STRAUCH, B., Waarom doet mijn puber zo vreemd? Het brein van de tiener. A'dam, Forum, 2003, 248 pp. – ISBN 90 225 3581 9
Puberteit en adolescentie zijn in alle tijden en samenlevingen een min of meer turbulente periode. Tot voor kort dacht men dat de achtergronden hiervan hoofdzakelijk van psychosociale aard waren. De relatie van de puber met zijn ouders en opvoeders was de hoofdfactor bij de verklaring van het verloop van deze leeftijdsfase. Men ging er immers van uit dat de ontwikkeling van de hersenen voltooid was tegen de puberteit. Onderzoek van de laatste 10 jaren heeft echter aangetoond dat dit helemaal niet zo is. De structuur en het functioneren van de hersenen veranderen nog tot in het begin van de volwassenheid.
Dit boek gaat over die veranderingen, en wat zij betekenen voor het gedrag van pubers en adolescenten. Tegendraadsheid, impulsiviteit, het opzoeken van gevaarlijke situaties, veranderd slaapgedrag, en ander soms irritant pubergedrag, blijken niet zozeer te wortelen in de ouder-kindrelatie, maar in belangrijke ontwikkelingen in de hersenen.
De auteur geeft een overzicht van het onderzoek naar de hersenen van pubers en adolescenten van de afgelopen 10 jaar. Op een inzichtelijke wijze wordt verband gelegd tussen de veranderingen in de hersenen en het gedrag van pubers en adolescenten. Zij gaat ook in op de consequenties voor de omgang met jongeren die voortvloeien uit deze benadering.
Wanneer men immers inziet dat gedragsveranderingen in de puberteit worden gestuurd door processen in de hersenen, dan gaat men daar anders tegenover staan. De relatie tussen een puber en zijn opvoeders hoeft dan niet meteen vertroebeld te worden door onrealistische verwachtingen. Meer inzicht in de normale hersenontwikkeling van jongeren kan ook leiden tot beter begrip van een problematische ontwikkeling, en preventie en behandeling ervan.
Het boek is vlot leesbaar, al maakt enige voorkennis over structuur en functioneren van de hersenen het betoog wel makkelijker te volgen. Als je de typisch Amerikaanse schrijfstijl (o.a. de niet altijd relevante anekdotes) kan relativeren is het best te smaken. Wetenschappelijke bevindingen worden mooi geïllustreerd aan de hand van voorbeelden uit het dagelijkse leven van en met een jongere. Het is soms hinderlijk dat de termen puberteit en adolescentie door elkaar worden gebruikt. Ik denk dat dit o.a. aan de vertaling ligt, omdat deze termen in verschillende taalgebieden anders gebruikt worden.
Gezien dit werk gaat over een relatief nieuwe benadering van deze leeftijdsfase, is het zeker een aanrader voor wie al dan niet professioneel met jongeren te maken heeft.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten