MERTENS, P., Hoe durven ze? De euro, de crisis en de grote hold-up. Berchem, Uitg. EPO vzw, 2012 (4e dr.), 351 pp. – ISBN 978 94 91297 13 7
Met deze uitspraak van de Vlaamse zanger die in het Frans zong, besluit Peter Mertens zijn boek. Wat de voorzitter van de (Belgische) PVDA beweegt is verontwaardiging. Verontwaardiging over de groeiende ongelijkheid en armoede, de onrustwekkende stijging van de jeugdwerkloosheid en de afbraak van de sociale zekerheid in Europa. Verontwaardiging ook over het tekort schieten van de democratische instellingen om de uitwassen te begrenzen van het op hol geslagen kapitalisme, dat drijft op de hebzucht van de financiële wereld en steenrijke industriëlen.
In dit boek maakt Peter Mertens duidelijk hoe in alle lidstaten van Europa de bankenwereld en grote ondernemingen het laken steeds meer naar hun kant trekken. Omdat ze beschikken over macht en geld slagen ze erin om de politici naar hun pijpen te laten dansen. Belastingontduiking en ongebreidelde verrijking kunnen ze regelen door fiscale hoogstandjes in wetten te laten gieten.
Terwijl banken en speculanten hun rijkdom tot absurde hoogtes kunnen laten stijgen worden de kosten daarvan op de overheid afgewenteld. Zo draait de gewone man op voor de miskleunen en verliezen van de roekeloze handel en wandel van het grootkapitaal en de multinationals. De slaafse politici praten hem vervolgens aan dat hij op te grote voet leeft en moet bezuinigen op basisgoederen.
Zij halen de mosterd bij ideologieën die hebzucht en egoïsme verheerlijken, tomeloze ambitie verafgoden en iedereen verantwoordelijk maken voor het eigen levenslot. Voor brute pech wil men nog wel een uitzondering maken, maar verder heeft iemand tegenspoed in het leven helemaal aan zichzelf te danken. Op sociale voorzieningen kan dus fors bespaard worden.
In tijden van crisis zoekt de in het nauw gedreven burger in nagenoeg alle landen van Europa zijn toevlucht in het nationalisme. Dat maakt het probleem echter alleen maar erger. Een kritische en ontnuchterende analyse leert dat het nationalisme mensen een rad voor de ogen draait en juist in de kaart speelt van het grootkapitaal. Overal waar nationalisme en rechts-conservatisme winnen is uitsluiting aan de orde van de dag en de gewone man de pineut.
De kapitalistische economie loopt vast omdat dit ingebakken zit in het systeem zelf, aldus Peter Mertens. We gaan van zeepbel naar zeepbel omdat de industriële en financiële sector met elkaar vergroeid zijn. Het heeft geleid tot een diepe samenlevingscrisis met een gapende kloof tussen exuberante overvloed en schrijnend tekort. En de balans van de rechtse maatregelen is ronduit bedroevend. De ongelijkheid is alleen maar groter geworden.
Bij deze verontrustende evoluties wil Peter Mertens zich niet neerleggen. Wat is dan het alternatief? Waar moeten we wel naartoe? Hoe ziet een wenselijke samenleving er dan uit? In het laatste hoofdstuk legt hij uit hoe de rijkdom rechtvaardiger verdeeld kan worden zodat de basisgoederen voor iedereen verzekerd kunnen worden. Economie gaat immers in de eerste plaats over behoeftebevrediging van mensen en niet over geld verzamelen.
Natuurlijk is het betoog van Peter Mertens ideologisch gekleurd en wellicht worden een aantal wantoestanden extra in de verf gezet. Ook het gebruik van particuliere voorbeelden werkt niet echt overtuigend. En zijn voorstellen voor een alternatieve samenleving blijven jammer genoeg algemeen en vaag. Maar de uiteenzetting over de ideologieën achter het doorgedraaide kapitalistische systeem is dan weer zeer verhelderend, evenals het hoofdstuk waarin Mertens de schijnoplossing van het nationalisme fileert.
Wie dit boek afwijst als een soort communistisch manifest maakt het zich te gemakkelijk. Want men kan niet om de feiten heen en die zijn al te vaak onthutsend. De tekst is zeer inzichtelijk geschreven en in begrijpelijke taal.
© Minervaria
“De grootste vorm van waanzin is de wereld te accepteren zoals hij is en niet te strijden voor een wereld zoals hij zou moeten zijn.”
Jacques Brel
Jacques Brel
Met deze uitspraak van de Vlaamse zanger die in het Frans zong, besluit Peter Mertens zijn boek. Wat de voorzitter van de (Belgische) PVDA beweegt is verontwaardiging. Verontwaardiging over de groeiende ongelijkheid en armoede, de onrustwekkende stijging van de jeugdwerkloosheid en de afbraak van de sociale zekerheid in Europa. Verontwaardiging ook over het tekort schieten van de democratische instellingen om de uitwassen te begrenzen van het op hol geslagen kapitalisme, dat drijft op de hebzucht van de financiële wereld en steenrijke industriëlen.
In dit boek maakt Peter Mertens duidelijk hoe in alle lidstaten van Europa de bankenwereld en grote ondernemingen het laken steeds meer naar hun kant trekken. Omdat ze beschikken over macht en geld slagen ze erin om de politici naar hun pijpen te laten dansen. Belastingontduiking en ongebreidelde verrijking kunnen ze regelen door fiscale hoogstandjes in wetten te laten gieten.
Terwijl banken en speculanten hun rijkdom tot absurde hoogtes kunnen laten stijgen worden de kosten daarvan op de overheid afgewenteld. Zo draait de gewone man op voor de miskleunen en verliezen van de roekeloze handel en wandel van het grootkapitaal en de multinationals. De slaafse politici praten hem vervolgens aan dat hij op te grote voet leeft en moet bezuinigen op basisgoederen.
Zij halen de mosterd bij ideologieën die hebzucht en egoïsme verheerlijken, tomeloze ambitie verafgoden en iedereen verantwoordelijk maken voor het eigen levenslot. Voor brute pech wil men nog wel een uitzondering maken, maar verder heeft iemand tegenspoed in het leven helemaal aan zichzelf te danken. Op sociale voorzieningen kan dus fors bespaard worden.
In tijden van crisis zoekt de in het nauw gedreven burger in nagenoeg alle landen van Europa zijn toevlucht in het nationalisme. Dat maakt het probleem echter alleen maar erger. Een kritische en ontnuchterende analyse leert dat het nationalisme mensen een rad voor de ogen draait en juist in de kaart speelt van het grootkapitaal. Overal waar nationalisme en rechts-conservatisme winnen is uitsluiting aan de orde van de dag en de gewone man de pineut.
De kapitalistische economie loopt vast omdat dit ingebakken zit in het systeem zelf, aldus Peter Mertens. We gaan van zeepbel naar zeepbel omdat de industriële en financiële sector met elkaar vergroeid zijn. Het heeft geleid tot een diepe samenlevingscrisis met een gapende kloof tussen exuberante overvloed en schrijnend tekort. En de balans van de rechtse maatregelen is ronduit bedroevend. De ongelijkheid is alleen maar groter geworden.
Bij deze verontrustende evoluties wil Peter Mertens zich niet neerleggen. Wat is dan het alternatief? Waar moeten we wel naartoe? Hoe ziet een wenselijke samenleving er dan uit? In het laatste hoofdstuk legt hij uit hoe de rijkdom rechtvaardiger verdeeld kan worden zodat de basisgoederen voor iedereen verzekerd kunnen worden. Economie gaat immers in de eerste plaats over behoeftebevrediging van mensen en niet over geld verzamelen.
Natuurlijk is het betoog van Peter Mertens ideologisch gekleurd en wellicht worden een aantal wantoestanden extra in de verf gezet. Ook het gebruik van particuliere voorbeelden werkt niet echt overtuigend. En zijn voorstellen voor een alternatieve samenleving blijven jammer genoeg algemeen en vaag. Maar de uiteenzetting over de ideologieën achter het doorgedraaide kapitalistische systeem is dan weer zeer verhelderend, evenals het hoofdstuk waarin Mertens de schijnoplossing van het nationalisme fileert.
Wie dit boek afwijst als een soort communistisch manifest maakt het zich te gemakkelijk. Want men kan niet om de feiten heen en die zijn al te vaak onthutsend. De tekst is zeer inzichtelijk geschreven en in begrijpelijke taal.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten