DIAMOND, J., Zwaarden, paarden en ziektekiemen. Waarom Europeanen en Aziaten de wereld domineren. Utrecht, Het Spectrum, 2000, 465 p. – ISBN 90 274 7160 6
Jared Diamond vertrekt van de vaststelling dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen volkeren in de moderne wereld. Volkeren van Euraziatische oorsprong domineren de moderne wereld qua welvaart en macht. Andere volkeren hebben zich bevrijd van de Europese koloniale overheersing, maar blijven ver achter in welvaart en macht. Nog weer andere volkeren zijn niet alleen geen baas over hun eigen land, maar zijn bovendien gedecimeerd, onderworpen en in sommige gevallen zelfs uitgeroeid door Europese kolonisten.
Hij stelt dus vragen over de ongelijkheid in de moderne wereld. Waarom raakten welvaart en macht verdeeld zoals nu het geval is, en niet op een andere manier?
Diamond vat zelf de inhoud van zijn boek samen als volgt: "De geschiedenis heeft voor verschillende volkeren een verschillende loop genomen als gevolg van verschillen in het milieu van die volkeren, niet vanwege biologische verschillen tussen de volkeren zelf."
Jared Diamond zet zich dus duidelijk af tegen theorieën die biologisch bepaalde, m.a.w. raciale verschillen tussen mensen verantwoordelijk achten voor de verschillen in technologische ontwikkeling. Mensen hebben overal op de wereld dezelfde mogelijkheden, ze maken er alleen anders gebruik van, omdat het milieu waarin ze zich bewegen verschilt.
In zijn boek bespreekt Diamond achtereenvolgens 4 belangrijke milieufactoren met hun invloed op de culturele en technologische ontwikkeling van volkeren. De eerste factor omvat continentale verschillen in het aantal wilde planten- en diersoorten dat in aanmerking komt voor domesticatie. Domesticatie is belangrijk voor de voedselproductie. Deze heeft weer invloed op de omvang en complexiteit van gemeenschappen. Een tweede factor vormt de snelheid en verbreiding van migratie, die in hoge mate afhangt van klimaat en geografische breedte. Ook de verbreiding van technologische vernieuwingen is daarvan afhankelijk. Een derde reeks factoren heeft betrekking op het gemak waarmee verbindingen tussen de verschillende continenten tot stand konden komen. De vierde factor bestaat tenslotte uit continentale verschillen in oppervlakte of totale populatiegrootte. Deze hangen dan weer af van de mate waarin mensen zich konden aanpassen aan o.a. het klimaat en de geografie van hun natuurlijk milieu.
Het boek is zeer inzichtelijk en boeiend geschreven. De auteur maakt gebruik van een enorme hoeveelheid archeologische bevindingen. Hij past op het einde van zijn boek de voorgaande stellingen toe op de ontwikkeling binnen 5 streken: de beide Amerika's, Afrika, China, Polynesië, en Australië en Nieuw-Guinea. Het is een zeer interessant werk, waaruit ik heel wat nieuwe zaken heb geleerd, en vage vermoedens een duidelijk kader kregen. Ondanks de omvang toch echt een aanrader!
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten