vrijdag 26 november 2010

Terreur in naam van God

STERN, J., Terreur in naam van God. Waarom religieuze terroristen doden. (Vert. Terror in the name of God) Utrecht, Uitg. Spectrum, 2004, 384 pp. – ISBN 90 712 0627 0

Met terrorisme kun je op twee manieren omgaan. Je kunt het bestrijden en je kunt proberen het te begrijpen. De tweede benadering geniet de minste populariteit. Als we echter het terrorisme effectief willen bestrijden, moeten we ons kunnen verplaatsen in het leed en de frustraties die eraan ten grondslag liggen, zegt Jessica Stern. Ze is hoofd van de afdeling terrorisme aan Harvard Law School en een van ’s werelds belangrijkste terrorismedeskundigen, en ging met terroristen praten.

Veruit de meeste terroristische aanslagen worden tegenwoordig gepleegd uit naam van een, bij voorkeur monotheïstische, religie. Daarbij spant het Islamitisch terrorisme de kroon. Dat was ook al zo toen Stern onderzoek deed en haar boek schreef. Ze reisde vier jaar lang de wereld rond en interviewde leiders en leden van christelijke, joodse en islamitische extremistische groeperingen. De beweegredenen van religieuze terroristen blijken zeer gelijkaardig te zijn.

In het eerste deel van haar boek onderzoekt ze waarom iemand zich aansluit bij een religieuze terroristische beweging en er bij blijft, zelfs als de activiteiten indruisen tegen de eigen strikte morele waarden. Waarom doen religieuze terroristen wat hun geloof hen verbiedt?

Mensen worden terrorist om zeer verschillende redenen, die bovendien in de loop van de tijd kunnen veranderen. Die hebben nagenoeg altijd te maken met wrok en persoonlijke grieven van verschillende aard. Binnen de groepering krijgen mensen het gevoel dat ze waardevol zijn, omdat ze kunnen bijdragen tot een verheven missie: de zuivering van de wereld. De overtuiging een geestelijke roeping te hebben bezorgt hen bovendien een geluksgevoel, een soort roes.

Soms wordt een terreurdaad gesteld door een ‘eenzame wreker’, maar meestal gaat het om de actie van een kleine of grote organisatie. In het tweede deel onthult Stern hoe deze organisaties omgaan met hun leden, hoe ze aan geld komen, hoe ze zich organiseren en hoe ze leden rekruteren en warm houden. Het belangrijkste aspect is de missie: het verhaal van Wij tegen Zij, van zuiver tegen onzuiver. De Ander wordt afgeschilderd als een vijand, een monsterachtige bedreiging. Het vermogen van een rekruut om mee te voelen met zijn slachtoffer wordt daarmee tot zwijgen gebracht.

Zonder dit ‘mission statement’ zou de organisatie zich nauwelijks onderscheiden van een georganiseerde misdaadbende. Leiders zijn tegelijk baas over en inspiratiebron voor hun volgelingen. Ze versterken welbewust gevoelens van vernedering en vervreemding om jongemannen te betrekken in een heilige oorlog.

Het leiden van een terreurorganisatie vergt vaardigheden die vergelijkbaar zijn met de vereisten voor het leiden van een bedrijf of een niet-gouvernementele organisatie. De multinationale terroristenleider van nu is een ondernemer die missie, geld en marktaandeel bij elkaar brengt. Heel veel energie gaat naar de fondsenwerving en de banden met andere, vaak criminele, organisaties.

In een aantal gevallen kwamen individuele leden er achter dat hun leiders niet zozeer toegewijd waren aan de goede zaak, als wel aan hun eigen financiële welzijn. Voor veel strijders uit het middenkader, die Stern voor haar boek ondervroeg, vormt de heilige oorlog een lucratieve onderneming. Ook als ze niet meer in de missie geloven zijn ze uiteraard niet geneigd de zaak te verlaten. Heilige oorlogen worden alleen maar voortgezet als organisaties en individuele mensen daar baat bij hebben, hetzij psychologisch hetzij financieel.

De grootste en meest succesvolle terroristische organisaties bloeien daar waar er een groot aanbod is van jongemannen die zich vernederd en achtergesteld voelen, waar gewone banen moeilijk te vinden zijn en een alledaags burgerbestaan hen niet het gevoel geeft dat ze waardevol en belangrijk zijn. Dit is vooral het geval in staten met zwakke en corrupte regeringen, die er niet in slagen een economisch en sociaal beleid te voeren waarbij de bevolking baat heeft. Als daar dan leiders opstaan die weten hoe ze die gevoelens moeten uitbuiten, en als een deel van de samenleving – om welke reden dan ook – bereid is hen te financieren, is de basis voor een heilige oorlog gelegd.

Stern formuleert tenslotte zeer gevarieerde besluiten en aanbevelingen voor het beleid. Dat moet in de eerste plaats aan actieve terrorismebestrijding doen. Maar de verantwoordelijken moeten evenzeer beseffen dat het eigen beleid de grieven van mogelijke terroristen kan rechtvaardigen. Economisch en politiek beleid dat in de kaart speelt van corrupte machthebbers en falende staten, geeft hen alleen maar meer redenen tot actie.

Het speelt bovendien in de kaart van terroristische leiders als men de verschillen tussen mensen benadrukt of groepen mensen in een samenleving gaat demoniseren. Daar spinnen ze alleen maar garen bij. Dit past immers volkomen in hun missie en verschaft hen argumenten voor de enige weg die hen voordeel oplevert, die van het geweld.

Gegeven het feit dat dit boek in 2003 verscheen, hebben de inspanningen en inzichten van Jessica Stern in ieder geval niet veel invloed gehad op de binnen- en buitenlandse politiek van het Westen, de Verenigde Staten op kop.
Ongetwijfeld is er intussen veel veranderd op de concrete terroristenscene. De algemene inzichten en conclusies van Stern blijven echter leerrijk en zijn nog altijd brandend actueel.

Dit werk levert een onthutsend beeld van individuen en organisaties die religie gebruiken om nietsontziend en willekeurig geweld te rechtvaardigen in hun streven naar politieke macht. De terreurbusiness blijkt een ongelooflijk ingewikkelde onderneming met belangenverstrengeling in alle geledingen van een samenleving.

Het boek houdt het midden tussen een journalistiek verslag en een theoretische uiteenzetting. Voor mij mocht het laatste aspect wat nadrukkelijker uitgewerkt zijn.

Een eye-opener!

© Minervaria

Aansluitend:
The Saint, the Criminal and the Terrorist: Towards a Hypothesis on Terrorism

Geen opmerkingen: