donderdag 22 januari 2009

De vliegende neger en de kleine koningin

BOESMAN, J., De vliegende neger en de kleine koningin. Major Taylor en het begin van de Tour de France. A'dam/A'pen, Uitg. L.J. Veen, 2008, 315 pp. – ISBN 978 204 0867 6

Uit de nederlaag in de oorlog van 1870-71 tegen Pruisen concludeerde men in Frankrijk dat het triest gesteld was met de fysieke paraatheid van de troepen. De Fransen sloegen dus massaal aan het sporten. Een en ander resulteerde in 1891 in de geboorte van de wielersport. De vélocipède was in die tijd immers getransformeerd tot een vehikel met gelijke wielen en uitgerust met rubberbanden. Hij was het voertuig van de massa geworden, het 'egalitaire rijdier'. In 1891 vindt de eerste 'moderne' wielerwedstrijd plaats: van Bordeaux naar Parijs. Die werd georganiseerd door Le Vélo, de populairste wielerkrant. In die periode zien de eerste 'klassiekers' het levenslicht: na Bordeaux-Paris komen Liège-Bastogne-Liège, Paris-Bruxelles, Paris-Tours en Paris-Roubaix.

Tien jaar later ligt de Franse wielersport, 'la petite reine' genoemd, echter op apegapen. Politieke kuiperijen tussen en binnen verschillende wielerkranten zaaien verdeeldheid. Fietsen, hoewel nog steeds weggelegd voor stadsbewoners, wordt gewoon. Men raakt er een beetje op uitgekeken. Wat de wielersport nodig heeft, zo oordelen de redacteurs van de organiserende sportkranten, is een 'koning', een uitzonderlijk talent. Dat komt uit onverwachte hoek, de Verenigde Staten van Amerika. Die hebben namelijk een renner die fantastisch kan sprinten, menig uurrecord heeft gebroken en verschillende kampioentitels veroverd. Marshall (Major) Taylor is bovendien niet zomaar een renner, hij is een zwarte.

Major Taylor wordt overgehaald om naar Frankrijk te komen. Hij wordt er ingehaald als een godsgeschenk, de Messias die de Franse wielersport uit haar diep dal moet halen. Omdat hij zo verbazend snel rijdt noemt men hem de 'vliegende neger'. Hij is de eerste wielrenner die gebruik maakt van een diepgekromd stuur en daarmee vorm geeft aan de standaardstijl van wielrenners die wij nu als normaal beschouwen.

Taylor verslaat de meest gerenommeerde Europese wielrenners en krijgt daardoor in Europa de status van een halfgod. Daar draagt het feit dat hij zwart is in niet geringe mate toe bij. Hij is een uitdaging voor het koloniale Europa, dat de zwarte vooral een fascinerend verschijnsel vindt. De neger mag dan wel een mens zijn, dan toch zeker inferieur aan het blanke ras en enkel geschikt voor fysieke arbeid. In het begin geniet Major Taylor dus mateloze bewondering voor zijn fysieke prestaties. Hij is niet alleen de redder des vaderlands, maar ook een natuurtalent, de edele wilde. De 'vliegende neger' is een attractie, een curiosum. Hij zorgt voor spektakel van eerste rang en brengt enorme mensenmassa's op de been. De pistes kunnen de enorme toeloop niet slikken.

Wanneer uiteindelijk blijkt dat hij de overspannen verwachtingen niet kan blijven inlossen, laat wielerminnend Frankrijk zijn verlosser vallen als een baksteen. De wedstrijdorganisatoren gooien het resoluut over een andere boeg: de volkssport. Zijn prestaties op de piste gaan volledig verloren in het tumult van de eerste Tour de France. Taylor rijdt nog een aantal jaren op verschillende pistes in Europa, maar keert in 1909 definitief huiswaarts, waar hij vergeten en berooid sterft.

Jan Boesman studeerde vergelijkende cultuurwetenschap en journalistiek. Zijn belangstelling ging uit naar rassenkwesties in de wielersport. Daar zijn zwarten manifest ondervertegenwoordigd en ze komen ook slechts fragmentarisch aan de orde in de annalen van de wielersport. Zijn journalistieke opleiding kwam hem dus goed van pas, want nagenoeg alle informatie over de Major Taylor komt uit krantenknipsels, ansichtkaarten, brieven, flarden dagboek en notitieboekjes.

Met passende bombastische retoriek zet hij een soms ontroerend verhaal neer over een 'vliegende neger', die verwondering en bewondering uitlokte bij de Europeaan van de voorlaatste eeuwwisseling, voor wie een mengeling van onbeschaamd racisme en exotisme de meest vanzelfsprekende zaak was. Daarmee leunt Boesman aan bij die andere boeiende weergave van de toenmalige opvattingen over huidskleur in Wit over zwart.

Tegelijk slaagt hij erin een treffend sfeerbeeld te geven van het wielergebeuren rond de voorlaatste eeuwwisseling. Toch besteedt hij naar mijn mening teveel aandacht aan irrelevante details, zoals de politieke strijd tussen de hoofdredacteuren van concurrerende sportbladen, waardoor de lijn van het verhaal regelmatig ondergesneeuwd raakt.

© Minervaria

Geen opmerkingen: