ANNAN, K., Interventies. Een leven met oorlog en vrede. (Vert. Interventions, 2012) A’dam/A’pen, Uitg. Atlas Contact, 2012, 448 pp. – ISBN 978 90 254 3291 1
Op 31 december 2006 eindigde de tweede ambtstermijn van Kofi Annan als secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Op dat moment had hij in totaal vier decennia voor de Verenigde Naties gewerkt, waaronder 10 jaar als secretaris-generaal. Voor zijn bijdrage aan de wereldvrede werd hem in 2001, samen met de Verenigde Naties, de Nobelprijs voor de vrede toegekend.
In dit boek kijkt hij terug op zijn missie aan de hand van enkele van de ernstigste crisissituaties en vraagstukken waarmee hij als secretaris-generaal te maken had. Als bemiddelaar heeft hij ontelbare branden moeten blussen. Zijn hoofddoel was echter het bewerkstelligen van een daadwerkelijk wereldomvattende vrede. Daarover had hij reeds duidelijke opvattingen ontwikkeld in de periode voor hij secretaris-generaal was.
Als functionaris was hij getuige hoe de Verenigde Naties niet in staat waren om te verhinderen dat in Rwanda en Bosnië de bevolking op een uiterst gruwelijke manier werd uitgemoord. Een interventie werd door veel landen beschouwd als een ongeoorloofde inmenging in de aangelegenheden van een soevereine staat. Kofi Annan heeft de Verenigde Naties resoluut op een ander spoor gezet. Ze mochten niet meer lijdzaam toekijken hoe de regering van een land zich keerde tegen de eigen burgers.
De echte grenzen van tegenwoordig liggen immers niet meer tussen landen. Ze bevinden zich tussen de machtigen en de machtelozen, de vrijen en de onderdrukten, de bevoorrechten en degenen die in vernederende omstandigheden moeten leven. In die nieuwe wereldorde zijn de uitdagingen voor de internationale gemeenschap ingrijpend veranderd. De dominante conflictvorm speelt zich niet meer tussen maar binnen staten af, in de vorm van uitermate complexe burgeroorlogen. Daarin worden vaak op grote schaal gruwelijke schendingen van de meest elementaire mensenrechten begaan.
Onder de inspirerende leiding van Kofi Annan zijn de Verenigde Naties geëvolueerd tot een forum waar regeringen ter verantwoording geroepen kunnen worden voor hun gedrag tegenover de eigen burgers. Ze zijn de waakhond geworden over de naleving van mensenrechten over de hele wereld. En het besef is gegroeid dat interventie in de politiek van een land in geval van grove mensenrechtenschendingen niet alleen noodzakelijk maar ook gewettigd is.
Daarmee heeft Kofi Annan een morele dimensie gegeven aan de betrokkenheid van de VN bij de conflicten in de wereld. De internationale gemeenschap heeft een zorgplicht tegenover alle mensen om levens te redden en de mensenrechten te verdedigen. Zo staat de oprichting van het Internationaal Strafhof op zijn conto. Dat kan plegers van grove mensenrechtenschendingen te allen tijde ter verantwoording roepen. Het dient tevens als afschrikmiddel voor hen die overwegen om zich eraan te buiten te gaan.
De strijd voor de wereldvrede omvat volgens Kofi Annan evenzeer de strijd tegen armoede en voor het halen van de millenniumdoelen en de strijd tegen aids. Als secretaris-generaal heeft hij de basis gelegd voor een sterke internationale rechtsorde, waarmee ontplooiing en welvaart binnen het bereik van meer mensen komen. Er zijn instituten opgericht die moeten waken over de bescherming van mensen die lijden of worden uitgebuit zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen.
De memoires van een befaamde wereldleider geven een unieke en genuanceerde inkijk in de interne keuken van de internationale politiek. Ze geven meer bepaald een beeld uit de eerste hand van het reilen en zeilen en van de logge besluitvorming in de VN. Men kan alleen maar ontzag hebben voor de behoedzame en zorgvuldige, maar tevens doortastende diplomatie van Kofi Annan, een internationale politicus met een fundamenteel democratische grondhouding en uitgangspunten.
Dit uitermate boeiende werk laat zich zeer vlot lezen en is zodoende een onversneden aanrader voor iedereen met interesse voor de moderne internationale politiek.
© Minervaria
Op 31 december 2006 eindigde de tweede ambtstermijn van Kofi Annan als secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Op dat moment had hij in totaal vier decennia voor de Verenigde Naties gewerkt, waaronder 10 jaar als secretaris-generaal. Voor zijn bijdrage aan de wereldvrede werd hem in 2001, samen met de Verenigde Naties, de Nobelprijs voor de vrede toegekend.
In dit boek kijkt hij terug op zijn missie aan de hand van enkele van de ernstigste crisissituaties en vraagstukken waarmee hij als secretaris-generaal te maken had. Als bemiddelaar heeft hij ontelbare branden moeten blussen. Zijn hoofddoel was echter het bewerkstelligen van een daadwerkelijk wereldomvattende vrede. Daarover had hij reeds duidelijke opvattingen ontwikkeld in de periode voor hij secretaris-generaal was.
Als functionaris was hij getuige hoe de Verenigde Naties niet in staat waren om te verhinderen dat in Rwanda en Bosnië de bevolking op een uiterst gruwelijke manier werd uitgemoord. Een interventie werd door veel landen beschouwd als een ongeoorloofde inmenging in de aangelegenheden van een soevereine staat. Kofi Annan heeft de Verenigde Naties resoluut op een ander spoor gezet. Ze mochten niet meer lijdzaam toekijken hoe de regering van een land zich keerde tegen de eigen burgers.
De echte grenzen van tegenwoordig liggen immers niet meer tussen landen. Ze bevinden zich tussen de machtigen en de machtelozen, de vrijen en de onderdrukten, de bevoorrechten en degenen die in vernederende omstandigheden moeten leven. In die nieuwe wereldorde zijn de uitdagingen voor de internationale gemeenschap ingrijpend veranderd. De dominante conflictvorm speelt zich niet meer tussen maar binnen staten af, in de vorm van uitermate complexe burgeroorlogen. Daarin worden vaak op grote schaal gruwelijke schendingen van de meest elementaire mensenrechten begaan.
Onder de inspirerende leiding van Kofi Annan zijn de Verenigde Naties geëvolueerd tot een forum waar regeringen ter verantwoording geroepen kunnen worden voor hun gedrag tegenover de eigen burgers. Ze zijn de waakhond geworden over de naleving van mensenrechten over de hele wereld. En het besef is gegroeid dat interventie in de politiek van een land in geval van grove mensenrechtenschendingen niet alleen noodzakelijk maar ook gewettigd is.
Daarmee heeft Kofi Annan een morele dimensie gegeven aan de betrokkenheid van de VN bij de conflicten in de wereld. De internationale gemeenschap heeft een zorgplicht tegenover alle mensen om levens te redden en de mensenrechten te verdedigen. Zo staat de oprichting van het Internationaal Strafhof op zijn conto. Dat kan plegers van grove mensenrechtenschendingen te allen tijde ter verantwoording roepen. Het dient tevens als afschrikmiddel voor hen die overwegen om zich eraan te buiten te gaan.
De strijd voor de wereldvrede omvat volgens Kofi Annan evenzeer de strijd tegen armoede en voor het halen van de millenniumdoelen en de strijd tegen aids. Als secretaris-generaal heeft hij de basis gelegd voor een sterke internationale rechtsorde, waarmee ontplooiing en welvaart binnen het bereik van meer mensen komen. Er zijn instituten opgericht die moeten waken over de bescherming van mensen die lijden of worden uitgebuit zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen.
De memoires van een befaamde wereldleider geven een unieke en genuanceerde inkijk in de interne keuken van de internationale politiek. Ze geven meer bepaald een beeld uit de eerste hand van het reilen en zeilen en van de logge besluitvorming in de VN. Men kan alleen maar ontzag hebben voor de behoedzame en zorgvuldige, maar tevens doortastende diplomatie van Kofi Annan, een internationale politicus met een fundamenteel democratische grondhouding en uitgangspunten.
Dit uitermate boeiende werk laat zich zeer vlot lezen en is zodoende een onversneden aanrader voor iedereen met interesse voor de moderne internationale politiek.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten