JACOBS, B., De prijs van gelijkheid. A’dam, Uitg. Bert Bakker, 2008, 251 pp. – ISBN 978 90 351 3321 1
Dit boek gaat over verschil en gelijkheid in inkomen. De lezer wordt reeds in het voorwoord gewaarschuwd: voor niet-ingewijden in de economie wordt het een stevige kluif. Maar mensen met een redelijke achtergrond in algemene economie zouden het wel moeten kunnen volgen, aldus Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Een uitdaging dus. En het is inderdaad worstelen geworden.
Niemand betaalt graag belastingen. Daarmee dragen we immers een deel van de beloning voor hard werk, scholing en spaarzaamheid af aan de overheid. We weten dat dit geld gebruikt wordt om de welvaart in een land te spreiden. Daarvan plukken wij zelf de vruchten via collectieve voorzieningen. Maar wie er misschien niet zo hard voor heeft gewerkt heeft er ook profijt van. Nogal wat mensen vinden dan ook dat ze teveel belasting moeten betalen.
Door belastingen herverdeelt de overheid de totale rijkdom in een land. Zo ontstaat er meer inkomensgelijkheid en groeit er meer maatschappelijke welvaart. Hoe dit herverdelingsbeleid eruit ziet wordt bepaald door de politieke voorkeuren en opvattingen in een land. In het eerste hoofdstuk geeft Bas Jacobs een bondig overzicht van de politieke redenen om naar meer inkomensgelijkheid in een samenleving te streven. Rechtvaardigheidsoverwegingen spelen daarbij de hoofdrol.
Maar ongeacht de politieke voorkeur krijgt herverdeling als middel om de maatschappelijke welvaart te doen stijgen ook economische ondersteuning. Meer welvaart voor iedereen is om verschillende redenen gunstig voor de markt. In dit boek wordt het herverdelingsvraagstuk vanuit een economisch standpunt behandeld. De econoom bekommert zich niet zozeer om rechtvaardigheid, maar om doelmatigheid en efficiëntie. En dit was wel even wennen.
Vanuit economisch oogpunt is het streven naar meer gelijkheid immers een kostenpost. Belastingen verstoren de werking van de markt en leiden tot een minder efficiënte marktwerking. Ook al wordt er uiteindelijk maatschappelijke winst geboekt, het realiseren van welvaart, gelijke kansen en positieve vrijheid resulteert ook altijd in een zeker welvaartsverlies. De prijs van gelijkheid is het offer dat de samenleving brengt om een gelijkere verdeling van welvaart te realiseren. Economen zullen dus uitrekenen wat de samenleving daarvoor moet betalen. Ze willen bovendien uitzoeken welke inkomensverdeling de hoogste maatschappelijke welvaart oplevert.
Dit is ook het opzet van Bas Jacobs. Zijn centrale stelling is dat de prijs van gelijkheid te hoog is. De overheid grijpt op veel manieren in om meer inkomensgelijkheid te bereiken. Door de bril van economen gezien leveren veel van die maatregelen echter geen bijdrage aan meer gelijkheid. Ze zadelen de samenleving daarentegen op met hoge economische kosten. In zijn boek werkt hij deze stellingen grondig uit.
In een moeilijk en saai hoofdstuk probeert hij ons wegwijs te maken in welvaartseconomie. Hij verheldert haar uitgangspunten en berekent wat het kost om gelijkheid na te streven. Hieruit volgt dat een progressieve inkomstenbelasting het meest doelmatige middel is om welvaart economisch efficiënt te delen.
Jacobs neemt vervolgens het herverdelingsbeleid van de Nederlandse overheid onder de loep. Hij legt uit waarom subsidiëring van het hoger onderwijs, van huisbezit en van sparen voor het pensioen niet meer gelijkheid bewerken. Dit geldt evenmin voor het minimumloon en de vlaktaks. Op economische gronden vallen het innen van kapitaal- en vermogensbelastingen en van vennootschapsbelasting dan weer wel te verdedigen. Dit vond ik veruit het meest interessante deel van het boek. Het was een uitstekende gelegenheid om mijn opvattingen over een en ander te toetsen en te nuanceren.
De economie heeft het echter in de politiek, misschien gelukkig maar, niet zonder meer voor het zeggen. De prijs van gelijkheid is het best gediend met een geolied en goed werkend politiek proces. Dit blijft een ideaal, want de politiek heeft rekening te houden met het kiezersgedrag en de veranderlijkheid van politieke voorkeuren. Mensen kiezen bovendien op andere dan enkel economische gronden en verhinderen daardoor soms zelf dat ze optimaal delen in de welvaartskoek.
Bas Jacobs pleit in dit boek voor ‘aanbodvriendelijk sociaal beleid’. Het is wel erg jammer dat hij niet toelicht wat hij hieronder verstaat. Ik heb het in ieder geval niet kunnen vinden. Misschien komt dat door mijn eigen gebrek aan kennis. Maar het is wel een gemiste kans. Er zijn heel zeker velen zoals ik, die weinig begrijpen van het economische proces. Een duidelijke en verteerbare uitleg zou heel zeker in dank afgenomen worden.
Dit boek was een aanleiding om mijn eigen opvattingen over het herverdelingsbeleid van de overheid kritisch te beschouwen. Het was bovendien een leerrijke kennismaking met economisch vakjargon en economenwijsheid. Daarvoor moest ik de politieke en ethische denkkaders loslaten en dat werkte verfrissend.
De economische realiteit is uitermate ingewikkeld. Economische modellen gaan daarom altijd uit van vereenvoudigingen. Ze zijn een zeer gesimplificeerde weergave van de werkelijkheid, waarin essentiële elementen zijn weggelaten. Er zijn talrijke bezwaren en randvoorwaarden. Ik vroeg me dus geregeld af wat de wetenschappelijke waarde van zo’n model nog kan zijn. Met de woorden van Bas Jacobs zelf: “(worden) alle resultaten in de economische theorie gedreven door veronderstellingen en die zijn niet altijd even onschuldig” (p. 158)
Het stelde mij ook teleur dat Bas Jacobs vertrekt van het traditionele mensbeeld in de economie: mensen kiezen individualistisch en rationeel. Ik dacht dat het ook in de economie stilaan daagt dat dit een zeer onvolledig uitgangspunt is.
Ik had het kunnen weten. Het was een zware dobber, en ik beken dat ik de talrijke zeer technische onderdelen, inclusief de tabellen en grafieken, heb overgeslagen. Voor een absolute leek in de economische wetenschap blijven grote delen van dit boek ontoegankelijk. Bas Jacobs heeft echter zichtbaar zijn best gedaan om de inhoud verteerbaar te maken. Ieder hoofdstuk besluit met een begrijpelijke samenvatting en conclusies. Het is jammer dat hij geen verklarende woordenlijst van vakterminologie heeft opgenomen.
© Minervaria
Aansluitend:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten