dinsdag 18 april 2017

Schaarste

MULLAINATHAN, S. & E. SHAFIR, Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. A’dam, Maven Publishing, 2013, 359 pp. - ISBN 978 94 9057 499 4

Je deadlines niet halen en jezelf in de schulden steken. Wat hebben ze met elkaar gemeen? In beide gevallen gaat het om schaarste. Je komt iets tekort, je hebt minder dan je voor je gevoel nodig hebt. Eenzame mensen lijden onder een tekort aan sociale contacten, mensen op dieet onder een tekort aan voedsel.

Maar schaarste is meer dan ongelukkig zijn. Schaarste krijgt mensen in de greep en het wordt steeds moeilijker om eruit te geraken. Sommige mensen blijven geld lenen, anderen hebben altijd tijd tekort, weer anderen worden steeds eenzamer of hoppen van het ene dieet op het andere zonder succes. Schaarste is de gemeenschappelijke noemer van zeer uiteenlopende psychische en maatschappelijke problemen.

In dit boek proberen econoom Mullainathan en psycholoog Shafir te vatten hoe schaarste mensen in de greep krijgt en houdt. Het is niet alleen een kwestie van minder. Schaarste neemt bezit van het denken en de geest en verandert ons denkpatroon ingrijpend. Deze belasting van onze mentale vermogens maakt het leven er alleen maar moeilijker op.

In tijden van overvloed kunnen we ons veroorloven om de zaken op hun beloop te laten. Bij schaarste gaan al onze gedachten rond het tekort draaien. We moeten keuzes maken, de aandacht wordt gescherpt. Dat levert een voordeel op: we focussen op dringende kwesties.

Maar daarvoor betalen we een prijs. Die dringende zaken sleuren ons in een tunnelvisie waarin we in beslag genomen worden door het tekort. Zo hebben we geen speelruimte meer om ons om andere, belangrijke aspecten van ons leven te bekommeren. Dit is meteen het meest wezenlijke aspect van de psychologie van de schaarste. Ze beperkt de speelruimte of bandbreedte.

Schaarste tast bovendien de meest fundamentele capaciteiten aan. Ze heeft een negatieve invloed op de intelligentie en op de zelfbeheersing. Mensen gaan impulsiever reageren. Ze beginnen brandjes te blussen en gaan zich vervolgens kortzichtig gedragen. Daardoor lopen ze stelselmatig achter en raken vervolgens steeds verder achterop.

Schaarste creëert een denkpatroon dat leidt tot meer schaarste en dat vervolgens de schaarste in stand houdt. Zo komen mensen terecht in de schaarsteval. En juist wanneer ze het zich niet kunnen permitteren, verhoogt de aantasting van de bandbreedte de kans om fouten te maken.

Zo zijn arme mensen niet dom, lui of slordig, zoals vaak gedacht wordt. Dat armen er niet in slagen om uit hun precaire situatie te komen is niet in de eerste plaats te wijten aan persoonlijke eigenschappen, maar aan het feit dat ze arm zijn. Armoede vormt een belasting voor het denken. Gedegen wetenschappelijk onderzoek toont aan dat we onder deze omstandigheden allemaal zouden falen.

Waarom zou men dus niet méér doen met het vergroten van de bandbreedte? Een drastisch andere opzet van sociale programma’s zou de speelruimte van arme mensen kunnen vergroten, zodat ze meer plaats en gelegenheid hebben om zich met belangrijke zaken bezig te houden. Waarop wachten de beleidsmakers?

© Minervaria

Geen opmerkingen: