dinsdag 7 oktober 2008

De vis in ons

SHUBIN, N, De vis in ons. Een reis door 3,5 miljard jaar geschiedenis van het menselijk lichaam. (Vert. Your Inner Fish. A Journey Into the 3.5-billion –year History of the Human Body) A'dam, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2008, 255 pp. – ISBN 978 90 468 0388 2

Neil Shubin is paleontoloog en heeft zich het grootste deel van zijn carrière bezig gehouden met vissen. Hij is een van de ontdekkers van de Tiktaalik, de vroegst bekende overgangsvorm tussen vissen en landdieren. Dit was meteen het onomstotelijke bewijs voor de theorie dat het leven in het water ontstond, en dat vissen het land koloniseerden.

Fossiele vissenbotten zijn goud waard voor Shubin. Ze vertellen hem niet alleen over het leven van miljoenen jaren geleden, maar ook over wie we zijn en hoe we zo geworden zijn. Lichamelijke restanten uit een ver verleden – en vissen niet in het minst – geven ons immers inzicht in de fundamentele structuur en werking van ons lichaam. In De vis in ons legt hij uit waarom.

In de meeste fossiele overblijfselen van lang uitgestorven dieren herkennen paleontologen meteen de lichamen van recente dieren van dezelfde soort. Ook tussen dieren van verschillende soorten, reptielen, vogels en zoogdieren zijn opvallende gelijkenissen op te merken. Overgangsvormen zoals de Tiktaalik leren ons dat de verschillen tussen soorten teruggaan op dezelfde oervorm. Alle basisonderdelen van onze anatomie zijn reeds aanwezig bij de vissen en een aantal ervan reeds bij ongewervelden. Alle wezens met ledematen, of dat nu vleugels, flippers of handen zijn, blijken een gemeenschappelijk ontwerp te hebben.

Met de nieuwste disciplines en onderzoeksmethoden kan men bovendien aantonen dat dit niet alleen geldt voor botten, lichaamsbouw en organen, maar ook voor het DNA. In alle levende wezens, van eencelligen over wormen en vliegen tot de mens, treffen we hetzelfde basis-DNA aan. Dezelfde genen veroorzaken bovendien dezelfde resultaten. Dit geldt voor het skelet, de tanden, de ledematen, de zintuigen en de organen. We hebben dus ook een gemeenschappelijk genetisch recept, dat terug te voeren is tot de meest primitieve levensvormen, de eencelligen.

Wanneer je de diepgaande overeenkomsten ziet tussen hedendaagse en lang uitgestorven wezens en ook tussen de verschillende organen en lichamen van de huidige levende wezens realiseer je je dat de diverse bewoners van onze wereld gewoon variaties op één thema zijn. Dit vormt het centrale concept en de betekenis van evolutie, nl. de wet van de afstamming met modificatie. We zijn allen gemodificeerde afstammelingen van onze voorouders of van hun genetische informatie.


Het is niet alleen prachtig en ontroerend dit te weten, met deze kennis kunnen we een aantal veel voorkomende ziekten bij mensen beter begrijpen. We zijn immers een omgebouwde vis. Ons lichaam heeft een grondplan dat niet aangepast is aan nieuwe functies. Er zijn een hoop onnodig ingewikkelde en omslachtige verbindingen in ons lichaam die te maken hebben met ons vissenverleden. Met ziekte en ongemak betalen we een prijs voor de uitzonderlijke combinatie van dingen die we doen – praten, denken, grijpen, op twee benen lopen. Veel van onze problemen zijn bovendien "zo goed als zeker het gevolg van het feit dat we het lichaam hebben van een actief dier, maar de leefgewoonten van een knolraap." (sic Shubin)

Maar er is ook hoop. Want door onze onderlinge verwantschap zijn de remedies voor veel van onze ziekten te vinden in sommige van de meest eenvoudige wezens die ooit op deze planeet hebben geleefd.

Dit boek vol wetenschappelijke termen en informatie leest als een roman. Shubin is naar mijn mening glansrijk in zijn opzet geslaagd. Hij vertelt niet alleen hoe ons lichaam is geworden zoals het is, maar ook waarom en waartoe. Dit laatste vind ik het meest interessante aspect van zijn betoog. Hij heeft het onderwerp didactisch en inzichtelijk aangepakt en slaagde erin mij van begin tot eind te boeien.

© Minervaria

Interview met Neil Subin

1 opmerking:

Anoniem zei

Waardevol boe, lijkt me en een duidelijke recensie.

Fons.