De LANG, H., V. ICKE e.a, Canon van de natuurkunde. De grootste ontdekkingen en theorieën van 100 belangrijke natuurkundigen. Diemen, Veen Magazines, 2009, 348 pp. – ISBN 978 90 857 1235 0
Gedachteloos knippen we het licht aan, draaien we de thermostaat van de verwarming hoger of lager, zetten we het koffiezetapparaat aan, luisteren we naar de radio of kijken we televisie. Treinen, auto’s, computers, draadloos internet, telefoon en gsm, ze zijn niet meer uit ons leven weg te denken. En voor we gaan wandelen of fietsen raadplegen we de buienradar.
We staan er zelden bij stil dat nagenoeg de hele inrichting van ons moderne leven berust op een ononderbroken technologische evolutie. Nog minder vaak denken we eraan dat die ontwikkeling alleen maar mogelijk was door het werk en de ontdekkingen van een lange reeks gedreven en inventieve wetenschappers. Daaronder nemen de natuurkundigen een belangrijke plaats in.
In dit boek worden honderd van de belangrijkste natuurkundigen voorgesteld met hun onderzoek en publicaties. Hiermee willen de redacteurs van de Canon van de natuurkunde een overzicht bieden van meer dan twee millennia ontwikkeling van de natuurkunde.
In chronologische volgorde passeren een reeks meer en minder bekende, briljante en soms excentrieke geesten de revue, te beginnen met de antieke natuurfilosofen tot de hedendaagse ontdekkers van de astrodeeltjes en het relativistische kwantum-Hall-effect. Deze wetenschappers waren hun tijd vaak ver vooruit. Hun baanbrekende theorieën kregen soms geen gehoor omdat er geen publiek was dat onbevooroordeeld naar hen wilde luisteren.
Het doel van de canon is niet zozeer om de lezer de finesses van deze theorieën bij te brengen, maar in de eerste plaats een cultuurgeschiedenis van de natuurkunde te bieden. We lezen hoe de Griekse natuurfilosofen als eersten de wereld beschreven en verklaarden, zonder terug te vallen op bovennatuurlijke verschijnselen of godheden. We maken kennis met de eerste natuurwetenschappers uit de zeventiende eeuw die hun theorieën door middel van experimenten testten. De schat aan nieuwe gegevens die deze werkwijze in de achttiende en negentiende eeuw opleverde was de aanzet tot de ontwikkeling van een deterministisch wereldbeeld. En in onze tijd is dat eenvoudige verklaringsmodel door nieuwe onderzoeksmethoden en preciezere meetapparatuur alweer helemaal achterhaald.
De Canon van de natuurkunde is geschreven door een keur van onderlegde natuurkundigen, met een brede interesse en passie voor het schrijven over de natuur en de mensen die de natuur onderzoeken. Alle auteurs willen hun kennis en enthousiasme delen met anderen en respect en bewondering afdwingen voor de schoonheid van de natuurkunde en de slimheid van haar beoefenaars. In het laatste zijn ze alvast dubbel en dik geslaagd. De uitzonderlijke inzichten en prestaties van deze wetenschappers inspireren tot diep ontzag.
Hoe interessant en leerrijk de inhoud van de Canon ook is, volgens mij schieten de auteurs hun doel voorbij. Veel bijdragen veronderstellen een voorkennis, die alleen lezers met een gedegen opleiding in de natuurkunde bezitten. Wie vooral geïnteresseerd is in de ontwikkeling van de natuurkunde kan zich beperken tot de teksten die de verschillende tijdsperiodes inleiden. Die zijn toegankelijker geschreven.
De tekst is gedrukt op hoogwaardig glanspapier en overvloedig geïllustreerd met prachtige foto’s en sprekende tekeningen. Een handige index van de gebruikte vaktermen sluit het geheel af. De stevige kaft laat toe het boek helemaal open te leggen tijdens het lezen. De aantrekkelijke vormgeving is echter een schrale troost voor de natuurkundige leek die dit prijzige boek heeft aangekocht.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten