maandag 8 maart 2021

De tirannie van verdienste

Image


SANDEL, M., De tirannie van verdienste. Over de toekomst van de democratie (Vert. The Tyranny of Merit, 2020) Utrecht, Uitg. Ten Have, 2020, 365 pp. – ISBN 978 90 259 0750 1

Een CEO van de bel20 verdient 6.533 euro per dag. Voor datzelfde bedrag moeten de meeste mensen meer dan drie maanden werken. Hoezo kun je rijk worden "als je maar hard genoeg werkt"? Michael Sandel, hoogleraar politieke wetenschappen aan Harvard University, heeft er een duidelijke visie over.

In de voorbije veertig jaar is het ongenuanceerde marktdenken nagenoeg overal ter wereld de overheersende ideologie geworden. Alles werd een zaak van vraag en aanbod met rampzalige gevolgen voor de gewone mens. De ongelijkheid is schrikbarend toegenomen. Tot overmaat van ramp hebben de centrumlinkse partijen kritiekloos het discours van de markt omarmd. 

Het allesoverheersende geloof in de markt trok de sociale verhoudingen scheef en bevorderde een meritocratische mentaliteit. Als je maar hard genoeg werkt, kun je alles bereiken, luidt het devies. Wie het ‘maakt’ in het leven heeft dit dus verdiend. Succes en mislukking werden de graadmeter voor verdienste, arbeid heeft aan waardigheid ingeboet. Mensen uit de arbeidersklasse hebben aan economische en culturele status ingeleverd en veel mensen hebben het gevoel dat de elites op hen neerkijken.

Op zich is er natuurlijk niets mis met de vrije markt, noch met verdienste. Als je hard werkt voor iets, dan heb je het ook verdiend om ervoor beloond te worden. Het wordt echter een probleem als we gaan denken dat we onze successen op eigen kracht behaald hebben. Er zijn zoveel factoren die het al dan niet mogelijk maken om succes te boeken. Is het werkelijk je eigen verdienste dat je toevallig over de talenten beschikt waaraan een marktsamenleving waarde hecht?

In een dergelijke context is loon naar verdienste een vorm van tirannie, van onrechtvaardigheid. De tirannie van verdienste feliciteert de winnaars en kleineert de verliezers. De rol van het lot, tegenslag en toeval wordt volledig genegeerd. Aan verdienste wordt een moreel kaartje gehangen. Wie goed presteert heeft dit aan zichzelf te danken, wie mislukt heeft het eveneens aan zichzelf te danken. 

Het gevolg is dat wie bovenaan de maatschappelijke ladder belandt, inderdaad gaat geloven dat dit succes verdiend is. En diegenen die geen succes kennen, raken ervan overtuigd dat ze hun falen helemaal aan zichzelf te danken hebben. Het meritocratisch geloof stapelt de ene belediging op de andere. Zo worden diploma's en certificaten systematisch overgewaardeerd, waardoor de handarbeiders en het kantoorpersoneel steeds minder aanzien genieten.

De overheid, die het zou moeten opnemen voor de gewone burger en solidariteit en samenhang zou moeten bevorderen, heeft grandioos gefaald. De gestage uitholling van de maatschappelijke status van mensen die niet gestudeerd hebben of het niet ‘gemaakt’, heeft fundamenteel wantrouwen bij de burger veroorzaakt. De populistische onvrede wortelt in moreel ressentiment tegen diegenen die ‘onverdiend’ profiteren van de mondialisering. 

Hoe geraken we daaruit? Hoe kan de tirannie van verdienste overwonnen worden zonder die verdienste op zich af te schuiven? We moeten op een andere manier gaan denken over succes, zegt Sandel. Hij werkt dit uit voor twee concrete thema’s, onderwijs en waardig werk.

Er moet weer waardering komen voor andere vormen van onderwijs dan universiteit. De overwaardering van diploma's ondergraaft de maatschappelijke erkenning van en achting voor mensen die daar niet over beschikken. Mensen mét diploma zijn dan weer geneigd om neer te kijken op zij die er geen hebben. En de laatsten worden nauwelijks vertegenwoordigd in de beleidsorganen van de politiek. 

Een hervorming van de belastingen zou kunnen bijdragen tot een herwaardering van werk. Door belasting op werk wordt de waarde van werk immers aangetast en werknemers krijgen een steeds kleiner deel van de koek die ze helpen produceren. Belastingen zouden zich moeten verhouden tot de bijdrage aan het algemeen welzijn. Financiële transacties zouden dus zwaarder belast moeten worden, arbeid minder zwaar. 

Ongenadig fileert Michael Sandel de meritocratische samenleving van de voorbije veertig jaar. Zijn discours is vooral toegesneden op de Angelsaksische landen, waar het marktdenken het zwaarst heeft toegeslagen. In Europa is dit, hoewel minder desastreus, echter in vele opzichten ook van toepassing. Het succes van de populistische partijen zegt voldoende.

Sandel is niet de enige die de uitwassen van de doorgedreven neoliberalisering aan de kaak stelt en een gelijkaardige analyse maakt. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de politiek dit nog steeds niet lijkt door te hebben. Misschien is het toch niet zo verbazend, aangezien mensen zonder universitair diploma nauwelijks vertegenwoordigd worden in de beleidsorganen van de politiek. 

Dit boek legt ongenadig de vinger op de neoliberale wonde. Veel inzichten waren niet echt nieuw voor mij, maar Sandel legt interessante verbanden en maakt er een samenhangend en degelijk onderbouwd geheel van.

©  Minervaria

 

 

 

Geen opmerkingen: