VAN DEN WIJNGAERT, M. (Ed.), België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2004, 317 pp. – ISBN 90 02 21440 5
Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger België binnen. Het was het begin van een bezetting die vier bange en lange jaren zou duren. Pas in september 1944 werd het Belgische grondgebied door geallieerde troepen bevrijd. De bezetting ligt inmiddels meer dan zestig jaar achter ons, maar de discussies en conflicten erover zijn nog lang niet verstild.
Vooral de aard, omvang en achtergronden van collaboratie en verzet en van de repressie na de oorlog doen de passies op gezette tijden oplaaien. Mythes die tijdens of onmiddellijk na de bezetting waren gevormd houden taai stand. De werkelijkheid is echter veel genuanceerder. In dit boek plaatsen de auteurs, allen geschiedkundigen en gespecialiseerd in één van de aspecten van de bezettingsgeschiedenis van België, de feiten in hun context.
Ze maken duidelijk dat de inval van de Duitsers, alhoewel overrompelend, voor de regering en bevolking geen echte verrassing was. Reeds in de late jaren dertig was men volop bezig met de bouw of versterking van verdedigingsbolwerken. Die was echter op maat gesneden van de Eerste Wereldoorlog en dat bleek een misrekening.
De Duitse overwinning zaaide verdeeldheid bij de leiding van het land. Er ontstond een conflict tussen de koning en de regering, die in ballingschap vertrok naar Groot-Brittannië. Tijdens de bezetting werd het land geregeerd door een Belgisch bestuur dat steeds compromissen moest maken met het Duitse militaire bestuur. Vanuit eigen motieven kozen ze beiden voor de weg van het minste kwaad.
De bezetting veranderde de maatschappelijke verhoudingen in België op uiteenlopende manieren. De oorlogssituatie zorgde bovendien voor een zeer specifieke economische context. Ook de economische elite wilde deze periode zonder al teveel kleerscheuren doorkomen. Daardoor groeiden er heel nieuwe verhoudingen tussen werkgevers en werknemers. Ze zouden de basis leggen voor de sociale zekerheid die wij nu zo vanzelfsprekend vinden.
Intussen probeerde de bevolking zich zo goed en zo kwaad als het ging aan de nieuwe situatie aan te passen. De mensen wilden de oorlog, met de rantsoenering, het voedselgebrek en de opeising van arbeidskrachten door de Duitse bezetter, vooral overleven. Organisaties van verschillende pluimage namen initiatieven om mensen te helpen onderduiken en bijstand te verlenen aan gezinnen.
Daarbij speelde de katholieke kerk een vooraanstaande rol. Om haar positie veilig te stellen tegenover een bezetter die uitgesproken antireligieus was, koos ook zij voor de minste weerstand. Dat stelde haar in staat voor de gewone man te blijven opkomen. Ze heeft er tevens voor gezorgd dat een aanzienlijk aantal joodse burgers, vooral kinderen, de dodendans kon ontspringen. Ook talloze Belgen hebben op gevaar voor eigen leven mensen helpen onderduiken.
Voor een minderheid bracht de bezetting immers extra ellende mee. De helft van de Belgische joden kwam om in Duitse concentratiekampen en een aanzienlijk aantal mensen maakte kennis met een nietsontziend repressief regime dat zich uiterst onverdraagzaam opstelde tegenover iedereen die zich niet bij de situatie neerlegde.
Een andere minderheid maakte duidelijke politieke keuzes. Aan de ene kant was er een groep die om uiteenlopende redenen met de Duitsers ging samenwerken. Aan de andere kant bevonden zich verschillende groeperingen die de bezettingsmacht op vaak heroïsche manieren probeerden te bestrijden. De collaboratie en het verzet vormen nog altijd splijtzwammen in het huidige België, temeer omdat zij van meet af aan communautair gekleurd waren. Toch blijkt de situatie veel minder zwart-wit dan soms graag wordt voorgesteld. Niettemin was de repressie na de bevrijding ongemeen hard.
Wie deze periode zelf heeft meegemaakt zal veel zaken zeker herkennen. Andere zullen wellicht nieuw zijn. Voor mij, uit de naoorlogse generatie, was het een zeer leerrijke kennismaking met de complexe politieke en maatschappelijke verhoudingen in een periode die ik gelukkig niet heb moeten meemaken. Ik heb een scherper inzicht gekregen in de achtergrond van strijdpunten die nog steeds brandend actueel zijn in het land.
Het boek voldoet aan alle voorwaarden voor een wetenschappelijk verantwoorde publieksuitgave. Er is een lijst met afkortingen, een uitgebreide bibliografie, een namen- en zakenregister en een biografie van de auteurs. De verschillende bijdragen zijn in doorsnee vlot te lezen, alhoewel het vaak niet eenvoudig is om tussen de bomen het bos nog te zien. Dat betekent echter dat de auteurs in hun opzet geslaagd zijn. Hun overzicht van de situatie in België tijdens de Tweede Wereldoorlog kenmerkt zich door nuance en veelzijdigheid.
© Minervaria
Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger België binnen. Het was het begin van een bezetting die vier bange en lange jaren zou duren. Pas in september 1944 werd het Belgische grondgebied door geallieerde troepen bevrijd. De bezetting ligt inmiddels meer dan zestig jaar achter ons, maar de discussies en conflicten erover zijn nog lang niet verstild.
Vooral de aard, omvang en achtergronden van collaboratie en verzet en van de repressie na de oorlog doen de passies op gezette tijden oplaaien. Mythes die tijdens of onmiddellijk na de bezetting waren gevormd houden taai stand. De werkelijkheid is echter veel genuanceerder. In dit boek plaatsen de auteurs, allen geschiedkundigen en gespecialiseerd in één van de aspecten van de bezettingsgeschiedenis van België, de feiten in hun context.
Ze maken duidelijk dat de inval van de Duitsers, alhoewel overrompelend, voor de regering en bevolking geen echte verrassing was. Reeds in de late jaren dertig was men volop bezig met de bouw of versterking van verdedigingsbolwerken. Die was echter op maat gesneden van de Eerste Wereldoorlog en dat bleek een misrekening.
De Duitse overwinning zaaide verdeeldheid bij de leiding van het land. Er ontstond een conflict tussen de koning en de regering, die in ballingschap vertrok naar Groot-Brittannië. Tijdens de bezetting werd het land geregeerd door een Belgisch bestuur dat steeds compromissen moest maken met het Duitse militaire bestuur. Vanuit eigen motieven kozen ze beiden voor de weg van het minste kwaad.
De bezetting veranderde de maatschappelijke verhoudingen in België op uiteenlopende manieren. De oorlogssituatie zorgde bovendien voor een zeer specifieke economische context. Ook de economische elite wilde deze periode zonder al teveel kleerscheuren doorkomen. Daardoor groeiden er heel nieuwe verhoudingen tussen werkgevers en werknemers. Ze zouden de basis leggen voor de sociale zekerheid die wij nu zo vanzelfsprekend vinden.
Intussen probeerde de bevolking zich zo goed en zo kwaad als het ging aan de nieuwe situatie aan te passen. De mensen wilden de oorlog, met de rantsoenering, het voedselgebrek en de opeising van arbeidskrachten door de Duitse bezetter, vooral overleven. Organisaties van verschillende pluimage namen initiatieven om mensen te helpen onderduiken en bijstand te verlenen aan gezinnen.
Daarbij speelde de katholieke kerk een vooraanstaande rol. Om haar positie veilig te stellen tegenover een bezetter die uitgesproken antireligieus was, koos ook zij voor de minste weerstand. Dat stelde haar in staat voor de gewone man te blijven opkomen. Ze heeft er tevens voor gezorgd dat een aanzienlijk aantal joodse burgers, vooral kinderen, de dodendans kon ontspringen. Ook talloze Belgen hebben op gevaar voor eigen leven mensen helpen onderduiken.
Voor een minderheid bracht de bezetting immers extra ellende mee. De helft van de Belgische joden kwam om in Duitse concentratiekampen en een aanzienlijk aantal mensen maakte kennis met een nietsontziend repressief regime dat zich uiterst onverdraagzaam opstelde tegenover iedereen die zich niet bij de situatie neerlegde.
Een andere minderheid maakte duidelijke politieke keuzes. Aan de ene kant was er een groep die om uiteenlopende redenen met de Duitsers ging samenwerken. Aan de andere kant bevonden zich verschillende groeperingen die de bezettingsmacht op vaak heroïsche manieren probeerden te bestrijden. De collaboratie en het verzet vormen nog altijd splijtzwammen in het huidige België, temeer omdat zij van meet af aan communautair gekleurd waren. Toch blijkt de situatie veel minder zwart-wit dan soms graag wordt voorgesteld. Niettemin was de repressie na de bevrijding ongemeen hard.
Wie deze periode zelf heeft meegemaakt zal veel zaken zeker herkennen. Andere zullen wellicht nieuw zijn. Voor mij, uit de naoorlogse generatie, was het een zeer leerrijke kennismaking met de complexe politieke en maatschappelijke verhoudingen in een periode die ik gelukkig niet heb moeten meemaken. Ik heb een scherper inzicht gekregen in de achtergrond van strijdpunten die nog steeds brandend actueel zijn in het land.
Het boek voldoet aan alle voorwaarden voor een wetenschappelijk verantwoorde publieksuitgave. Er is een lijst met afkortingen, een uitgebreide bibliografie, een namen- en zakenregister en een biografie van de auteurs. De verschillende bijdragen zijn in doorsnee vlot te lezen, alhoewel het vaak niet eenvoudig is om tussen de bomen het bos nog te zien. Dat betekent echter dat de auteurs in hun opzet geslaagd zijn. Hun overzicht van de situatie in België tijdens de Tweede Wereldoorlog kenmerkt zich door nuance en veelzijdigheid.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten