woensdag 29 juli 2015

De ongelovige Thomas heeft een punt

BRAECKMAN, J. & M. BOUDRY, De ongelovige Thomas heeft een punt. Handleiding voor kritisch denken. A’pen, Utrecht, Uitg. Houtekiet, 2011, 344 pp. – ISBN 978 90 8924 188

Energetische kristallen, complottheorieën, helderziendheid, homeopathie, handoplegging, telekinese, aardstralen, telepathie, urinetherapie, oorkaarstherapie, astrologie, wichelroedelopen, auratherapie, chakra’s, het bestaan van engelen, sterrenkinderen, geloof in vorige levens en wenende Mariabeelden. Het aanbod van bizarre beweringen en opvattingen is tot op de dag van vandaag schier onuitputtelijk.

We hebben allemaal overtuigingen die we ons zonder goede redenen eigen maakten. Zelfs zeer verstandige mensen, onder wie wetenschappelijk geschoolde academici, kunnen ten prooi vallen aan compleet onzinnige overtuigingen. Gelukkig zijn de meeste ervan vrij onschuldig, maar ze kunnen ook zeer gevaarlijk zijn. Zo leverden de Protocollen van de Wijzen van Sion stof voor het antisemitisme en de Jodenvervolging in de vorige eeuw.

Het menselijk denken is bijzonder vatbaar voor bijgeloof, valse verbanden en geloof in bovennatuurlijke krachten. De menselijke hersenen zijn immers niet geëvolueerd om te onderzoeken of iets juist is, maar om snel te reageren op prikkels die op gevaar kunnen wijzen. Informatie die op het eerste zicht belangrijk is zet aan tot actie. Zodoende leggen mensen gemakkelijk verbanden die niet stroken met de werkelijkheid.

Gelukkig kunnen we nadenken over het denken zelf. Kritisch denken is de beste garantie tegen zelfbedrog. Behalve voor alledaagse en triviale uitspraken, is het verstandig om een nieuwe opvatting niet te aanvaarden voordat er voldoende en deugdelijke bewijzen zijn. Een dergelijke houding druist echter in tegen onze natuurlijke psychologische neigingen en vergt daarom bewuste oefening.

Hoe moeten we te werk gaan om niet elke bewering voetstoots aan te nemen? Hoe kunnen we desinformatie opsporen en ondeugdelijke argumenten doorprikken? Hoe herkennen we tegenstrijdige beweringen? Wat is een geldige veralgemening of afleiding? Zijn bepaalde vergelijkingen correct of misleidend? Hoeveel afwijkende fouten volstaan om een theorie onderuit te halen?

Als doorwinterde sceptici leggen de auteurs verschillende bizarre beweringen langs de lat van het kritisch denken. Ze lichten de basismechanismen toe van kritisch denken en verschaffen tevens een aantal vuistregels om ondeugdelijke opvattingen te herkennen. Hiervoor steunen ze op de resultaten van doorgedreven onderzoek in de cognitieve psychologie. Dit maakt duidelijk hoezeer ons denken vatbaar is voor illusies en vooringenomenheden.

Zo maken ze duidelijk hoe complottheorieën drijven op de neiging van mensen om conclusies te trekken op basis van oppervlakkige verbanden. Ze ontrafelen de mysteries rond fabeldieren en monsters zoals Bigfoot en het monster van Loch Ness. Ze leggen uit hoe ons geheugen ons in de maling kan nemen en opzadelen met verdrongen herinneringen. En ze tonen aan hoe gemakkelijk mensen in een goed voorbereide hoax kunnen tuinen.

U leert waarom u geen geloof moet hechten aan theorieën die gebaseerd zijn op religieuze geschriften, zoals het creationisme. U krijgt een rondleiding in het wetenschappelijk onderzoek naar mirakels, bijna-doodervaringen, leven na de dood en bidden voor genezing. U wordt wegwijs gemaakt in de trukendoos van mediums en helderzienden. En u leert de strategieën doorzien van pseudowetenschappers waarmee ze zich indekken tegen mogelijke ontkrachting en interne contradicties.

In de bespreking van het postmodernisme wordt tot slot duidelijk dat kritisch denken niet gelijk staat aan alles relativeren en onophoudelijk in vraag stellen. Kritische denkers staan wel sceptisch tegenover theorieën en praktijken die in strijd zijn met wetenschappelijke inzichten of die de wetenschappelijke methodologie aan hun laars lappen. Ze worden daardoor vaak beschouwd als tegendraadse lastposten en onverdraagzame wetenschapsfundamentalisten. Toch verplichten zij niemand om inzichten te aanvaarden die botsen met de eigen diepste overtuigingen.

In De ongelovige Thomas heeft een punt komt uiteraard niet het hele domein van pseudowetenschap en bizarre overtuigingen aan bod. De auteurs hebben een keuze gemaakt uit de meest gangbare onzinnige theorieën en verwijzen naar andere lectuur voor wie zich daarin wil verdiepen. Ze willen een handleiding aanreiken, waarmee waarschijnlijke van minder waarschijnlijke beweringen kunnen onderscheiden worden en drogredeneringen kunnen herkend worden. Daarin zijn ze met glans geslaagd.

Een rechtgeaarde gelovige zal dit boek wellicht links laten liggen. Het is echter warm aanbevolen aan iedereen die zichzelf niet goedgelovig vindt en, zoals de apostel Thomas, zich liever niet laat vangen door loze beweringen. De tekst is bovendien helder en onderhoudend geschreven en vlot te lezen. Alleen het laatste hoofdstuk over het postmodernisme is minder toegankelijk voor de modale lezer.

© Minervaria

Geen opmerkingen: