woensdag 23 september 2015

Kleinstaterij

STUER, V., Kleinstaterij. De terugkeer van de natie en de afkeer van Europa. A’pen, Uitg. De Bezige Bij, 2014, 251 pp. – ISBN 978 90 8542 6257.

Het nationalisme is weer in opmars. Onder het motto van de zelfbeschikking der volkeren willen separatistische bewegingen de bestaande staatsverbanden uit elkaar rukken. Andere verzetten zich met hand en tand tegen verdere Europese integratie. Wat zijn hun beweegredenen en hoe realistisch zijn hun aspiraties?

Het nationalisme gaat ervan uit dat de wereld bestaat uit naties. Volkeren hebben een bepaalde eigenheid en samenhang, met een gedeelde cultuur en een gezamenlijk verleden, die hen anders maken dan andere naties. De leden van deze volksgemeenschappen bezitten een collectieve identiteit en moeten zelf kunnen beschikken over hun toekomst. Een democratie is alleen haalbaar als de staat samenvalt met de natie of volksgemeenschap.

De ogenschijnlijk eenvoudige oplossing van het nationalisme roept in de praktijk echter heel wat vragen en bezwaren op. Als voorwaarde voor democratie en vrede is zelfbeschikking voor een volk inderdaad een mooi principe. Toch is een natiestaat geen noodzakelijke voorwaarde voor een bloeiende democratie, noch voor een leefbare samenleving. Er zijn genoeg voorbeelden van moderne natiestaten die een ouderwetse tirannie geworden zijn.

De collectieve identiteit, de sluitsteen van het natiestaatbetoog, kan vervolgens onmogelijk concreet ingevuld worden. Waar blijft de individuele vrijheid als de collectieve identiteit van een volk centraal staat? En wat is dan het lot van vreemde minderheden die niet passen in die collectieve identiteit? Moeten zij dan maar wijken? En moeten mensen in nood zoals vluchtelingen, die niet in het eigen kraam passen, dan maar ergens anders hun toevlucht zoeken?

Het ontstaan van naties en staten blijkt trouwens veel ingewikkelder te zijn dan de nationalistische mythe het wil. Een zuivere natiestaat bestaat immers niet. Zelfs natuurlijk lijkende staatsgrenzen staan niet garant voor een zuivere natiestaat. Elk land is een accident van de geschiedenis. Het is overigens maar de vraag in hoeverre een hedendaagse maatschappij kan voldoen aan de criteria van een eenduidige nationale cultuur.

Maakt dit een echte democratie dan onmogelijk? Zijn harmonie, culturele eenstemmigheid of ethische eensgezindheid echt noodzakelijk voor een weerbare en werkende democratie? Is het niet veel realistischer om een pragmatisch standpunt in te nemen dan een ideaal voor ogen te houden dat toch nooit bereikt kan worden? Een levende samenleving met een systeem van rechten en vrijheden lijkt trouwens eerder gediend met diversiteit en tegenstrijdige visies.

Tot slot lijken nationalistische partijen in een spreidstand te staan als het gaat over het lidmaatschap van de Europese Gemeenschap. Een ideologie die het zelfbeschikkingsrecht van volkeren centraal stelt, valt niet te rijmen met het inperken van de nationale soevereiniteit die de kern vormt van de Europese gemeenschap. Juist daardoor slaagt Europa er telkens in een terugval in minder democratie te voorkomen.

Als speechwriter van voormalig Europees Commissievoorzitter José Manuel Barroso en woordvoerder van Karel De Gucht is Vincent Stuer wellicht wat te weinig kritisch voor Europa. In Kleinstaterij toont hij aan waarom de natiestaat een onrealistisch en onhaalbaar idee is. Politiek bestuur moet niet gebaseerd zijn op rechtlijnige ideologie, maar op pragmatisme. Het is altijd gevaarlijk als men de werkelijkheid ondergeschikt maakt aan een idee.

Zijn conclusie liegt er niet om. “Keer op keer blijkt nationalisme een onweerstaanbare kracht om naties van elkaar te onderscheiden, om staten te verdelen, maar een die nooit bij machte is mensen ook samen te brengen. De belofte van de natie blijft telkens onvervuld. Kleinstaterij en verdeeldheid blijven achter.” (p. 235)

© Minervaria

Geen opmerkingen: