dinsdag 6 juni 2006

Als god spreekt

LERNOUT, G., Als god spreekt. De bijbel, de Koran en het boek van Mormon. Leuven, Elmar/Van Halewijck, 2005, 264 pp. – ISBN 90 5617 645 5

Wat gebeurt er als een god met zijn gelovigen spreekt? Geert Lernout, docent vergelijkende literatuurwetenschap aan de Universiteit van Antwerpen, onderzoekt hoe vier verschillende religies met hun heilige boeken omgaan. Hij doet dit vanuit een sceptische grondhouding, want alleen deze garandeert een echt open geest. Alleen wie niet vooraf gelooft in de waarheid van een of ander boek, kan het onbevooroordeeld bestuderen.

Studie van religie is nu belangrijker dan ooit, zegt Lernout. De wereldpolitiek vandaag wordt immers bepaald door een fundamentalistische lezing van de heilige boeken. Dit fenomeen is echter recent, een reactie op de moderniteit. De terugkeer naar de fundamenten is eigenlijk vals, want de fundamenten zelf zijn twijfelachtig en doorheen de geschiedenis meermaals gewijzigd en geherinterpreteerd.

Lernout wil daarom nagaan wat het betekent als een godsdienst zich beroept op een boek, niet alleen voor gelovigen maar ook voor niet-gelovigen. Hij heeft het dus niet over persoonlijke godservaringen, maar over de boodschap die bestemd is voor een ruim publiek.
Zijn verhaal gaat over hoe gelovigen hun teksten vandaag lezen en gisteren gelezen hebben.

Hij onderscheidt vier openbaringsgodsdiensten: het jodendom, het christendom, de islam en de mormoonse kerk. God mag dan al één zijn, zijn eredienst is het zeker niet. Bovendien kent elke godsdienst verschillende strekkingen, die alle een eigen interpretatie geven aan het boek. Als eerste komen de mormonen aan de orde: het is de meest recente en daarmee ook modernste openbaringsgodsdienst, die momenteel het snelst groeit. Ook de islam is een relatief moderne godsdienst. Het jodendom en het christendom komen in het boek het meest uitgebreid aan bod.

Centraal thema in zijn betoog is het heilige boek. In alle godsdiensten blijkt dit boek doorheen de tijden geherinterpreteerd, gewijzigd en aangepast aan de noden van de tijd. Godsdienst blijkt opmerkelijk dienstig aan sociaal-politieke doeleinden. Openbaringsgodsdiensten baseren zich op een boek dat in veel gevallen onleesbaar is, en zeker niet meer bij de tijd. Daardoor vertonen zij veel parallellen met het nationalisme: ze geven zin aan het heden door te verwijzen naar het verleden. Hervormingen gaan steeds zogezegd terug naar de bron, maar staan er eigenlijk steeds verder af. De oorspronkelijke openbaring verschilt hemelsbreed van hoe ze er nu uit ziet.

De teksten moeten altijd geïnterpreteerd worden. Maar interpretatie is lezen met geweld: men doet de tekst geweld aan om te lezen wat men er wil in zien. Interpretatie van de teksten blijkt immers altijd wonderwel in overeenstemming met de vooraf gegeven theologische positie van de lezer. Zo is ook het fundamentalisme geen terugkeer naar een verloren zuiverheid, maar de uitvinding van iets wat nooit bestaan heeft.

Toch blijven gelovigen ervan overtuigd dat het boek dat ze kennen de geopenbaarde waarheid bevat. De meeste gelovigen liggen echter niet wakker van de openbaring zelf, maar praktiseren de rituele aspecten van godsdienst: traditie en leefregels.

In het laatste hoofdstuk gaat Lernout in op de gemeenschappelijke kenmerken van de godsdiensten. Hiermee komen we ook bij de functie van godsdienst voor de mens. Het antwoord is volgens hem tweeledig. In de eerste plaats verwijst hij naar het onderzoek van Pascal Boyer. Deze stelt dat religie haar oorsprong vindt in de spontane, intuïtieve cognitieve schema's van mensen, waarmee zij verklaren wat hen overkomt en waarop zij invloed willen uitoefenen. De min of meer georganiseerde godsdienst verschaft de mens bovendien een persoonlijke en groepsidentiteit. In dat opzicht staat godsdienst naast nationalisme en racisme, en het verklaart ook het geweld binnen de in-group tegen de leden met een zwakke positie (o.a. vrouwen).

Een harde maar heldere conclusie: "Godsdienst is niet meer dan een excuus voor sociale regels die niets met een opperwezen te maken hebben maar alles met mensen."

Het is een boeiend werk. Door middel van de geschiedenis van het boek geeft Lernout een zeer interessant overzicht van het ontstaan en de evolutie van de verschillende godsdiensten. Doorheen de verhelderende uitleg van een deskundige over de wijze waarop in een mondelinge en schriftcultuur met woorden, teksten en manuscripten wordt omgegaan, krijg je als lezer ook een levendig tijdsbeeld.

Zijn betoog is in de eerste plaats kritisch, maar ook spitsvondig en humoristisch. Het is degelijk en gevarieerd gedocumenteerd. Jammer van de weinig uitnodigende lay-out: de tekst geeft een gedrongen indruk. Een ander lettertype en een grotere regelafstand zouden de leesbaarheid bevorderd hebben.

© Minervaria

Geen opmerkingen: