GALBRAITH, J.K., De crash van 1929. (Vert. The Great Crash, 1929) A’dam, Ambo/Anthos, 2009, 245 pp. - ISBN 978 90 263 2245 7
In Europa is de zware economische depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw onlosmakelijk verbonden met de opkomst en het succes van het nationaal-socialisme in Duitsland en de afschuwelijke gevolgen voor miljoenen onschuldige burgers. De wereldwijde depressie begon in de Verenigde Staten na de spectaculaire ineenstorting van de beurs op Wall Street in 1929.
In dit boek uit 1954 reconstrueert John Kenneth Galbraith, een van de grootste economen van de twintigste eeuw, de gebeurtenissen die hieraan voorafgingen. De dramatische ineenstorting van het financiële kapitalisme werd volgens hem veroorzaakt door een ongebreidelde speculatiegolf die geen enkel verband meer hield met de werkelijke industriële ontwikkeling.
In de voorafgaande jaren van welvaart verkondigden economische profeten visioenen van steeds grotere welvaart en economische groei die zich voor altijd en eeuwig zou verder zetten. Hun taxaties en voorspellingen zetten talloze mensen ertoe aan steeds meer geld te lenen bij beleggingsmaatschappijen die als paddestoelen uit de grond schoten. De beurskoersen stegen buiten proportie op bijna louter geleend geld. De beurs werd steeds minder beschouwd als indicatie van lange termijnvooruitzichten van ondernemingen en steeds meer als een product van manipuleerkunst.
Ook politici, economen, en financiële analisten lieten zich meeslepen door de euforie en bevestigden hun ongefundeerde vertrouwen in de kracht van de economie. De schaarse deskundigen die waarschuwden voor een nakend debâcle werden als onheilsprofeten gebrandmerkt. Mensen slaagden er op grote schaal in zichzelf te bezwendelen.
In de herfst van 1929 kreeg het vertrouwen een dramatische wending. De zeepbel spatte uiteen en sleepte de hele economie mee in een diepe depressie die 10 jaar zou duren.
In het laatste hoofdstuk zet Galbraith de oorzaken van de beurscrash en van de erop volgende depressie op een rijtje.
De crash komt volgens hem helemaal op rekening van de voorafgaande speculatiegolf. Hij noemt het een hallucinant verhaal van bijna heroïsche krankzinnigheid. Niemand heeft die ongebreidelde speculatiegolf veroorzaakt. Ze was het product van de vrije keus en de vrije besluitvorming van honderdduizenden personen. Wanneer de mogelijkheid bestaat dat men zeer rijk kan worden – vooral wanneer het niet veel moeite kost – zijn er altijd tal van mensen die gegrepen worden door een soort hebzuchtige waanzin.
Voor de daaropvolgende economische crisis ziet Galbraith verschillende oorzaken. Het economisch leven in 1929 was niet zo fundamenteel gezond als vooraanstaande politici en economen beweerden, verblind als ze waren, maar integendeel uiterst kwetsbaar. In de herfst was de economie eigenlijk al flink op weg naar een depressie. De beurscrash heeft die veel zwaarder gemaakt dan nodig.
Uit die rampzalige periode zijn er lessen geleerd. Geheel in lijn met de economische visie van Galbraith heeft de overheid toen een aantal krachtige maatregelen genomen om een dergelijke ontsporing te voorkomen. Toch zijn volgens hem de kansen op een herhaling van een speculatieve uitspatting groot. Hij heeft het goed gezien. De geschiedenis herhaalt zich weliswaar nooit helemaal, maar volgens deskundigen zijn in de huidige kredietcrisis en de daarop volgende economische malaise zeer gelijkaardige oorzaken aan te wijzen.
Het werk van Galbraith wordt op de omslag het ‘klassieke boek over economische crises’ genoemd. In tachtig jaar is er immers niet veel veranderd: blinde hebzucht en een flinke dosis goedgelovigheid houden elkaar in evenwicht tot de zeepbel barst en een crisis onvermijdelijk wordt.
Omdat Galbraith bekend staat om zijn heldere uiteenzettingen heb ik me aan dit boek gewaagd. Die heldere en vlotte schrijfstijl stelde me in staat om, ondanks de vele financieel-economische begrippen en mij onbekende namen van personen en instanties, het betoog in grote lijnen te begrijpen. Dit boek verplichtte me ook om meer te leren over een sector waarvan ik zo goed als niets wist. Galbraith beschrijft met scherpe maar toch milde humor en zin voor relativering de menselijke zwakheid die alle kritische ingesteldheid en rationaliteit doet verdampen in het vooruitzicht van de hemel op aarde. Dit is en blijft zeer herkenbaar.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten