STIGLITZ, J., Eerlijke globalisering. (Vert. Making Globalization Work) Utrecht, Het Spectrum, 2006, 360 pp. – ISBN 90 274 2609 0
Toen Joseph Stiglitz, Nobelprijswinnaar Economie 2001, net vertrokken was bij de Wereldbank, schreef hij zijn eerste boek Perverse globalisering. Het was de bloeitijd van het vrije marktfundamentalisme. De meeste economen gingen ervan uit dat, als men de vrije markt maar liet werken zonder overheidsbemoeienis, de globalisering uiteindelijk voor iedereen goed zou zijn (het druppeleffect). Iedereen werd geacht er door de globalisering op vooruit te gaan zoals nooit tevoren. Deze beloften en vooruitzichten zijn niet waar gemaakt. Rijke geïndustrialiseerde landen hebben ervan geprofiteerd, veel arme landen zijn erop achteruit gegaan. Bovendien is er binnen alle landen een groeiende ongelijkheid gekomen tussen arm en rijk.
Stiglitz toonde in zijn vorige boek al aan hoe en waarom deze vorm van globalisering niet werkte, noch voor de stabiliteit van de economie, noch voor de armen. Zijn huidige boek is hierop een vervolg. Ondertussen is de politieke en economische situatie in de wereld veranderd, en hebben veel economen ingezien dat markten ook beperkingen kennen.
Globalisering is onvermijdelijk, zegt Stiglitz, en niet op zich goed of slecht. Maar we kunnen de wijze waarop ze verloopt veranderen zodat ze beter zou kunnen werken. Ook in dit boek blijft hij bij deze stelling. Zonder passende overheidsregulering en –interventie leiden markten niet tot economische efficiëntie en werken ze vaak desastreus voor alle landen, maar vooral voor de ontwikkelingslanden. Dit is het geval op alle gebieden: het milieu, het welzijn en inkomen van de bevolking, de werkgelegenheid, de overheidsschuld, onderwijs en gezondheidszorg. In Eerlijke globalisering betoogt hij grondig en gedetailleerd waarom dit zo is.
Voor de verschillende thema's toont hij eerst aan hoe de huidige gang van zaken, waarbij het Internationaal Monetair Fonds een cruciale rol speelt, niet werkt om de economie in dienst te laten staan van de ontwikkeling van de gehele wereldbevolking. Vervolgens laat hij zien hoe goed bestuurde globalisering een positieve invloed kan hebben op de stabiliteit van de economie en de levensstandaard van burgers in zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden en hoe dit zou moeten gebeuren. Globalisering hoeft immers niet slecht te zijn voor het milieu, de sociale ongelijkheid te doen toenemen, de culturele diversiteit te verzwakken en alleen de belangen van de bedrijven te dienen. Deze evolutie kan iedereen ten goede komen, mits ze maar zorgvuldig en rechtvaardig wordt gestuurd en geleid.
Economische globalisering zonder politieke globalisering werkt averechts. Economie en politiek zijn immers nauw verweven. Er is behoefte aan mondiale instituties die democratisch werken, en waarin ieder land optimaal vertegenwoordigd is. Zonder rechtvaardige politieke globalisering stevent de wereld af op meer conflicten wegens de toename van sociale ongelijkheid.
Stiglitz gelooft sterk in de democratie en democratische besluitvorming als middel om de globalisering eerlijk te doen verlopen. In de bedrijfsvoering moet de ethiek terugkeren. En om dit allemaal optimaal te doen werken zijn geïnformeerde burgers noodzakelijk. Hoe dit alles in zijn werk gaat en kan gaan is het onderwerp van dit werk, dat in diepgang en inzichtelijkheid de vergelijking met zijn vorige boek glansrijk doorstaat.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten