zondag 13 september 2009

De grote transformatie

ARMSTRONG, K., De grote transformatie. Het begin van onze religieuze tradities. (Vert. The Great Transformation) A’dam, Uitg. De Bezige Bij, 2005, 544 pp. – ISBN 90 234 1905 7

"Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet."

Wat wij kennen als de Gulden Regel hebben wijzen in de As- of Spiltijd onafhankelijk van elkaar als morele basisregel geformuleerd.

De Spiltijd wordt algemeen beschouwd als een van de vruchtbaarste perioden van intellectuele, psychologische, filosofische en religieuze verandering in de geschreven geschiedenis. Ze staat bekend als de eerste Verlichting. Pas in de 18e eeuw werden haar inzichten geëvenaard door de Westerse Verlichting, die de basis vormt voor onze wetenschappelijke en technologische verworvenheden en de sociale en politieke inrichting van onze moderne maatschappij.

Van ongeveer 900 tot 200 v.C. ontstonden in vier verschillende gebieden de grote wereldtradities waarop de mensheid zich nog steeds verlaat: confucianisme en taoïsme in China, hindoeïsme en boeddhisme in India, monotheïsme in Israël en filosofisch rationalisme in Griekenland. Het rabbijnse jodendom, het christendom en de islam bijvoorbeeld bouwen allemaal voort op de inzichten uit de Spiltijd.

In de periode voor 900 v.C. stonden over de hele wereld rituelen en mensen- en dierenoffers centraal in de religieuze zoektocht. Mensen voelden zich machteloos en afhankelijk van externe krachten en probeerden de goden daarmee gunstig te stemmen. In de woelige en gewelddadige tijden van de Spiltijd zochten profeten, mystici en filosofen daarom naar meer houvast. Ze meenden dat de mens niet zonder meer overgeleverd is aan de willekeur van ongrijpbare krachten buiten hem, maar zich moet bezinnen op zichzelf en het eigen gedrag veranderen.

De Spiltijdwijzen stelden moraliteit centraal in het geestelijke leven en predikten een spiritualiteit van empathie en mededogen. Hervorming moet beginnen bij jezelf, je moet niet anderen ter verantwoording roepen. Het doorbreken van de grenzen van het egoïsme brengt meer bevrediging dan het toegeven aan genotzucht en het streven naar macht. Je goedheid mocht ook niet beperkt blijven tot de eigen omgeving: je zorg moest zich op de een of andere manier tot de hele wereld uitstrekken. Religie was geen kwestie meer van rituelen maar van respect voor de heilige rechten van anderen, in plaats van offers en onderwerping aan goddelijke machten.

Deze hervormers waren er bovendien niet op uit hun eigen visie aan anderen op te dringen. Niemand mocht ooit religieuze leerstellingen in goed vertrouwen of uit de tweede hand aanvaarden, vonden zij. Men moest alles ter discussie stellen en elke leer aan de persoonlijke ervaring toetsen. De denkers en zieners uit de Spiltijd hadden geen enkele belangstelling voor doctrines of metafysica.

Ze waren echter zo vooruitstrevend en hun visie was zo radicaal dat latere generaties de neiging hadden water bij de wijn te doen. Het was meestal een teken dat de Spiltijd over zijn hoogtepunt heen was wanneer een profeet of filosoof de nadruk begon te leggen op verplichte doctrines. Eeuwen van institutionele, politieke en intellectuele ontwikkeling hebben het belang van mededogen in de religie aan het oog onttrokken. Tot welke absurditeiten dit leidde kunt u lezen in het scherpe boek van Christopher Hitchens.

De benaming Spiltijd suggereert zowel qua periode als inhoud een eenvormigheid die er in feite niet was. In die zes- à zevenhonderd jaar ontwikkelden de volkeren van de Spiltijd zich in hun eigen tempo. Terwijl in het ene gebied de spiltijd tot bloei kwam kreeg hij in het andere een nieuwe vorm of liep hij ten einde. Elke traditie ontwikkelde haar eigen formulering en praktijk van de Gulden Regel. Langs uiteenlopende wegen ontdekten ze echter allen dat ze werkte. Ondanks alle verschillen en afwijkingen vormen empathie, respect en mededogen nog altijd de lakmoesproef voor ware religiositeit in iedere grote religie.

Op basis van het beschikbare materiaal reconstrueert Karen Armstrong de spirituele ontwikkeling van de volken in China, India, het Midden-Oosten en Griekenland in de periode van ca. 1600 tot 200 v.C. Ze belicht hoe de oude godsdiensten geleidelijk plaats maakten voor nieuwe vormen van religie, waarin rituelen niet dienden om externe goden gunstig te stemmen maar verdieping centraal stond. Ze beschrijft hoe de spiritualiteit van de Spiltijd tot een hoogtepunt kwam en weer uitstierf. En ze verduidelijkt hoe deze evolutie vervlochten was met belangrijke politieke en sociale omwentelingen in de verschillende regio’s.

Wij moeten het ethos uit de Spiltijd herontdekken, zo betoogt Karen Armstrong. In onze globaliserende wereld kunnen we ons geen bekrompen of selecte visie meer veroorloven. We moeten leren leven en handelen alsof mensen in verre landen even belangrijk zijn als wijzelf. Ik zou dit willen uitbreiden tot tolerantie en pluralisme in de eigen samenleving, want in de geest van de Spiltijd begint hervorming bij onszelf.

Armstrong heeft zich ontzettend goed gedocumenteerd. Ze voert een stoet op van bekende en minder bekende figuren en is verbazend goed op de hoogte van zowel de historische context als de biografie en geschriften van de protagonisten. Voor haar studie verlaat ze zich op een indrukwekkende lijst van deskundigen. Het is heel leerrijk te ontdekken hoe in de huidige culturen van Oost en West de specifieke spiltijdfilosofieën nog herkenbaar zijn.

Haar benadering is chronologisch. Ieder hoofdstuk behandelt de ontwikkeling van de verschillende volken in een bepaalde tijdsperiode. Deze keuze begrijp ik niet goed, gezien de evolutie van de spiritualiteit bij de verschillende volken niet synchroon verloopt. Om de ontwikkeling in een bepaald gebied te kunnen volgen moet je daardoor telkens terugkeren naar het vorige hoofdstuk.

De tekst is vlot geschreven, maar door de vele onbekende details niet altijd eenvoudig te volgen. Met veel begrippen, persoonlijkheden en gebeurtenissen uit China en India zijn wij als westerlingen immers niet vertrouwd. Gelukkig bevat het boek zowel een verklarende woordenlijst als een personenregister. Er is ook een zeer uitgebreide notenlijst en dito bibliografie.

Een dikke en soms taaie pil, maar vooral een fascinerende ontdekkingstocht naar de religieuze en filosofische wortels van de beschaving.

© Minervaria

Geen opmerkingen: