donderdag 30 juni 2011

Moeten wij van elkaar houden?

HEIJNE, B., Moeten wij van elkaar houden? Het populisme ontleed. A’dam, De Bezige Bij, 2011, 143 pp. – ISBN 978 90 234 3587 7

Eigen volk eerst.
Meer muziek van eigen bodem op de radio of in de metro.
Onderwijs in de tweede landstaal afschaffen.
Aanpassen of opkrassen.



De landen in West-Europa zijn in de ban van hartstochten waar men na de tweede wereldoorlog niet meer van wilde weten. Identiteit, groepsdenken, blind geloof in de eigen geschiedenis en eigen cultuur zijn aan de orde van de dag. Slogans over ‘eigen volk’ en nationale trots verdringen de verlichte humanistische grondbeginselen van de naoorlogse democratieën.

In een wereld van hartstocht en emoties lijkt de Verlichtingstaal van de naoorlogse democratie versleten. Gelijkheid, tolerantie, rechtvaardigheid en solidariteit, de universele waarden van de Verlichting, worden als onpersoonlijk en afstandelijk ervaren. Ze moeten het afleggen tegen verwantschap, eigenheid en nationale trots.

Hoe was de opkomst van het nieuwe populisme mogelijk? En hoe kunnen we verklaren dat de verdedigers van het naoorlogse humanistische ideeëngoed nauwelijks invloed hebben?

In dit stilistisch verfijnd essay presenteert Bas Heijne een min of meer samenhangende verzameling beschouwingen die voor verschillende gelegenheden zijn geschreven. Ze leiden tot zijn eigen persoonlijke diagnose van de oorsprong en het succes van het huidige politieke populisme. Dit laat zich niet zuiver rationeel verklaren omdat de kern ervan heel weinig met redelijkheid te maken heeft, stelt hij.

Het vertrouwde landschap lijkt van alle kanten bedreigd te worden. De gewone man is bang voor de gevolgen van globalisering en immigratie. In de alles doordringende mediacultuur worden feiten en objectieve kennis weggespoeld door een emotionele beeldcultuur. Rationele overwegingen delven het onderspit tegen gevoelens en diepgewortelde menselijke behoeften.

Twee denkoefeningen hebben mij in het bijzonder aangesproken. De eerste is een verkenning van de mysterieuze aantrekkingskracht van identiteit. De tweede een analyse van de huidige politieke stromingen als een botsing tussen twee tegengestelde opvattingen over moderniteit, de Verlichting en de antiverlichting.

Eindelijk hoeven we niet meer van elkaar te houden, zo lijkt het wel. Misschien hoeven we elkaar niet eens aardig te vinden, zegt Bas Heijne. Vijandigheid en uitsluiting zijn deel van de menselijke natuur. Maar we moeten ook niet zonder meer toegeven aan de kretologie van het populisme, dat de geloofsartikelen van de Verlichting slappe leugens noemt. Gelijkheid, tolerantie en vrijheid mogen niet overboord gegooid worden maar herdacht, zodat zelfs in een zakelijk georganiseerde maatschappij ogenschijnlijk irrationele verlangens naar gemeenschap en identiteit tot hun recht kunnen komen.

Hiermee is natuurlijk geen concrete oplossing gegeven, maar dit was ook niet de bedoeling van de auteur. Typerend voor dergelijke essays is echter dat ze een maatschappelijke realiteit als abstractie bekijken. Ik mis de inbreng van wetenschappelijk onderzoek en vooral de stem van de gewone man over wie het gaat. We moeten immers niet van elkaar houden, we moeten een manier vinden om met elkaar te kunnen leven.

© Minervaria

Lees ook: Een vreemde in eigen land?

Geen opmerkingen: