GARDNER, H., De kneedbare geest. Over het veranderen van eigen en andermans gedachten. (Vert. Changing minds – The Art and Science of Changing Our Own and Other People’s Minds) A’dam, Uitg.
Waarom doen goeroes en kwakzalvers het zo goed? Waarom hebben sommige personen meer invloed op de opvattingen van mensen dan anderen? Hoe komt het dat we ‘van gedachte veranderen’ en wat gebeurt er dan?
Howard Gardner, hoogleraar cognitieve psychologie en ‘ontdekker’ van de meervoudige intelligenties, bestudeert in dit boek hoe mensen hun gedachten of opvattingen over belangrijke onderwerpen veranderen, en hoe we mensen daartoe kunnen brengen.
Belangrijke veranderingen in onze gedachten leiden ook tot veranderingen in ons gedrag: we gaan anders eten, we stemmen op een andere partij, we geven of onthouden geldelijke steun aan bepaalde organisaties. Veel aspecten van ons leven zijn juist daarop gericht: ouders willen graag invloed hebben op gedrag en opvattingen van hun kinderen, we proberen een collega te overtuigen een taak anders uit te voeren, of we willen van een eigen vooroordeel af. Sommigen onder ons zijn professioneel betrokken bij gedachteverandering: de therapeut beïnvloedt het zelfbeeld van zijn patiënt, de docent introduceert zijn studenten in nieuwe denkwijzen over een vertrouwd thema, de verkoper of reclamemaker haalt consumenten ertoe over een ander merk te kiezen. Leiders zijn bijna per definitie mensen die anderen van gedachten doen veranderen. Ook mensen bij wie ongewenste gedachten angst oproepen willen maar al te graag weten hoe ze die gedachten kunnen veranderen.
Gedachteveranderingen zijn meestal het resultaat van een langzame, bijna onmerkbare verschuiving van perspectief, en niet van één enkel argument of een plotselinge openbaring. Af en toe veranderen we uit onszelf van gedachte, maar meestal spelen andere personen – leiders, leraren, mediapersoonlijkheden – een beslissende rol bij het veranderen van opvattingen.
Gedachten zijn mentale representaties van de werkelijkheid. Ze hebben een inhoud en een vorm. De inhoud is het kernidee, de vorm of structuur is de specifieke taal of het symbolensysteem waarin de inhoud wordt gepresenteerd. Eenmaal je daar zicht op hebt, kan je volgens Gardner beter inschatten op welke manier een gedachte kan veranderd worden. In de eerste hoofdstukken bespreekt hij daarom de factoren of hefbomen die belangrijk zijn bij het veranderen van de gedachte zelf en de theorie van de meervoudige intelligenties.
In de volgende hoofdstukken exploreert hij zes verschillende soorten situaties waarin aan gedachteverandering wordt gedaan: van een mentaliteitsverandering bij een grote heterogene groep, zoals de hele bevolking van een land, tot een verandering van gedachte bij een individu. Hij besteedt daarbij vooral aandacht aan geslaagde pogingen van leiders en intellectuelen om mensen van gedachte te laten veranderen, maar onderzoekt ook een aantal mislukkingen. Bij deze verkenning gaat hij na hoe de protagonisten het instrumentarium voor het veranderen van gedachten hebben gebruikt.
Van dit boek had ik veel meer verwacht. De eerste hoofdstukken zijn de meest interessante. Hier vond ik een heldere samenvatting van de theoretische inzichten van Gardner over denken, gedachten en meervoudige intelligenties. In de daaropvolgende hoofdstukken beperkt hij zich tot een analyse van de pogingen van belangrijke leiders om de gedachten van mensen(groepen) te veranderen of hoe bekende denkers zelf tot andere opvattingen zijn gekomen. Hij beschrijft en illustreert hierin hoe het al dan niet slagen van deze pogingen te verklaren is door het gebruik van de hefbomen om gedachten te veranderen. Slechts in het laatste hoofdstuk krijgt de lezer enkele handvatten om bewust en doelgericht gedachten (van zichzelf en anderen) te veranderen.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten