woensdag 21 april 2010

De infantiele consument

BARBER, B.R., De infantiele consument. Hoe de markt kinderen bederft, volwassenen klein houdt en burgers vertrapt. (Vert. Consumers. How Markets Corrupt Children, Infantilize Adults and Swallow Citizens Hole) A’dam, Ambo/Manteau, 2007, 512 pp. – ISBN 978 90 263 2069 9

Easy listening muziek, makkelijk krediet, comfortabele betalingsvoorwaarden, afvallen in je luie zetel, spieren kweken zonder training, moeiteloos een scriptie schrijven.

In het consumentenkapitalisme wordt ons een levenslange kindsheid opgedrongen met gemakkelijk en snel te verkrijgen beloningen, op voorwaarde dat we kopen. Deze vaststelling stemt de bekende Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber bepaald niet vrolijk. Want deze evolutie mag het leven van grote groepen mensen in het rijke deel van de wereld in bepaalde opzichten luchtiger gemaakt hebben, ze kan democratie, verantwoordelijkheidsgevoel en burgerzin ondermijnen en houdt groeiende risico’s in voor het kapitalisme zelf.

Het vrije marktkapitalisme heeft ons welvaart gebracht en samen met de democratisering ook meer vrijheid en gelijkheid. Het ondernemerskapitalisme produceerde goederen die aan de levensbehoeften van mensen tegemoet kwamen. Nu we alles hebben wat we nodig hebben moeten producenten ons overhalen om meer te kopen willen ze zelf kunnen overleven. Want bij de grote massa behoeftige mensen in de wereld kunnen ze niet terecht. Die beschikken immers niet over de middelen om te kopen wat ze nodig hebben.

Om een continue afzet van goederen te verzekeren moet er dus bij de kapitaalkrachtigen aangeklopt worden. Als zij geen behoefte meer hebben aan producten, dan moet die hen maar aangepraat worden. En hoe kan dat beter dan beroep te doen op het kind in de consument? Een vooruitziende blik ziet dan ook graag de jeugd zo vroeg mogelijk ingelijfd in het eeuwige winkelprogramma. Daarvoor moeten de consumensjes zo snel en efficiënt mogelijk klaar gestoomd worden voor hun rol van toekomstige consument. Fabrikanten proberen de jeugd te verleiden met hippe vormen en kleurrijke verpakkingen van alles en nog wat. En op de televisie worden kinderen bijna onafgebroken gebombardeerd met reclame voor snoep, lekkere hapjes en hebbedingetjes.

Onze samenleving wordt steeds meer beheerst door een infantiel ethos waarin kinderlijk gedrag en kinderlijke waarden centraal staan. Snel, gemakkelijk en eenvoudig zijn de sleutelwoorden: fastfood, snelle wagens, flitsende beelden, snapshots, interviews van een paar minuten, reeksen films met dezelfde figuren of gelijkaardige plot. De kinderwereld is een hazencultuur waarin geen ruimte is voor schildpadden of verdieping.

Benjamin Barber beschrijft uitgebreid hoe de nood aan afzet van producten waaraan niemand echt behoefte heeft leidde tot de inflatie van marketing en reclame die inspeelt op kinderlijke behoeften van volwassenen. De moderne consument is een dwangmatige koper geworden die tot consumptie gedreven wordt omdat de toekomst van het kapitalisme ervan afhangt. Op indringende wijze toont hij aan hoe de permanente koopziekte en de verkwisting desastreuze gevolgen hebben voor de samenleving als geheel. De recente economische crisis is zeker deels veroorzaakt door het onbeperkt verschaffen van consumentenkrediet.

De ‘markt’ houdt de consument voor dat vrijheid bestaat uit de keuze om te kopen wat we willen. Maar de vrijheid om te kopen wat we willen is geen echte vrijheid, zegt Barber. We kunnen wel kiezen uit een menu, maar we kunnen niet kiezen wat er op dat menu staat. De vrijheid om te kopen wat we willen geldt bovendien enkel voor diegenen die over het nodige geld beschikken. Wie arm is heeft geen keuze. Op die manier werkt het consumentenkapitalisme ongelijkheid in de hand en ondermijnt het de democratie en de democratische fundamenten in onze samenleving.

In combinatie met privatisering heeft infantilisering nog meer ongewenste gevolgen. Persoonlijke keuzes op basis van kinderlijke behoeften kunnen zware ongewenste maatschappelijke consequenties hebben. Wat het impulsieve ‘ik’ wil staat vaak op gespannen voet met het algemene welzijn. Dit is bijvoorbeeld het geval met de brandstofverslindende SUV’s die onze wegen onveilig maken. De kosten ervan worden door de gebruikers gedachteloos afgewenteld op de maatschappij. Tegelijk wordt de overheid wantrouwig bekeken als een dief en een instantie die er alleen maar op uit is de individuele vrijheid te beperken.

Het klinkt als de klaagzang van een oerconservatieve filosoof, maar Benjamin Barber is een liberale politicoloog en democraat in hart en nieren. Hij is hiermee niet aan zijn proefstuk toe. In vorige publicaties wees hij ook al op de ernstige politieke, sociale en economische gevaren van een ongebreidelde vrije markt. Niet het kapitalisme op zich is het probleem. Het probleem is dat het niet voorziet in de werkelijke behoeften van mensen.

Uiteraard besteedt Barber ook aandacht aan de tegenbeweging. Sommige consumentenbewegingen organiseren verzet. Dit is echter verre van eenvoudig. Marketing speelt in op diepgewortelde eigenschappen van de mens. Voor je het weet zit je met je verzet zelf tot over je oren in het systeem. Een lichtpunt is dat steeds meer bedrijven de ‘markt’ van het maatschappelijk verantwoord ondernemen ontdekken. Maar een werkelijke oplossing kan slechts komen van een politiek die zich niet laat inpakken en consequent een koers van democratische globalisering vaart. Over hoe dat concreet kan gerealiseerd worden blijft Barber jammer genoeg erg vaag.

Ook al gaat het vooral over de uit de hand gelopen Amerikaanse toestanden, het verhaal van De infantiele consument is zeer herkenbaar. De exploitatie van emoties en de manipulatie van lifestyles grijpen ook in Europa steeds agressiever om zich heen. De hallucinerende verhalen van Barber over wat er kan gebeuren wanneer ook de overheid de kaart trekt van de privatisering moeten ons alarmeren om waar mogelijk de trend te doen keren.

Toch heeft dit boek me teleurgesteld. Barber heeft zich uitgebreid gedocumenteerd en bezit een indrukwekkende kennis over het onderwerp. Maar anders dan in zijn vorige boeken wordt de lijn van zijn betoog overspoeld door de talloze illustraties – hoe sprekend en herkenbaar ook - die steeds weer hetzelfde moeten aantonen en waardoor de centrale gedachtegang geregeld ondergesneeuwd wordt. Hoofdstukken van meer dan vijftig pagina’s met een minimale indeling nodigen ook al niet uit tot het vasthouden van de aandacht.
Geregeld kreeg ik de aanvechting om er het bijltje bij neer te leggen omdat het mij niet voldoende kon boeien. Een boek dat een echte eye-opener kon zijn schiet zo jammer genoeg zijn nobele doel voorbij.

© Minervaria

Geen opmerkingen: