woensdag 28 oktober 2009

Over het ontstaan van soorten van Darwin

BROWNE, J., Over het ontstaan van soorten van Darwin. (Vert. Darwin’s Origin of Species. A Biography) A’dam, Mets & Schilt 2008, 156 pp. – ISBN 978 90 5330 637 6

Op 24 november 1859 verscheen bij John Murray On the Origin of Species, het werk dat de wetenschappelijke wereld in rep en roer zette en Charles Darwin in één klap beroemd maakte. Het ontstaan en de evolutie van de soortenrijkdom op aarde was al langer een onderwerp van discussie onder theologen en wetenschappers, maar de theorie van Darwin veranderde ze drastisch.

Uitgebreide observaties en intensief onderzoek leidden Darwin tot de conclusie dat natuurlijke selectie het sturende mechanisme was achter de diversiteit van de planten- en diersoorten op aarde. Levende wezens moeten niet beschouwd worden als zorgvuldig geconstrueerde scheppingen van een goddelijke autoriteit maar als het resultaat van volledig natuurlijke processen.

Historica Janet Browne schreef eerder al een tweedelige biografie van Charles Darwin. In dit dunne, zeer leesbare boekje vertelt ze het verhaal van zijn baanbrekende publicatie, Het ontstaan van soorten. Ze beschrijft hoe Darwin op het idee van de natuurlijke selectie kwam en hoe hij gedurende twintig jaar onafgebroken heeft gewerkt aan het onderbouwen en bijschaven van zijn theorie. Omdat hij helemaal zeker wilde zijn kwam van publicatie niets in huis tot een jonge natuuronderzoeker, Alfred Russell Wallace, op hetzelfde idee was gekomen. Op amper 2 jaar tijd heeft Darwin zijn boek dan nagenoeg volledig herschreven.

In de Victoriaanse wereld veroorzaakte dit idee vanzelfsprekend veel ophef. De controverse en de stroom van reacties die de publicatie van Het ontstaan van soorten ontlokte zijn het onderwerp van het derde hoofdstuk.

In het laatste hoofdstuk beschrijft Janet Browne de ontwikkelingen in de biologische wetenschap na Darwin. Na Het ontstaan van soorten kon niemand nog op de oude manier naar de natuur kijken. Zoals nogal eens gebeurt wanneer een nieuwe visie ingang vindt in de wetenschap proberen velen die voor eigen kar te spannen. Het darwinisme werd algauw door verschillende politieke ideologieën ingelijfd en vertroebeld, tot de oorspronkelijke hypothese bijna onherkenbaar was. De evolutietheorie leverde aldus de biologische onderbouw voor uiteenlopende politieke ideologieën als het sociaal-darwinisme en het communisme.

In gelovige kringen had men het dan weer zeer moeilijk met de implicaties van een natuurlijk ontstaan der soorten. Toch zijn antidarwinisten er pas recent in geslaagd zich tot één front te verenigen en veel publieke aandacht te trekken. In de VS spanden creationisten reeds verschillende rechtszaken aan over het onderwijs in de evolutietheorie.

De erfelijkheidswetten van Mendel, die in 1900 werden herontdekt, leken op het eerste zicht in strijd met de theorie van de natuurlijke selectie. Pas in 1959, 100 jaar na de eerste publicatie van Darwins meesterwerk, slaagde een groep jonge natuuronderzoekers erin het darwinisme te verzoenen met de inzichten uit de genetica. Dit leverde de ‘moderne synthese’ op of het neodarwinisme.
Een goed begrip van de meest recente ontwikkelingen in die moderne synthese is zeker niet eenvoudig. Met haar levendige stijl slaagt Janet Browne er toch in om ze boeiend en vrij toegankelijk voor te stellen.

Deze monografie is zeer vlot leesbaar en degelijk gedocumenteerd. Tussen de overvloed aan publicaties in dit Darwinjaar verdient dit handzame boekje zeker een plaats.

© Minervaria

Geen opmerkingen: