VEENEMANS, A., Ik hou van twee mannen. Polyamorie, liefhebben zonder grenzen. Andromeda, 2007, 280 pp. – ISBN 90 55992 12 6
Je ontmoet een aantrekkelijke man en wordt verliefd. Wat moet je nu met die andere man, met wie je getrouwd bent, of samenwoont en met wie je eventueel kinderen hebt? Een heikele zaak, temeer omdat monogamie de norm is. Vreemdgaan of scheiden, met alle nare gevolgen, zeker voor de duurzaamheid van het gezinsleven, worden dan vaak als enige oplossing gezien.
Je hoeft echter niet voor de ene of de andere te kiezen, meent Ageeth Veenemans, je kan ze ook beide houden. Ze is niet de enige, er zijn nog vrouwen en mannen die openlijk meer dan één liefdesrelatie hebben, al zijn ze niet met velen. Deze leefwijze wordt polyamorie genoemd, of 'meervoudige liefde'. Binnen polyamorie zijn veel verschillende relatievormen mogelijk, waarin vriendschap, intimiteit, een emotionele band, spirituele verbondenheid en/of seksualiteit een plaats kunnen vinden. Polyamorie is volgens haar een respectvol alternatief voor vreemdgaan, scheiden en onthouding. Maar houden van meer dan één persoon tegelijk, past niet binnen de huidige moraliteit, aldus Veenemans.
In haar boek wil Veenemans het publiek laten kennis maken met polyamorie, het taboe doorbreken dat rust op het hebben van meerdere liefdesrelaties, en een steun bieden aan mensen in dezelfde situatie. Haar eigen ervaringen vormen het uitgangspunt. Sedert enkele jaren heeft ze een liefdesrelatie met twee mannen, haar echtgenoot en een vriend. Alle partijen kennen elkaar en zijn min of meer nauw op elkaar betrokken.
Ze start met haar eigen verhaal, hoe deze situatie is gegroeid en hoe zij hiermee omgaan en leven. In de volgende hoofdstukken legt ze uit wat polyamorie betekent en bespreekt ze bondig de geschiedenis van de monogamie. Vervolgens heeft ze het over de voordelen van polyamoreuze relaties, hoe je het succesvol kan maken, maar ook over de valkuilen ervan. Verliefd worden op een andere man/vrouw, en houden van twee mannen/vrouwen zijn immers twee verschillende zaken. Om dit te doen slagen moet er open over gecommuniceerd worden, en dit loopt zeker niet vanzelfsprekend. Er moeten ook praktische regelingen getroffen worden.
Maar kan dat wel, houden van twee mannen? Kan iemand wel evenveel van twee verschillende mensen houden? En is dat niet verschrikkelijk ingewikkeld? Ja het kan, zegt Ageeth Veenemans, en het is helemaal niet ongewoon. Je houdt toch ook van al je kinderen, ook al is dat van elk op een verschillende manier? En je kan toch niet van één persoon verwachten dat hij aan al je behoeften voldoet? Daar valt natuurlijk iets voor te zeggen, al is ouderliefde toch wel iets anders dan liefde tussen twee volwassenen.
Als je Veenemans mag geloven is polyamorie het ei van Columbus. Daarover heb ik wel twijfels en bedenkingen. Volgens haar is monogamie een mythe. De mens is en gedraagt zich van nature niet monogaam. Antropologisch onderzoek heeft echter herhaaldelijk aangetoond dat de mens van nature weliswaar niet monogaam is, maar wel serieel monogaam en dus niet polyamoureus. Mensen hebben nagenoeg altijd voorkeur voor één persoon als liefdespartner. Wanneer zich een derde aandient worden ze jaloers. Polyamorie is dus helemaal niet zo natuurlijk als Veenemans het voorstelt. Toch is ze daar niet blind voor. Jaloezie is het onderwerp van het laatste hoofdstuk.
En wat met de eerste partner? Veenemans gaat er wel erg vlotjes van uit dat zich met polyamorie ook voor hem/haar een beter leven aandient. Dit is volgens mij niet zo evident. Die man/vrouw heeft er immers niet voor gekozen de partner met een ander te delen. Ook de kinderen hoeven niet perse gelukkig te zijn met de nieuwe situatie. Alles went natuurlijk, maar of het van harte is?
Polyamorie wordt door haar bovendien geregeld verheerlijkt als een weg naar geluk en verheven liefde. Het zou bovendien een blijk van liefde zijn als je een polyamoureuze levensstijl bij je partner tolereert en actief steunt, ook als je er zelf niets mee op hebt. Veenemans stelt het voor als een soort spiritueel streven om natuurlijke gevoelens als jaloezie en naijver te overstijgen in onthechting en vreugde om het geluk van de andere. Zij is van mening dat door echte liefde deze natuurlijke neiging kan 'overwonnen' worden. Het tegenovergestelde van jaloers, 'jalief' (sic!), wordt voorgesteld als een soort extatische toestand. Polyamorie als de poort naar de hemel dus.
Volgens mij is dit behoorlijk overtrokken en erg onrealistisch. Het is in ieder geval de vraag of dit spoort met de menselijke realiteit. Ook zuiver praktisch lijkt mij deze levenswijze nogal ingewikkeld, omwille van de vele afspraken en de zorg beide partners niet tekort te doen. En soms moest ik denken aan een manier om van twee walletjes te eten zonder al te veel brokken te maken. En wat doe je wanneer je binnen een polyamoreuze situatie verliefd wordt op wéér een ander?
Toch is dit boek een boeiende en leerrijke kennismaking met deze relatievorm, ook als je er zelf niets mee te maken hebt. Er zijn immers verschillende manieren om uiting te geven aan gevoelens voor anderen, en om relaties vorm te geven. Bovendien zijn de richtlijnen, strategieën en stappen voor een succesvolle polyamoreuze relatie evenzeer geldig voor het slagen van een monogame relatie. Alle goede relaties hebben immers gemeen dat ze zijn gebaseerd op liefde, respect, openheid en eerlijkheid. Ook dit kan een reden zijn om het boek te lezen. Het controversiële onderwerp zet aan tot bedenkingen, het innemen van een standpunt, en zeker tot reflectie over hoe je zelf met relaties omgaat.
Het boek leest heel vlot, en de algemene inzichten worden rijkelijk geïllustreerd met persoonlijke ervaringen van de auteur zelf en van anderen.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten