WIJNBERG, J., In het diepst van de ziel is niets te zien. Den Haag/Schiedam, Scriptum/Roularta, 2003, 157 pp. – ISBN 90 5466 733 8
In de laatste decennia is de psychologie ongemerkt de nieuwe religie geworden. De psycholoog is op de stoel van de priester of dominee gaan zitten, en verspreidt een aantal nieuwe geloofsartikelen die een enorme invloed hebben op het denken en doen van ons allemaal. Wij worden om de oren geslagen met flink veel wartaal over zelfontplooiing, assertiviteit, kwetsbaarheid, de noodzaak van verwerking, ondoorgrondelijkheid en meer van dat fraais.
In dit boek oefent Jeffrey Wijnberg scherpe kritiek uit op deze adagiums. Hij toont aan dat veel problemen in wezen non-problemen zijn. Ze horen gewoon bij het leven, maar worden vaak als onverteerbaar in stand gehouden en gecultiveerd door therapeuten en hulpverleners. Op radicale wijze ontmaskert hij zo de traditionele hulpverlening. Maar hij biedt wel een alternatief: de provocatieve stijl, waarbij de mens/patiënt uitgedaagd wordt zichzelf te relativeren en zijn eigen leven in handen te nemen.
Zijn zinnige visie sluit aan bij die van socioloog Frank Furedi. Zoals alle andere werkjes van Wijnberg, leest ook dit boekje als een trein. De verschillende hoofdstukjes behandelen ieder een gangbare misvatting over geestelijke gezondheid. De thema’s zijn wat systematischer uitgewerkt dan in zijn andere werkjes.
Een aanrader voor wie uitgekeken is op diepzinnigheden en aan no-nonsens psychologie toe is.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten