JUDT, T., Het land is moe. Verhandeling over onze ontevredenheid. (Vert. Ill Fares The Land) A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2010, 239 pp. – ISBN 978 90 254 5909 3
Dertig jaar lang reeds zien we in onze samenleving een kritiekloze bewondering voor een onbegrensde vrije markt, het waandenkbeeld van de onbeperkte groei en minachting voor de openbare sector. Het overheidsbeleid wordt niet beoordeeld op basis van zijn bijdrage tot het algemeen welzijn maar uitsluitend op basis van economische rendabiliteit.
Je zou denken dat de economische crisis van 2008 ons wakker geschud heeft. Drastisch overheidsingrijpen heeft toen de faillissementen van hele landen en de instorting van het bankwezen voorkomen. Toch blijft de staat de kop van jut. Als je de critici mag geloven, dan is hij de vijand van vrijheid en vooruitgang. Men blijft roepen dat de overheid afgeslankt moet worden wegens te duur en economisch inefficiënt. Alhoewel ze de enige instantie is die voor stabiliteit zorgt, wordt de overheid belasterd als bron van economisch disfunctioneren.
In Europa bestaat echter nergens een draagvlak voor de afschaffing van de openbare gezondheidszorg, de beëindiging van het gratis dan wel gesubsidieerd onderwijs of het terugdringen van de overheidsbemoeienis met het openbaar vervoer en andere essentiële diensten. Het is dan ook opmerkelijk dat de sociaaldemocraten, de meest prominente pleitbezorgers van de overheid ten bate van het collectieve welzijn, het sinds het begin van de financiële crisis in Europa vrijwel zonder uitzondering slecht hebben gedaan in de verkiezingen. Wat is er aan de hand?
Al een hele generatie zijn de sociaaldemocraten en hun progressieve en liberale geestverwanten in de verdediging. Bij kiezers die het bestaan van instituties, wetgeving, diensten en rechten uit een voorbije periode als vanzelfsprekend ervaren, vindt hun verhaal geen weerklank. Een pleidooi voor de publieke sector wordt als conservatief en oubollig voorgesteld, als teken van gebrek aan dynamiek.
We zijn echter vergeten dat nauwelijks een eeuw geleden al die voorzieningen nog ondenkbaar waren. Ze waren een zeer efficiënt antwoord op de sociale en economische onzekerheid in de eerste helft van de 20e eeuw, die ons twee vernietigende wereldoorlogen heeft bezorgd. De sociale zekerheid van een sterke, plannende overheid bracht de burger daarentegen welvaart en een stabiele democratie.
Het is waar dat daar niet alleen voordelen aan verbonden waren. De inbreng van vadertje staat was vaak betuttelend en betweterig. Het dwepen met het communisme en het marxisme heeft de socialistische gedachte evenmin goed gedaan. En het latere ‘links’ werd een allegaartje van wereldvreemde figuren. Maar nu dreigen we met het badwater ook het kind weg te gooien.
Onzekerheid is immers weer helemaal aan de orde in de Westerse democratieën. De veranderingen voltrekken zich aan een onnavolgbare snelheid en roepen angst en boosheid op. Ongelijkheid in rijkdom en kansen ondermijnt het onderlinge vertrouwen uit en daarmee de bereidheid tot solidariteit. De onrechtvaardigheid tussen de klassen neemt toe en zo ook de economische uitbuiting in binnen- en buitenland. De democratische besluitvorming wordt meer dan vroeger weer bepaald door geld en privileges. En het product van de sociale verworvenheden, het individualisme, holt de sociale samenhang uit.
Er zijn ook grotere uitdagingen. Veranderingen in het klimaat zullen nog verstrekkender gevolgen hebben. Mensen zullen in toenemende mate op de staat aangewezen raken. Ze zullen van hun politieke leiders en volksvertegenwoordigers bescherming verlangen. In open samenlevingen zal de roep toenemen om de instroom van vreemdelingen te beperken. En in ruil voor ‘veiligheid’ zullen steeds meer mensen bereid zijn om vrijheid op te offeren.
Om te voorkomen dat de groeiende onzekerheid de liberale democratie verder gaat uithollen moeten we de rol van de overheid in onze maatschappij dringend herdenken, zo meent de in 2010 overleden Brits-Amerikaanse historicus en filosoof Tony Judt. We kunnen de staat niet zonder meer afschrijven, want zonder overheid is er geen toekomst. De overheid is de enige die kan reageren op de onvolkomenheden van de markt. Ze kan zaken regelen die geen enkele persoon of privé-instantie kan verwezenlijken. We moeten ons dus bezinnen over het soort overheid dat we willen. En als iemand de rol van de overheid opnieuw moet definiëren, dan zijn het wel de sociaaldemocraten.
Het is best mogelijk de overheid een sterkere rol in ons leven te laten spelen zonder dat onze vrijheden worden aangetast. Twee pijlers zijn voor Tony Judt essentieel: het behoud van waardevolle zaken uit het verleden en het herformuleren van idealen.
De sociaaldemocratie dient haar oorspronkelijke ideaal, het streven naar meer gelijkheid, weer op de voorgrond te plaatsen. Het terugdringen van de ongelijkheid is een agendapunt van eerste orde. Als vrijheid leidt tot ongelijkheid, armoede en cynisme, dan moeten sociaaldemocraten dat benoemen. En ze moeten zich bekommeren om wat de overheid kan doen om mensen in staat te stellen een fatsoenlijk leven te leiden. Het sociale vraagstuk staat weer op de agenda.
Verder mag de sociaaldemocratie wel assertiever de aandacht trekken op haar wapenfeiten uit het verleden en ze moet goed nadenken over de te verwachten gevolgen als we die overhaast ongedaan gaan maken. Want als ze een betere toekomst willen, moeten mensen zich ervan bewust zijn dat wat ze nu hebben niet vanzelfsprekend overeind zal blijven. Zelfs de stevigste liberale democratie kan in een handomdraai instorten. “Als de sociaaldemocratie toekomst heeft, dan alleen als een sociaaldemocratie van de angst”, schrijft Tony Judt. Dat zou best eens waar kunnen zijn.
Met dit realistisch en overtuigend pleidooi voor het sociaaldemocratische, en bij uitbreiding linkse, gedachtegoed levert Tony Judt een warme ondersteuning voor de gehavende linkse politieke partijen. Ze hoeven niet meteen sterke staaltjes te leveren of daverende successen. Die zijn voor hen in de nabije toekomst wellicht niet weggelegd. De realisatie van hun ambities zal nooit ideaal zijn, er zullen altijd onvolkomenheden aan kleven, want politiek is een zaak van mensen.
Maar als het algemeen welzijn ons doel is, dan is er onder de mogelijkheden waaruit wij vandaag kunnen kiezen niets beters voorhanden, besluit Judt. Dit zal heel zeker het geval zijn voor zijn thuisbasis, de Angelsaksische landen. In het politiek rijker geschakeerde landschap op het Europese vasteland hebben de kiezers meer opties.
Dit toegankelijk geschreven boek biedt een scherpe, maar ook hoopgevende analyse van de actuele sociaal-politieke situatie. Het is tevens een krachtig pleidooi voor een bedachtzame omgang met onze politieke en sociale verworvenheden en ons niet te laten verleiden tot wilde maatschappelijke experimenten.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten