zondag 28 januari 2007

Menselijke bommen

REUTER, C., Menselijke bommen. Wat bezielt de zelfmoordterrorist? (Vert. Mein Leben ist eine Waffe) Abcoude, Fontaine Uitgevers, 2003, 256 pp. – ISBN 90 5956 027 2

Christoph Reuter is journalist en islamdeskundige en leeft en werkt al lang in islamitische landen. Met dit boek leverde hij de eerste grondige analyse van zelfmoordaanslagen en zelfmoordterrorisme.

Dat mensen zichzelf opofferen om anderen te doden, dat voor hen het leven alleen nog zin heeft als wapen, is beangstigend en schokkend. Zelfmoordaanslagen maken ons bang, want ze herinneren ons aan het feit dat er mensen zijn die hun strijd, waarom die ook gestreden wordt, belangrijker vinden dan hun eigen leven. Daartegen lijken geen redelijke argumenten opgewassen.

Het fenomeen van de levende bom, een verschijnsel dat afgezien van een of twee uitzonderlijke gevallen een halve eeuw niet had bestaan, dook ineens op in totaal verschillende samenlevingen en situaties.

Er valt eigenlijk niets te beginnen tegen aanslagplegers, die niet alleen besloten hebben om te doden, maar daarbij bereid zijn ook zelf te sterven. Want bij wie niet wil overleven, hebben dreigementen geen enkele zin. Ons idee van veiligheid en de totale structuur van onze beschaving rust immers op de stilzwijgende vanzelfsprekende overeenkomst dat mensen niet bereid zijn hun eigen leven op te offeren. Deze rationaliteit van eigenbelang en doodsangst, die het fundament vormt van economie en staatsmacht, wordt door de zelfmoordenaar buiten spel gezet. Martelaren zijn bovendien van onschatbare propagandistische waarde.

Hoe kunnen we die tegenstrijdigheid – strijden voor een ander, beter leven door het eigen leven te vernietigen – verklaren?
Psychologische interpretaties, die zich richten op individuele beweegredenen, hoe belangrijk ook, schieten daarbij te kort. Want wie een zelfmoordaanslag pleegt als onderdeel van een groep, een beweging, handelt niet los van zijn milieu.

Volgens Reuter maakt de huidige asymmetrie van de wereldmacht na de Koude Oorlog elke groepering in een conflict, die de VS niet aan haar zijde heeft, kansloos. In een dergelijke situatie hoeft een machteloze groep geen andere vijand te hebben dan de VS en (vermeende) bondgenoten. Deze groepen hebben weinig te verliezen, de enige winst die ze kunnen behalen is de onmacht van de machtigen.

Zelfmoordaanslagen zijn volgens Reuter dan ook een voorbijgaand verschijnsel, dat alleen maar kan blijven bestaan zolang deze voedingsbodem blijft bestaan. Want zelfmoordaanslagen zijn in strijd met de essentie van het leven, en voor een gemeenschap een kostbaar gebeuren dat het leven lange tijd ontregelt.

Deze stellingen heeft Reuter op een boeiende, onderhoudende en goed gedocumenteerde wijze in zijn boek uitgewerkt. Vanuit zijn ervaring besteedt hij het grootste deel van zijn boek aan de situatie in het Midden-Oosten.
Hij geeft om te beginnen een korte oriëntatie in de traditionele verwevenheid van islam, politiek en macht.
Vervolgens verdiept hij zich in de evolutie van het zelfmoordterrorisme, zoals dit begonnen is in Iran tijdens de oorlog met Irak, zich vervolgens heeft verplaatst naar de Hezbollah in Libanon, en tenslotte nog altijd bloeit in Palestina.

Zijn analyse toont duidelijk aan dat zelfmoordterrorisme de strijd is van de machtelozen. Hoe groter het machtsvertoon van de andere partij, hoe vruchtbaarder de voedingsbodem van de zelfmoordaanslagen. Dit lijken de Westers georiënteerde machthebbers maar niet in te zien, want ze blijven eenzijdig militair optreden. Zodra de machtelozen hun eigen lot enigszins in handen hebben, verdwijnt het zelfmoordterrorisme als sneeuw voor de zon. Ook dit zie je in Iran en Libanon.

Religie wordt in deze situaties alleen maar als vehikel gebruikt, als rechtvaardiging of troost. Zijn stelling gaat immers ook op voor andere vormen van zelfmoordterrorisme, die niet islamitisch en seculier zijn.

Tenslotte is zijn boek een pleidooi voor democratie en democratische vrijheden. Die kunnen echter niet van buitenaf opgelegd worden, maar alleen groeien vanuit de bevolking zelf, als hen daarvoor de kans wordt gegeven. Daarmee schaart hij zich achter andere pleitbezorgers van de democratie als Samuel Barber.

Een ander pluspunt van het boek is de genuanceerd kritische uitwerking van het onderwerp, met een grote mate van objectiviteit ondanks het beladen thema.
Het boek is voorzien van een uitgebreide notenlijst en een register. Het is vlot geschreven.
Een aanrader voor wie in het thema geïnteresseerd is.

© Minervaria

Geen opmerkingen: