DENYS, J., Free to work. Voor een open en moderne arbeidsmarkt. A’pen/A’dam, Houtekiet, 2010, 357 pp. – ISBN 9789089240729
Free to work
Hoezo, vrij om te werken?
Alhoewel werken een essentieel element is van volwassenheid, beschouwen veel mensen het werk als een noodzakelijk kwaad. “Je werkt om te leven. Je leeft niet om te werken”, zo wordt gezegd. Veel mensen beginnen pas te leven als ze de deur van hun kantoor of werkplaats achter zich dicht gedaan hebben en kijken vanaf een bepaalde leeftijd reikhalzend uit naar de dag van hun pensioen.
Volgens Jan Denys, arbeidssocioloog en arbeidsmarktdeskundige bij Randstad, ligt deze negatieve ingesteldheid aan de basis van de stroeve arbeidsmarkt in België. De wijze waarop hier over arbeid en de arbeidsmarkt wordt gedacht is hopeloos verouderd. Denys vergelijkt onze visie op arbeid met de middeleeuwse visie op mobiliteit. Zich verplaatsen was toen een hele onderneming waaraan de mensen liever niet begonnen. De meeste Belgen willen liefst niet te maken hebben met de arbeidsmarkt. Hun belangrijkste zorg is zo snel mogelijk een vaste job te bemachtigen die hen zo lang mogelijk, als het even kan tot het pensioen, zekerheid biedt.
Dit denkbeeld is echter hopeloos achterhaald. De moderne economische situatie verandert veel sneller dan een aantal decennia geleden en steeds meer mensen zien zich tijdens hun loopbaan genoodzaakt om een andere baan te zoeken. De grootste zekerheid is vandaag niet meer in de bedrijven te vinden maar op de arbeidsmarkt. Van werknemers wordt verwacht dat ze breed inzetbaar zijn en zich vlot kunnen bewegen tussen bedrijven en jobs. Langdurige dienstverbanden zullen niet verdwijnen, maar ze zullen meer gebaseerd zijn op vrije keuze dan op gebrek aan keuze, zo voorspelt Jan Denys.
Deze veranderingen roepen bij werknemers én werkgevers weinig enthousiaste reacties op. Een meerderheid onder hen ziet ze nog teveel als bedreiging dan als kans. Toch maakt een moderne arbeidsmarkt zowel nieuwe flexibele vormen van ondernemen mogelijk als inhoudelijk rijkere loopbanen voor werknemers. Op een goed werkende arbeidsmarkt hebben werkzoekenden niet alleen meer kans om een baan te vinden, ze hebben bovendien meer kans op een job die min of meer aansluit bij hun wensen en verwachtingen. Een goed functionerende arbeidsmarkt is niet alleen essentieel voor een dynamische economie, ze heeft ook een ruimer maatschappelijk belang. De sociale welvaartsstaat kan enkel overleven als er meer mensen aan het werk zijn. En omdat werken meer betekent dan het verwerven van een inkomen draagt een vlot werkende arbeidsmarkt bij tot het bruto nationaal geluk.
Om dat doel te bereiken zijn nog een heel pak innovaties nodig, aldus Jan Denys.
De Belgische arbeidsmarkt is immers dringend aan modernisering toe. De werkzaamheidsgraad in België is te laag, vergeleken met die in de buurlanden en met de Europese doelstellingen. De Belgische arbeidsmarkt speelt te weinig in op de recente ontwikkelingen in de economie en de arbeidswereld. Men focust vooral op de bedreiging en ziet te weinig uitdagingen.
In zijn gedetailleerde analyse van de Belgische arbeidsmarkt detecteert Jan Denys liefst twaalf pijnpunten die elkaar in combinatie versterken. De sterke punten wegen daar niet tegenop. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, waaronder grote machtsverschillen tussen werkgevers en werknemers en angst voor verandering bij beide partijen. Een economische crisis versterkt alleen maar de invloed van deze factoren. Met meer flexibiliteit bij alle betrokken partijen kunnen we echter ook de kansen en uitdagingen van de crisis benutten.
Hoe ziet Jan Denys een moderne arbeidsmarkt dan? Hij stelt ons gerust. Het is geen arena waar de wet van de sterkste regeert. Op een open en transparante arbeidsmarkt is er nog altijd solidariteit, creëert de overheid nog steeds randvoorwaarden en wordt de sociale bescherming van de werknemer niet afgebouwd. Flexicurity is er het sleutelwoord, een combinatie van flexibiliteit én zekerheid. Denys lanceert liefst zestig voorstellen voor de verschillende aspecten van het werkgelegenheidsbeleid.
De individuele burger is natuurlijk in de eerste plaats geïnteresseerd wat dit voor hem/haar zal betekenen. In het laatste hoofdstuk maakt Denys de lezer wegwijs in een loopbaan in de moderne arbeidsmarkt. Loopbanen zullen er in de toekomst anders uitzien dan nu. Tussen de beginfase van groei en de eindfase van afbouw zullen werknemers door opleiding hun competenties blijvend bijwerken om gewijzigde taakinhouden aan te kunnen. De meeste mensen zullen nog altijd een groot deel van hun loopbaan bij dezelfde werkgever doorlopen, maar ze zullen met hun verworven competenties meer keuze hebben er te blijven dan wel te veranderen.
Het betoog van Jan Denys is zeer vlot te volgen, want inzichtelijk en duidelijk gestructureerd. Voor mij was het een leerrijke en aangename verdieping in een actueel en nijpend probleem van onze samenleving. Een aantal vragen blijven echter open. In zijn model wordt er van werknemers veel eigen initiatief verwacht. Dit kan niet iedereen zomaar opbrengen. Zoeken naar werk vraagt bovendien veel tijd en energie die mensen soms, zeker in bepaalde fasen van hun leven, alleen kunnen opbrengen wanneer ze even belangrijke levenssferen verwaarlozen. Voor wie de eigen beroepsloopbaan bewust wil sturen vormt dit boek echter een duidelijke meerwaarde.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten