DENNETT, D., De betovering van het geloof. Religie als een natuurlijk fenomeen. (Vert. Breaking the Spell. Religion as a natural phenomenon) A'dam, Uitg. Contact, 2006, 447 pp. – ISBN 90 254 2687 3
Kan een notoire atheïst iets zinnigs zeggen over godsdienst? Nee, zeggen theologen en veel gelovigen. Wetenschappelijk onderzoek van buitenaf naar religie wordt door ettelijke godsgelovigen op zijn minst wantrouwig bekeken. Een buitenstaander zou er niets van begrijpen, hem zou de finesse ontgaan.
Daniel Dennett is natuurlijk een andere mening toegedaan. Gelijk heeft hij. Religie speelt zo'n belangrijke rol in het leven van iedereen, gelovig of niet, dat we er best zoveel mogelijk van weten. Het is een van de meest invloedrijke fenomenen op sociaal, politiek en economisch gebied en vormt voor enorm veel mensen de zin van hun bestaan. Het is dus de hoogste tijd dat er meer werk wordt gemaakt van de wetenschappelijke studie van religie als natuurlijk fenomeen, net zoals andere menselijke culturele uitingen.
Velen zijn echter bang dat wetenschappelijk onderzoek de betovering van religie zal verbreken en dat dit een ramp zal zijn. Is dat gevaar reëel? We weten het niet, aldus Dennett, we moeten het onderzoeken. De vraag of God bestaat is onbeantwoordbaar gebleken. Desondanks blijven veel mensen geloven in religie of het geloof in God. Het is de vraag waarom dit zo is en of het goed is dat het zo blijft. Het is dus nodig de betovering te verbreken.
In de eerste plaats onderzoekt hij hoe religie is ontstaan en geëvolueerd tot georganiseerde religie. Als memeticus hanteert hij daarvoor een evolutionair perspectief, niet zozeer van genen maar van memen. Dit zijn cultureel overgedragen ontwerpen die zich, evenals genen, onbewust voortplanten en verspreiden waar er een 'gat in de markt' is. De vraag die wij ons over dit proces moeten stellen is: Cui bono?, of waartoe, waarvoor en voor wie is die verspreiding goed. Het gaat hier niet over goed in de morele zin, wel over goed voor het voortbestaan en de verspreiding van het meem 'geloof'.
Trouw aan die vraag ontwikkelt Dennett een visie op de evolutie van religie zoals die door de huidige stand van het wetenschappelijk onderzoek wordt gesuggereerd en ondersteund. Hierbij staan nog veel vragen open. Hij levert een boeiende uiteenzetting, waarin veel relevante begrippen en theorieën worden verhelderd. Hij waakt er ook zorgvuldig voor niet in de val van het biologisch reductionisme te trappen.
Mensen geloven in God, maar ze geloven evenzeer dat hun georganiseerde geloof in God, of de georganiseerde religie, het ware is. Ze nemen zonder meer aan dat hun versie van dat geloof, hun religie, de enig juiste is. De geschiedenis toont echter aan dat een dergelijke opvatting gemakkelijk leidt tot uitslaande politieke branden. Religie is helemaal niet onschuldig. Er moeten dus goede redenen zijn om ze te blijven handhaven.
Dus gaat Dennett na waarom de huidige religie zoveel betekent voor zoveel mensen. Dit blijkt eigenlijk niet erg duidelijk want niet voldoende onderzocht. Het enige tot nu toe enigszins aanwijsbare 'goed' is een zeker gezondheidsvoordeel. Of religie mensen moreler maakt is op zijn minst problematisch en ook nog niet echt beantwoord.
Tenslotte formuleert hij een aantal voorstellen over hoe we nu, in afwachting van verder onderzoek, het best met religie omgaan. Speciale aandacht gaat naar de opvoeding. Kinderen worden nu zonder meer in de religie van hun ouders opgevoed. Dennett stelt voor dat kinderen op school zouden leren over alle religies van de wereld, zodat ze later met kennis van zaken hun keuze kunnen maken. Hij waarschuwt tegen de huidige tendens die het onbevooroordeeld onderzoek naar religie zou willen verbieden en voorbehouden aan de religies zelf, want dit zou kunnen leiden tot het verglijden van de democratie in een soort theocratie. Voor wie dit overdreven vindt gesteld: Dennett heeft zijn boek geschreven vanuit en voor de Amerikaanse situatie.
Zoals in al zijn andere werken zijn ook hier al zijn betogen grondig uitgewerkt en beargumenteerd, en zeer degelijk gedocumenteerd. Dennett hoedt er zich nadrukkelijk voor om standpunten in te nemen die religie zonder meer verwerpen. Hij houdt zich strikt aan zijn uitgangspunt: de studie van religie op wetenschappelijke werkwijze, en formuleert zowel antwoorden als vragen. Hij hoopt hiermee gelovige mensen te verleiden tot nadenken over hun geloof. Ik vrees echter dat dit niet realistisch is. Zijn boek zal hoofdzakelijk diegenen aanspreken die reeds kritisch zijn.
Het is een zeer rijk boek. Voor zijn betoog maakt Dennett gebruik van de inzichten van de meest vooraanstaande onderzoekers op dit gebied. In vergelijking met zijn vorige werken is dit boek aanzienlijk vlotter leesbaar.
Voor wie zich wil verdiepen in bepaalde onderwerpen, werden vier bijlagen opgenomen die bepaalde thema's' op een meer academische wijze uitdiepen
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten