BURGESS, A., Het vaderinstinct. Het vaderschap herzien. (Vert. Fatherhood Reclaimed – The Making of the Modern Father) A'dam, Uitg. Podium, 1997, 315 pp. – ISBN 90 5759 001 8
Over moeders en moederschap werd en wordt heel veel geschreven. In dit boek plaatst journaliste en onderzoekster Adrienne Burgess vaders in de kijker. Ze begint met de mededeling dat het schrijven van dit boek al haar ideeën over vaderschap op de kop heeft gezet. Het is mij inderdaad als bijzonder bijgebleven en daarom wilde ik het na elf jaar nog eens lezen.
In een zeer degelijk gefundeerde en kritische analyse bespreekt Adrienne Burgess het vaderschap zoals dit in de Westerse wereld opgevat wordt en gangbaar is. Hiervoor steunt ze op de (toen) meest recente sociologische onderzoeken uit verschillende landen en van persoonlijke interviews met vaders uit verschillende lagen van de samenleving.
In het eerste deel verkent ze de denkpatronen in onze samenleving die mannen belemmeren in het vaderschap en die onze ideeën over het gedrag van vaders bepalen.
Ze verhaalt hoe door de eeuwen heen het beeld dat mensen van het vaderschap hebben ingrijpend veranderd is. In het Westen werden in de afgelopen twee millennia langzaam maar zeker alle aspecten van het vaderschap naar de hemel gedelegeerd en vaders werden steeds meer gereduceerd tot eendimensionale wetgevers. Naar dit beeld moesten aardse vaders zich voegen. Uit deze beeldvorming proberen de 'nieuwe vaders' zich nu moeizaam los te maken. Voor mannen die meer betrokken willen zijn bij het gezinsleven bestaan nog altijd enorme structurele en culturele barrières.
Maar tussen mythe en werkelijkheid zit vaak een diepe kloof. Mensen gedragen zich zelden helemaal in overstemming met het beeld dat hen wordt voorgehouden. Privé-documenten van vaders uit het verleden onthullen dat de 'nieuwe vader' helemaal niet zo nieuw is. Tot ver in de 19e eeuw (het pre-industriële tijdperk) was de inbreng van veel vaders in het gezin even belangrijk als die van de moeder. Verschillende dagboekfragmenten illustreren hoe deze vaders een evenwaardig deel van de huishouding en de zorg voor de kinderen op zich namen. Wanneer hun vrouw daar niet toe in staat was namen ze die zorg vaak helemaal over. De sociale structuur van die tijd maakte voor vaders een betrokkenheid mogelijk die we ons nu bijna niet meer kunnen voorstellen. Door de industriële revolutie gingen echter steeds meer vaders buitenhuis werken. Zo werd 'thuis' steeds meer het domein van de moeder en zag de vader zich alsmaar verder buiten het gezin geplaatst. Zo ging het althans bij de middenklasse, die binnen een samenleving vaak als model wordt gepresenteerd.
Als argument wordt vaak aangehaald dat mannen biologisch niet geschikt zouden zijn om te vaderen, of dat de zorg van een vader voor kinderen niet kan tippen aan die van een moeder. Volgens Burgess is het echter moeilijk aan te tonen dat de verschillen in ouderschapscapaciteiten van vaders en moeders voortvloeien uit het verschil tussen de seksen. Er is wel steeds weer overtuigend aangetoond hoe mannen vervreemd raken van hun oudergevoel doordat ze geconditioneerd worden om een rol te vervullen die hoort bij hun sekse. De 'natuurlijke aard' van het vaderschap (en ook van het moederschap) ligt niet vast maar wordt gekenmerkt door flexibiliteit en aanpassing. Niet het geslacht maar de situatie geeft de doorslag in de manier waarop vaders (en moeders) zorgen.
Hoe ziet de dagelijkse werkelijkheid er nu uit voor vaders in het westerse postindustriële tijdperk? Een grondige verkenning maakt duidelijk dat er nog aanzienlijke culturele en structurele barrières bestaan die mannen belemmeren actief deel te nemen aan de zorg voor hun kinderen en van hen tweederangsouders maken. Op meer en minder subtiele wijze worden vaders immers buiten het gezin gesloten.
In de eerste plaats baden zwangerschap, geboorte en de zorg voor kleine kinderen nog steeds in een voornamelijk vrouwelijke sfeer. De relatie die vaders met hun kinderen hebben wordt bovendien zeer sterk bepaald door hun werkpatroon. De paradoxale toestand is dat werkgevers de voorkeur geven aan getrouwde mannen met een gezin omdat ze meer stabiliteit garanderen, maar er tegelijk wordt gedaan alsof ze alleenstaand zijn en geen andere verantwoordelijkheden hebben dan hun werk. Vadervriendelijke werkgelegenheid staat nog in de kinderschoenen. Tenslotte stelt Burgess vast dat de waarde van vaders voor het gezin en hun kinderen in de maatschappij nog altijd onvoldoende wordt onderkend. In geval van een scheiding bijvoorbeeld wordt het doorgaans vanzelfsprekend gevonden dat de kinderen bij de moeder blijven. Het wordt vaders vaak moeilijk gemaakt om de band met hun kinderen te onderhouden, hoewel veel vaders dit zouden wensen. Van de vele factoren die vervreemding van vaders van hun kinderen kunnen verklaren is armoede de belangrijkste.
Burgess stelt een aantal maatregelen voor die de betrokkenheid van vaders bij hun kinderen kunnen verhogen en ondersteunen. Op veel punten zou een en ander veranderd kunnen worden. Structurele veranderingen zouden persoonlijke veranderingen moeten initiëren en ondersteunen. Gezinsvriendelijke maatregelen moeten bijvoorbeeld niet alleen op vrouwen, maar ook en meer op mannen gericht worden. Maar bovenal dient het belang van het kind voorop te staan, en dat kind heeft in de meeste situaties belang bij twee betrokken ouders.
Zijn de maatschappelijke ideeën en geplogenheden over vaders en vaderschap in die tien jaar ingrijpend veranderd? Uiteraard is er in de loop van tien jaar in verschillende landen een en ander gebeurd. Een aantal zinvolle voorstellen van Burgess zijn echter nog steeds toekomstmuziek. Het vaderschap mag door vele vaders nu wel anders ingevuld worden dan door hún vaders, de 'nieuwe vader' is blijkens recent onderzoek nog altijd een uitzondering.
Maatschappelijke veranderingen gaan echter langzaam, en wat nu goed lijkt kan een aantal jaren later niet meer wenselijk zijn of relevant.
Na tien jaar is dit boek volgens mij nog altijd actueel en waardevol. Burgess stelt ongewone vragen en benadert het vaderschap op een originele en ongebruikelijke wijze. Ze neemt het ondubbelzinnig op voor vaders, zonder dat ze daarbij de moeders beschuldigt of benadeelt. Maar als de ouderlijke betrokkenheid van beiden gelijk gewaardeerd en mogelijk gemaakt werd zou vooral het kind beter af zijn.
Dit boeiende boek is zeer vlot geschreven. Toch heb ik ook enkele bedenkingen. Ik betwijfel sterk of Burgess het met de Nederlandse titel van haar boek eens zou zijn. Bij verschillende gelegenheden ontkent zij net dat vaderschap biologisch bepaald zou zijn. Een slordige redactie heeft regelmatig zinnen met ontbrekend woord over het hoofd gezien.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten