GOLEMAN, D., Sociale intelligentie. Nieuwe theorieën over menselijk gedrag. (Vert. Social Intelligence. The New Science of Human Relationships) A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2007, 430 pp. – ISBN 978 90 254 1796 3
In dit boek belicht Daniel Goleman de bevindingen van de sociale neurowetenschappen. De meest fundamentele ontdekking van deze nieuwe discipline is dat mensen ook biologisch ingesteld zijn op contact. Onze hersenen zijn in aanleg sociabel en gaan onmiddellijk een brein-tot-breinverbinding aan zodra we contact maken met een andere persoon. Door middel van die neurale brug beïnvloeden we het brein, en daarmee het lichaam, van iedereen met wie we omgaan en omgekeerd.
Tegenwoordig beginnen we een beetje te begrijpen hoe de hersenen ons sociale gedrag sturen en hoe onze sociale wereld weer onze hersenen en onze biologie beïnvloedt.
Deze nieuwe ontdekkingen laten zien dat onze relaties een subtiele, maar krachtige en levenslange uitwerking op ons hebben. Zelfs onze meest routinematige ontmoetingen roepen neurale processen op en derhalve emoties. Hoe sterker we met anderen verbonden zijn, hoe groter de wederzijdse wisselwerking. De gevoelens die daaruit voortvloeien hebben een enorme impact op ons lichaam. Meer dan we tot voor kort dachten vormen onze relaties niet alleen onze ervaring maar ook onze biologie. Goede relaties hebben een gunstige uitwerking op onze gezondheid, moeizame relaties kunnen als een langzaam gif op ons lichaam inwerken. Hoe anderen met ons omgaan, maar ook hoe wij met anderen omgaan is dus van zeer groot belang.
In zijn interessante boek Emotionele intelligentie hield Goleman het bij de persoonlijke capaciteiten van een individu. Nu verkent hij de mogelijkheden van de mens om zich te verbinden met anderen en wat er gebeurt wanneer wij daarin al dan niet slagen. Sociale intelligentie omschrijft hij als verstandig denken over en handelen binnen menselijke relaties. In tegenstelling tot zijn vorige boek behandelt hij echter niet systematisch wat wij hieronder dienen te verstaan.
Het bevat een ruim overzicht van de bevindingen van de sociale neurowetenschappen op de meest verschillende gebieden: criminaliteit, ziekte, onderwijs en leidinggeven, affectie, opvoeding en zorgzaamheid. Goleman geeft ons een blik op de biologische achtergronden van onze sociale relaties. Mensen zijn immers een sociale diersoort, voor wie het onderhouden en koesteren van relaties bijna letterlijk van levensbelang is. Met de nodige Amerikaanse pathos en belering houdt Goleman hiervoor een krachtig pleidooi. Zijn conclusie luidt dat we ruim aandacht moeten besteden aan het cultiveren van kwaliteiten die een positieve bijdrage leveren aan onze persoonlijke relaties, zoals empathie en zorgzaamheid.
Het nadeel van zo’n overzichtswerk is dat er nogal wat herhaling voorkomt. Naarmate ik verder kwam in het boek kreeg ik steeds meer een déjà-vu gevoel. Niettemin is het ook goed dat bepaalde neurologische begrippen regelmatig herhaald worden. Het is jammer dat het boek geen afbeeldingen bevat van de hersenen en de relevante gebieden en circuits.
Het betoog van Goleman is inzichtelijk geschreven en vlot leesbaar. Hij heeft zich, getuige de uitgebreide notenlijst, degelijk gedocumenteerd. Er is een handig trefwoordenregister opgenomen.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten