DEMICK, B., Hand in hand in het donker. Leven en liefde in Noord-Korea. (Vert. Nothing to Envy, 2009) A’dam, Uitg. J.M. Meulenhoff, 2010, 367 pp. – ISBN 978 90 290 8098 9
Van 2001 tot 2008 woonde Barbara Demick in Seoel om voor de Los Angeles Time verslag uit te brengen over de beide Korea’s. Voor een Amerikaanse was het buitengewoon moeilijk om Noord-Korea te bezoeken. Toch slaagde ze erin om het land negen keer binnen te komen. Eenmaal daar bleek het echter vrijwel onmogelijk om haar werk te doen. Westerse journalisten kregen begeleiders toegewezen die hen langs een zorgvuldig uitgestippelde route leidden. En het was niet toegestaan contact te leggen met gewone burgers.
Om zich toch een beeld te kunnen vormen van het echte leven in de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea ging ze praten met mensen die naar Zuid-Korea of naar China waren gevlucht. Ze heeft een honderdtal Noord-Koreaanse vluchtelingen geïnterviewd en hun verhalen aangevuld met de informatie die ze zelf in het land heeft verkregen.
Ze concentreerde zich op voormalige inwoners van Chongjin. Deze stad ligt in het noorden, ver weg van de goed onderhouden bezienswaardigheden die de Noord-Koreaanse overheid aan buitenlandse bezoekers laat zien. Chongjin is de derde stad van Noord-Korea en verboden gebied. De stad is vrijwel volledig afgesloten voor buitenlanders. Het is een van de plaatsen die het hardst getroffen werd door de hongersnood van de jaren negentig.
Hand in hand in het donker beschrijft het leven in een land waar de meeste volwassenen het zich niet kunnen veroorloven om te lunchen en waar kinderen tot 6 cm minder lang zijn dan het gemiddelde voor hun leeftijd. Er heerst een chronisch voedselgebrek en mensen kunnen slechts met veel moeite en creativiteit de eindjes aan elkaar knopen. En ondanks het ‘communistische’ ideaal groeit de kloof tussen arm en rijk gestaag.
Dit dagelijkse gevecht van de bevolking om te overleven wordt door de Noord-Koreaanse leiders gerechtvaardigd met behulp van eigenaardige ideologische kronkels, waarmee ze hardnekkig proberen om het ‘socialisme’ te herstellen. Ze houden de mensen voor dat Noord-Koreanen een superieur volk zijn dat door deze beproevingen nog sterker zal worden. Daar komen ze ook nog mee weg, want ze slagen erin om de meeste mensen dit te doen geloven. Mensen die vluchten laten familie achter die daarvan vaak de tol moet betalen.
Barbara Demick heeft de mondelinge getuigenissen van vluchtelingen getoetst aan wat er bekend is over gebeurtenissen in Noord-Korea en aan video-opnamen die in het geheim zijn gemaakt in Chongjin. Dit boek onthult wat u niet te zien krijgt op de beelden van journalisten die, al dan niet op uitnodiging van de Noord-Koreaanse overheid, het land binnen mochten.
© Minervaria
Van 2001 tot 2008 woonde Barbara Demick in Seoel om voor de Los Angeles Time verslag uit te brengen over de beide Korea’s. Voor een Amerikaanse was het buitengewoon moeilijk om Noord-Korea te bezoeken. Toch slaagde ze erin om het land negen keer binnen te komen. Eenmaal daar bleek het echter vrijwel onmogelijk om haar werk te doen. Westerse journalisten kregen begeleiders toegewezen die hen langs een zorgvuldig uitgestippelde route leidden. En het was niet toegestaan contact te leggen met gewone burgers.
Om zich toch een beeld te kunnen vormen van het echte leven in de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea ging ze praten met mensen die naar Zuid-Korea of naar China waren gevlucht. Ze heeft een honderdtal Noord-Koreaanse vluchtelingen geïnterviewd en hun verhalen aangevuld met de informatie die ze zelf in het land heeft verkregen.
Ze concentreerde zich op voormalige inwoners van Chongjin. Deze stad ligt in het noorden, ver weg van de goed onderhouden bezienswaardigheden die de Noord-Koreaanse overheid aan buitenlandse bezoekers laat zien. Chongjin is de derde stad van Noord-Korea en verboden gebied. De stad is vrijwel volledig afgesloten voor buitenlanders. Het is een van de plaatsen die het hardst getroffen werd door de hongersnood van de jaren negentig.
Hand in hand in het donker beschrijft het leven in een land waar de meeste volwassenen het zich niet kunnen veroorloven om te lunchen en waar kinderen tot 6 cm minder lang zijn dan het gemiddelde voor hun leeftijd. Er heerst een chronisch voedselgebrek en mensen kunnen slechts met veel moeite en creativiteit de eindjes aan elkaar knopen. En ondanks het ‘communistische’ ideaal groeit de kloof tussen arm en rijk gestaag.
Dit dagelijkse gevecht van de bevolking om te overleven wordt door de Noord-Koreaanse leiders gerechtvaardigd met behulp van eigenaardige ideologische kronkels, waarmee ze hardnekkig proberen om het ‘socialisme’ te herstellen. Ze houden de mensen voor dat Noord-Koreanen een superieur volk zijn dat door deze beproevingen nog sterker zal worden. Daar komen ze ook nog mee weg, want ze slagen erin om de meeste mensen dit te doen geloven. Mensen die vluchten laten familie achter die daarvan vaak de tol moet betalen.
Barbara Demick heeft de mondelinge getuigenissen van vluchtelingen getoetst aan wat er bekend is over gebeurtenissen in Noord-Korea en aan video-opnamen die in het geheim zijn gemaakt in Chongjin. Dit boek onthult wat u niet te zien krijgt op de beelden van journalisten die, al dan niet op uitnodiging van de Noord-Koreaanse overheid, het land binnen mochten.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten