STUURMAN,
S., De uitvinding van de mensheid. Korte
wereldgeschiedenis van het denken over gelijkheid en cultuurverschil.
A’dam, Uitg. Bert Bakker, 2009, 573 pp. – ISBN 978 90 351 3493 5
All humans
are born free and equal in dignity and rights. They are endowed with reason and
conscience and should act towards one another in a spirit of brotherhood.
De Universal Declaration of Human Rights
laat er geen twijfel over bestaan: alle mensen zijn gelijk en moeten behandeld
worden als medemensen. Van de Universele
Verklaring voor de Rechten van de Mens gaat een groot internationaal gezag
uit. Nagenoeg alle landen op de wereld hebben deze verklaring ondertekend. Organisaties
die de naleving ervan bewaken en overtreders op de vingers tikken, zoals Amnesty
International en Human Rights Watch, genieten overal veel ontzag.
Wat wij
nu als vanzelfsprekend beschouwen is dit echter lange tijd niet geweest. Dat
alle mensen gelijk zijn is immers geen feit maar een idee dat geleidelijk in de
geesten heeft postgevat. En wanneer een idee eenmaal denkbaar wordt, evolueert het geleidelijk naar werkelijkheid, zegt politicoloog Siep Stuurman. De ‘mensheid’ kan dus beter gezien worden als een uitvinding, een voorstel om de menselijke verhoudingen op een nieuwe manier te bekijken en te waarderen.
Hoe was
het mogelijk dat mensen vreemdelingen, die andere gebruiken hebben, andere
goden aanbidden en er anders uitzien, als medemensen en zelfs als gelijken zijn
gaan beschouwen? In dit boek onderzoekt Stuurman hoe de gelijkheidsgedachte in
verschillende culturen en beschavingen ontstond, geëvolueerd is en tenslotte vaste
grond heeft gekregen. Zijn verkenningstocht omvat bijna 3000 jaar ideeëngeschiedenis
vanaf de tijd van Homeros tot nu.
De eerste
ons bekende denkbeelden over gemeenschappelijke menselijkheid ontstonden in stedelijk-agrarische
schriftculturen die zich moesten verdedigen tegen de nomaden aan hun grenzen. Toen
al erkenden schrijvers en dichters over de cultuurverschillen heen dat deze
gevreesde stammen, hoe anders en afschrikwekkend ook, eveneens mensen waren. De
grote religieuze en filosofische stromingen zoals het christendom, de islam,
het confucianisme, het boeddhisme en de Griekse en Romeinse filosofie maakten
vervolgens denkbaar dat alle mensen deel uitmaakten van eenzelfde schepping. Toch
was men nog ver van de gelijkheidsgedachte zoals wij die kennen. Gelijk was
iemand als hij het ‘goede leven’ leidde volgens de juiste religieuze of
filosofische stroming.
Ook de wetenschappelijke
nieuwsgierigheid naar andere culturen groeide snel. Al in de oudheid brachten
avontuurlijke figuren ettelijke jaren door bij andere culturen. Hieruit
besloten ze dat die geen verzameling bizarre en afwijkende geplogenheden waren, maar een samenhangend en rationeel geheel van instellingen en gebruiken.
Tegen het einde van de middeleeuwen was men van mening dat, over de culturen
heen, alle mensen mensen zijn.
Dat
belette de Europeanen echter niet om de inheemse volkeren in de pas ontdekte
nieuwe wereld te decimeren en op mensonwaardige manier uit te buiten. Hun leefwijze
was zó anders dat ze door de meesten als ronduit inferieur werden bestempeld.
Sommige moedige mannen verhieven echter hun stem tegen de onderdrukking en de
uitroeiing van de inheemse bevolking. Hun pleidooi voor respect voor de
menselijkheid van de ‘indianen’ deed in Europa nieuwe denkvormen over
gelijkheid en cultuurverschil ontstaan.
Het hedendaags
denken over gelijkheid en ongelijkheid werd vooral door de Verlichting ingrijpend
en onherroepelijk veranderd. Die stelde de traditionele vormen van ongelijkheid
tussen de standen, de seksen, de religies en de volkeren ter discussie. Alle
mensen werden geacht begiftigd te zijn met rede en gevoel. De waarneembare
maatschappelijke verschillen tussen de mensen werden verklaard uit de materiële
en sociale omgevingsfactoren. Die gaven de mensen meer of minder ruimte om hun
natuurlijke vermogens te ontplooien. Op grond van deze visie ontstond dan weer een
nieuwe vorm van ongelijkheid. Men onderscheidde immers twee categorieën van
mensen: de ‘verlichte’ burgers, zij die al ‘gelijk’ waren en de groep die dat
nog niet was en moest ‘opgevoed’ worden.
Deze
zienswijze werd ondersteund door het wetenschappelijk racisme en de
filosofische geschiedenis. Met behulp daarvan probeerden de Europese kolonisten
de slavernij en hun machtspositie in de kolonies te handhaven. Zo ontstond een
soort ‘kleurbarrière’ die tot in de helft van de 20e eeuw bleef
bestaan. Deze theorieën werden door een aantal strijdvaardige Amerikaanse en
Aziatische activisten tegen slavernij met klem bestreden en weerlegd.
Na de
afschaffing van de slavernij moest de pedagogische beschavingsmissie bij de
gekleurde volkeren het kolonialisme rechtvaardigen. De antikolonialistische
tegenstemmen gingen echter steeds luider klinken. Hun kritiek legde de basis
voor het ideeëngoed dat na het debacle van de tweede wereldoorlog gemeengoed
geworden is. Tegenwoordig fungeren de mensenrechten als de normatieve code voor
een geglobaliseerde wereld.
Toch zijn
hiermee gelijkheid en gelijke rechten niet echt vanzelfsprekend geworden. In
een wereld van grootschalige migratie steken ideeën over ongelijkheid massaal
weer de kop op. Verschil en superioriteit worden weer benadrukt. Gelijkheid, pluraliteit en verdraagzaamheid moeten weer bevochten worden.
Dit
lijvige boek heb ik met groeiende belangstelling gelezen. Het was een
opfrissing van de standpunten en inzichten over gelijkheid en menselijkheid van
bekende denkers, wetenschappers en activisten, zoals Herodotus, John Stuart Mill, Franz Boas, Mahatma
Gandhi. Maar bovenal haalt Siep Stuurman een aantal minder bekende of vergeten
figuren van onder het stof der geschiedenis. Ik maakte kennis met niet-westerse
pioniers van de antropologie, Ssu-ma Ch’ien en Ibn Chaldun, en met de vurige
pleidooien voor een menselijke behandeling van inheemsen en tegen slavernij van
gedreven mannen zoals Frederick Douglas, Bartholomé Las Casas, Dadabhai Naojori.
Als
actief lid van Amnesty International liggen gelijke rechten mij uiteraard nauw
aan het hart. Dit inhoudelijk zeer rijke werk heeft mij dan ook van begin tot
eind kunnen boeien. De tekst is zeer vlot geschreven en dus voor de doorsnee geïnteresseerde
leek zeer toegankelijk.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten