woensdag 23 februari 2011

Het verdorven genootschap

BLOM, P., Het verdorven genootschap. De vergeten radicalen van de Verlichting. (Vert. The Wicked Company, 2010) A’dam, Uitg. De Bezige Bij, 2010, 444 pp. – ISBN 978 90 234 5831 9

Wanneer we over de Verlichting spreken denken we spontaan aan de grote namen Voltaire en Rousseau. Toch waren zij zeker niet de meest briljante denkers van hun tijd. De radicalen waren veel oorspronkelijker en revolutionairder. In Het verdorven genootschap vertelt de historicus Philipp Blom het verhaal van twee prominente filosofen die nagenoeg vergeten zijn, maar wier gedachten hun tijd ver vooruit waren.

Denis Diderot is vooral bekend als redacteur van de grote Encyclopédie en als auteur van een paar vernieuwende romans. De naam Paul-Henri Thiry d’Holbach leeft alleen nog voort bij een paar gespecialiseerde wetenschappers. Toch ontwikkelde Diderot revolutionaire denkbeelden in zijn romans en schreef Holbach de eerste atheïstische boeken sinds de Oudheid.

De kernboodschap van de Verlichting luidt dat de mens begaafd is met rede en vrije wil. Hij is het zichzelf en zijn medemensen verplicht om dit verstand te gebruiken en zelfstandig na te denken. De radicalen trokken dit uitgangspunt door tot zijn uiterste consequenties. Hun wereldbeeld was strikt naturalistisch. Lang voor Darwin beschouwden ze de mens als het resultaat van natuurlijke evolutie. Zoals ieder dier zoekt de mens genot en vlucht hij voor pijn. Er is geen leven na de dood, geen God of hogere intelligentie, geen goddelijk plan of Voorzienigheid. Er is alleen een natuurlijke wereld van leven en dood en de strijd om te overleven.

Hieruit volgt dat wij de zin van ons leven moeten zoeken in het leven zelf. Iedere mens, ongeacht maatschappelijke status, geslacht, ras en geloof, heeft evenveel recht op het najagen van genot, en in laatste instantie geluk. In een samenleving kan dit alleen worden bereikt door middel van solidariteit en samenwerking. Deze visie laat geen ruimte voor een aristocratie, voor geboorterecht en voor een maatschappelijke hiërarchie. Zo formuleerden de radicalen een eenvoudige theorie over sociale rechtvaardigheid, gebaseerd op inzicht in de menselijke aard.

Dit was natuurlijk niet naar de zin van diegenen die de macht in handen hadden. In de achttiende eeuw werd dit soort gedachten als ketters beschouwd. Mensen die tegen de leer van de kerk in gingen, liepen het gevaar om gevangengezet te worden, of zelfs terechtgesteld. Bovendien kon men in het Ancien régime, dat voor de Franse Revolutie aan de macht was, de sociale en politieke orde niet ongestraft ter discussie stellen.

De radicale denkers droegen de oppositie. Het verdedigen van dit ideeëngoed getuigde van grote moed. Hun boeken en pamfletten moesten clandestien en anoniem aan de man gebracht worden. Ze werden in het buitenland gedrukt, het land in gesmokkeld en in het geniep verkocht. In een tijd waarin de alfabetische ordening van een encyclopedie reeds een politiek en religieus statement was, moesten zij hun subversieve ideeën inventief verpakken om ze voor de kerk en de machthebbers verteerbaar te maken en zelf zware straffen te ontlopen. Hun verhaal herinnert aan de hachelijke situatie van moderne schrijvers en wetenschappers in landen met een autocratisch bewind.

Het was dan ook belangrijk om te weten wie je kon vertrouwen en bij wie je je mening kon uiten. In het salon van de rijke Holbach konden de gedreven gelijkgestemden scherp en vinnig debatteren over maatschappelijke en politieke zaken. De grootste genieën van Europa, zoals David Hume en Benjamin Franklin, waren er te gast.

Maar de tijd was nog niet rijp voor hun denkbeelden. De radicalen van de Verlichting hebben het pleit verloren aan gematigde denkers zoals Rousseau en Voltaire. Hun gedachten pasten beter bij de doelstellingen van diegenen die aan de touwtjes trokken.

Philipp Blom dook onder in de wereld en nalatenschap van deze grote denkers en schrijvers. Met het leven van de gedreven en lucide Diderot als rode draad volgt hij de opkomst en neergang van het salon van Holbach. De leden hadden tientallen werken geschreven, over de meest controversiële en belangrijke onderwerpen gediscussieerd en de grootste literaire schandalen van die tijd veroorzaakt. Ze hadden het debat over religie en wetenschap, over politiek en moraal op heel andere leest geschoeid.

Dit boek is een postuum eerbetoon aan de meest oorspronkelijke, maar verguisde en vergeten denkers van de Verlichting. Zij waren de directe erfgenamen van de filosofen uit de vroege verlichting, Spinoza en Descartes, en staan in de traditie van de atheïstische klassieke filosofen zoals Epicurus en de Stoïcijnen.

Diderot en de zijnen werden steeds vastberadener voorvechters van persoonlijke vrijheid en tegenstanders van eender welk autocratisch bewind. Ze waren niet onder de indruk van hooggestemde idealen of utopieën, maar opteerden voor een samenleving gekenmerkt door vrijheid, rechtvaardigheid en pragmatische tolerantie.

Blom zet hen neer als mensen van vlees en bloed, met hun zekerheden en twijfels, hun liefdes, vriendschappen en teleurstellingen. Ook in hun eigen leven probeerden ze hun principes in de praktijk om te zetten.
Hij heeft zich uitgebreid en diepgaand gedocumenteerd. Het resultaat is een uitermate boeiend verhaal, bovendien zeer onderhoudend geschreven.

© Minervaria Historicus Philipp Blom: 'Wij zijn aapjes die zin zoeken'

Geen opmerkingen: