraag is of hij erin zou slagen zijn doelpubliek te overhalen om anders naar wetenschap te kijken.

© Minervaria

Geen opmerkingen: