donderdag 18 februari 2010

Waarom vrouwen zich meer schamen dan mannen

BANEKE, J., Waarom vrouwen zich meer schamen dan mannen. Over psychologie, criminaliteit en cultuur. A’dam, Uitg. Bert Bakker, 2009, 295 pp. – ISBN 978 90 351 3364 8

Als gevolg van een bijzonder hatelijke pestcampagne tegen haar op het internet heeft de directrice van een Britse school onlangs ontslag genomen uit haar functie. Wat beweegt mensen ertoe om hen soms totaal onbekende personen op internet van de meest walgelijke zaken te betichten? Psychologen denken dat dit onder meer te verklaren valt door de anonimiteit van het medium. Als niemand mij ziet of weet wie ik ben, vallen remmingen weg die mij anders weerhouden van onfatsoenlijk of schaamteloos gedrag.

Hiermee is een belangrijke functie van schaamte gegeven. Volgens sommige auteurs zou schaamte fundamenteler zijn dan schuld. Schaamte of de vrees voor schaamte zet ons aan tot sociaal aanvaardbaar gedrag. Schaamte, zo denkt men, is ontstaan in de evolutie als sociaal signaal om het eigen gedrag af te stemmen op anderen. Baneke legt uit hoe schaamte berust op een specifiek netwerk van verbindingen in de hersenen die zeer dicht aanleunen bij het stresssysteem.

De titel van dit boek zet de lezer op het verkeerde been. Dit boek gaat niet over verschillen tussen mannen en vrouwen en het valt helemaal niet in de categorie Mars-en-Venus. Het gaat over de emotie schaamte.

In de psychologie en de sociale wetenschappen is het onderzoek naar schaamte pas relatief laat op gang gekomen. Joost Baneke, klinisch en forensisch psycholoog en hoogleraar aan de Universiteit Twente, heeft de afgelopen jaren onderzoek verricht naar schaamte, geestelijke gezondheid en criminaliteit. In dit boek presenteert hij het resultaat daarvan.

Schaamte is een diepmenselijke en complexe emotie met veel functies. Er is een hele familie van aan schaamte verwante woorden. Schroom, schuchterheid, schande, verlegenheid, twijfel, minderwaardigheid, bescheidenheid zijn allemaal gevoelens en emoties die op een of andere manier met schaamte te maken hebben. Sommige ervan krijgen altijd een negatieve betekenis, andere worden, afhankelijk van de context, positiever gewaardeerd.
In dit boek verkent Joost Baneke verschillende betekenissen en interpretaties van schaamte.

Hij toont aan hoe schaamte zowel een verbindende als vervreemdende kracht kan zijn. Schaamte voelen we als gevolg van vernedering, gekrenktheid, maar ze kan ook een uiting zijn van respect voor anderen. Ze kan ons ervan weerhouden, maar ook aanzetten tot agressie en geweld. Baneke maakt duidelijk hoe een schaamtecultuur of cultuur van de eer, die wij vooral op een negatieve manier kennen, ook positieve aspecten inhoudt. Schaamte of eer zijn een uiting van respect voor de ander, van onderlinge verbinding en gevoel van fatsoen.

In zijn praktijk als forensisch psycholoog krijgt Joost Baneke ook te maken met mensen die schijnbaar geen schaamte kennen. Schaamteloosheid lijkt verband te houden met de vroegkinderlijke emotionele relaties. Hij onderzoekt dus hoe schaamte wortelt in het hechtingsproces en de ontwikkeling van het empathisch vermogen. En omdat vrouwen in het algemeen meer dan mannen gericht zijn op het leggen en onderhouden van relaties, empathischer zijn en zichzelf daardoor sneller zien door het oog van de ander, schamen zij zich meer dan mannen.

En zo krijgt de lezer in het achtste hoofdstuk eindelijk een antwoord op de titelvraag. Of liever: dat antwoord moet je zelf vinden. Want het boek van Baneke leest als een ongeleide wandeling door een bos. Het is, zoals hij zelf zegt, het verslag van onderzoek, theorieën en beschouwingen over schaamte. Hiervoor heeft hij zich grondig verdiept in de mythologie, de filosofie, het neurologisch en wetenschappelijk onderzoek, de literatuur en de psychoanalyse.

Wie een samenhangende en inzichtelijke visie verwacht over de emotie schaamte in haar vele gedaanten en aspecten blijft echter op zijn honger zitten. Baneke beperkt zich tot de bespreking en samenvatting van divers onderzoek en de inzichten van verschillende autoriteiten over schaamte. Om zijn betoog goed te kunnen volgen heb je echter heel wat voorkennis nodig uit uiteenlopende domeinen: de Griekse mythologie, de psychoanalyse, het hersenonderzoek, de filosofie, de cultuurstudie.

Dit werk heeft meer weg van een studieboek en het vraagt nogal wat zelfwerkzaamheid om de rijke en gevarieerde inhoud te verwerken. Ook al heeft de auteur zich heel zeker beijverd om de tekst voor de modale lezer toegankelijk te maken, zijn betoog blijft verre van gemakkelijk verteerbaar.

Misschien ligt dit wel aan de complexiteit van het onderwerp. Van een deskundige die daar gedurende jaren een studie van gemaakt heeft mag je echter meer verwachten. Toch heb ik kennis gemaakt met een paar interessante en verrijkende invalshoeken uit verschillende disciplines. Heel zeker zijn een aantal daarvan onvolledig of eenzijdig. Dat mannen zich in het algemeen minder schamen dan vrouwen is bijvoorbeeld betwistbaar. Het is waarschijnlijker dat ze er op een andere manier mee omgaan en er uiting aan geven (zie Als mannen konden praten).

Ik mis een bronnen- of literatuurlijst maar er zijn wel een uitgebreide notenlijst, personen- en zakenregister opgenomen.

© Minervaria

Geen opmerkingen: