DE
GRAAFF, B, Op weg naar Armageddon. De
evolutie van fanatisme. A’dam, Uitg. Boom, 2012, 755 p. – ISBN 978 94 6105
463 0
Op 10 oktober schoten talibanstrijders de Pakistaanse Malala Yousafzai op de schoolbus koelbloedig tweemaal in
het hoofd. De reden: ze was een onvermoeibare pleitbezorgster voor het recht op
onderwijs en opleiding voor mesijes en vrouwen. Ons verstand staat erbij stil. Onderwijs
voor vrouwen past niet in het wereldbeeld van de Taliban, die er een hoogst
selectieve en enge interpretatie van de Koran op nahouden. Wat bezielt deze
mannen? Waar halen ze die fanatieke ideeën vandaan?
Radicale
gelovigen van allerlei schakering zijn er stellig van overtuigd dat een
onvolmaakte samenleving nu of in de toekomst moet vervangen worden door een
volmaakte wereld. Deze revolutionaire utopisten voeren een obsessieve, compromisloze
strijd om hun ideeën op te leggen aan de werkelijkheid en hebben er geen moeite
mee om daarvoor geweld te gebruiken en ook mensen op te offeren. Ze hebben in
alle tijdperken meer onheil veroorzaakt dan alle schurken en psychopaten
tezamen.
Het verhaal van Bob de Graaff, hoogleraar Geschiedenis van de Internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht, start met het Bijbelboek Openbaring dat op het einde
van de eerste eeuw werd geschreven door Johannes van Patmos. Tot en met de 17e
eeuw was dit de belangrijkste inspiratiebron voor een bonte reeks
eindtijdverkondigers. Vooral vanaf het einde van de Middeleeuwen manifesteerden
zich in Europa verschillende groeperingen met een gewelddadig verlangen het
rijk van God op aarde te vestigen. Deze sekten werden door de autoriteiten fel
bestreden omdat ze een bedreiging vormden voor de openbare orde.
Dit
religieuze fanatisme werd in de 18e eeuw door de Verlichting verdrongen.
Het idee van de maakbaarheid van de samenleving leidde echter tot het ontstaan van
een nieuw soort fanatisme. De Franse Revolutie was de eerste gewelddadige omwenteling
die geïnspireerd was door een seculiere ideologie. De terreur van Robespierre en Saint-Just, de coryfeeën van de Franse Revolutie, was gebaseerd op de ideeën
van Jean-Jacques Rousseau. Die blijken veel minder onschuldig dan doorgaans wordt
voorgesteld.
Ze legden
immers de basis voor de denkbeelden van filosofen, die de brandstof leverden
voor de totalitaire ideologieën van de 20e eeuw. Het ideologisch
fanatisme van de Russische intelligentsia baseerde zich op de ideeën van Hegel
en Marx en ontwikkelde zich tot het communisme. Het anarchisme en de filosofie
van Nietzsche inspireerden dan weer het Italiaanse fascisme en het Duitse nationaalsocialisme.
Staat met
het einde van de tweede wereldoorlog de ideologische variant voorlopig op een
laag pitje, het religieuze fanatisme is weer helemaal terug van weggeweest. Aan
het einde van de 20e eeuw kenden de Verenigde Staten, het
toevluchtsoord van een onoverzichtelijke
wirwar van christelijke milities met apocalyptische ideeën. Sommige van die
stromingen liepen rampzalig af.
Maar het
zwaartepunt van het religieus fanatisme bevindt zich op het ogenblik in de
islamitische wereld. De moslimbroederschap, het wahhabisme, de groep rond Osama
Bin Laden en het theocratische regime in Iran zetten abstracte politieke
ideologieën en doelstellingen om in een religieus gebod. In dat opzicht is er
geen verschil tussen de christelijke milities in de VS en de islamitische in
het Midden-Oosten.
Dit boek
laat zien hoezeer, ondanks alle verschillen, de verschillende fanatieke stromingen
uit hetzelfde vaatje putten. Ideeën komen immers niet tot stand in een vacuüm.
Mensen leven in een geestelijke traditie en bouwen voort op een gedachtegoed
dat door eerdere denkers is geformuleerd. Dit wil echter niet zeggen dat een
gelovige, filosoof of ideoloog verantwoordelijk gehouden kan worden voor het
gedachtegoed dat op het zijne voortbouwt, aldus de Graaff.
Dit boek
beperkt zich tot de succesnummers onder de fanatieke ideeën. Wat met een sisser
afliep haalt meestal de annalen van de geschiedenis niet. Misschien is het ook
maar goed dat niet nog méér fanatieke apocalyptici in hun levensproject
slaagden. Het is immers erg verontrustend te beseffen welke desastreuze
gevolgen een fanatieke utopie kan hebben voor de bevolking en de toekomst van
hele landen en zelfs de hele wereld. Het is een waarschuwing tegen iedere
bevlogen beweging die aan personencultus doet, met opgeblazen en meeslepende
retoriek onrealistische heilsverwachtingen propageert en daarvoor ingrijpende
maatschappelijke veranderingen nodig acht. Het is zeker opletten geblazen
wanneer die veranderingen ten koste moeten gaan van bepaalde mensen of groepen.
Hoe
wenselijk ook, het fanatieke ideeëngoed zal in de toekomst niet verdwijnen. Fanatici
mogen door nuchtere mensen als geschift beschouwd worden of op de lachlust
werken, voor de gewelddadige utopist is het letterlijk bloedige ernst. Fanatisme
gaat uit van hooggestemde idealen, een gevoel van onbehagen met de bestaande
orde. De verkondigers van fanatisme zijn dromers die zich niet kunnen verzoenen
met een onvolmaakt bestaan. Ze zoeken gerechtigheid voor de verdrukking van het
aardse bestaan en menen die te zullen vinden in een radicale omwenteling. Misschien
is dit meteen ook een antwoord op de vraag waarom zoveel mensen zich kritiekloos
op sleeptouw laten nemen door volksmenners die drastische verandering beloven. Dit
is beangstigend, omdat denken vroeg of laat tot handelen leidt.
En meteen
is dit boek een pleidooi voor de twijfel, of de overtuiging dat andere
gedachten en opvattingen misschien even geldig en waardevol kunnen zijn als de
eigen ideeën. “Ze vormt de basis voor twee zaken die ik noodzakelijk vind voor
een menswaardig bestaan: democratie en wetenschap”, aldus Bob de Graaff. Een uitspraak
die ik helemaal onderschrijf.
Voor zijn
onderzoek heeft de Graaff heeft zich diepgaand gedocumenteerd, getuige de
uitgebreide notenlijst en literatuuropgave. De tekst is zeer inzichtelijk en
onderhoudend geschreven. Dit monumentale werk heeft me van begin tot eind
kunnen boeien. Het was een openbaring, maar dan met een kleine letter.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten