VAN
LANGENHOVE, L., De opmars van de regio’s.
Hoe de wereld van staten wordt geregionaliseerd. Brugge, Die Keure, 2014,
159 pp. – ISBN978 90 4861 839 2
Net voor ik
dit boek begon te lezen barstte het conflict los tussen de Spaanse staat en
Catalonië. Het is een perfecte
illustratie van het wel en wee van de opmars der regio’s. Nieuw is het niet,
een unicum evenmin. Sedert 1993 is België bijvoorbeeld een federale staat
waarin de bevoegdheden verdeeld zijn over verschillende gemeenschappen en
gewesten en liefst zes regeringen. En ook in andere staten nemen regio’s een
deel van het bestuur waar.
Eeuwenlang
waren staten de basis van het bestuur van de samenleving én de bouwstenen van
de internationale betrekkingen. Maar in de voorbije halve eeuw hebben ze dat
monopolie verloren. Deze functies worden in gestaag tempo overgenomen door
regio’s. Luk Van Langenhove licht deze ontwikkeling toe en analyseert de
consequenties daarvan voor de wereldorde.
De eerste
vraag is natuurlijk wat onder een regio kan verstaan worden. Regio’s zijn geen
staten maar zij handelen als staten. Afhankelijk van hun verhouding tot een
staat kunnen er drie soorten regio’s worden onderscheiden. Subnationale regio’s
zijn onderdeel van een staat, supranationale regio’s overstijgen deze. Van het
laatste is de Europese Gemeenschap een voorbeeld. En er bestaan ook
grensoverschrijdende regio’s die zich over twee of meer staten spreiden.
Alle
retoriek ten spijt over natuurlijke identiteiten, zijn regio’s geen natuurlijke
categorieën, net zomin als staten. Ze ontstaan in de hoofden van mensen. Het
zijn ideeën die vertaald worden in bestuurlijke identiteiten. En uiteindelijk
zijn het de staten zelf die regio’s bouwen om verschillende redenen.
Ja, waarom
bouwen staten eigenlijk regio’s? Het antwoord daarop kan kort zijn: uit
eigenbelang. De hoofdreden is dat ze beter willen kunnen functioneren in de
geglobaliseerde wereld van vandaag. Toch zijn de gevolgen niet onverdeeld
positief. Staten worden geconfronteerd met meer complexiteit en
‘ongehoorzaamheid’ van de regio’s. Tussen staten en regio’s ontwikkelen zich
verschillende soorten verstandhouding. De staten en regio’s zijn aanhoudend
verwikkeld in politieke conflicten, die snel een nationalistisch tintje kunnen
krijgen.
Het gouden
tijdperk van de staten is duidelijk voorbij. Hoe ziet de wereld van morgen er
dan staatkundig uit? De wereld van staten zal niet zo snel verdwijnen, maar wordt
met die verschillende machtscentra wel ingewikkelder. En dat houdt kansen in
maar ook struikelblokken en risico’s.
De
regionalisering heeft immers verstrekkende gevolgen. De wereld wordt
dynamischer maar ook minder stabiel. Als we willen dat ze meer rechtmatig en
efficiënt bestuurd wordt, dan is het bijvoorbeeld belangrijk dat internationale
instituties worden gereorganiseerd op basis van een geregionaliseerde
wereldorde. Het is duidelijk dat dit niet zonder de nodige conflicten zal gaan.
Regionaliseringsprocessen
zijn al snel politiek geladen. Zoals het een wetenschapper betaamt benadert de
auteur het onderwerp met een objectieve en onbevooroordeelde blik en houdt hij
zich ver van politieke gevoeligheden. Toch gaat hij de hete hangijzers niet uit
de weg. Zo biedt hij een interessant en verhelderend betoog over de oorsprong
en aard van regionale identiteiten. En hij maakt duidelijk dat de staat als
bestuurlijke entiteit iets anders is dan een natie, een idee uit de 18de eeuw.
Dit boek is
gebaseerd op een Engelstalige publicatie en geschreven voor een breed publiek.
Om alles goed te begrijpen is echter wel enige voorkennis vereist over
internationale instituties en organen. De tekst is bijwijlen nogal saai en
bevat relatief veel taalslordigheden. Maar wie zich daar niet aan stoort heeft
wel veel meer inzicht gekregen in belangrijke huidige en toekomstige politieke
ontwikkelingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten