BUIJSEN, M. (red.), Onrechtmatig leven? Opstellen naar aanleiding van Baby Kelly. Uitg. Valkhof Pers, 2006, 237 pp. – ISBN 90 5625 221 6
Kelly is elf jaar geleden meervoudig geestelijk en fysiek gehandicapt geboren als gevolg van een chromosomale afwijking. Haar ouders hebben in haar naam een wrongful life-rechtszaak aangespannen. Had de verloskundige, die wist dat er een chromosomale afwijking in de familie was, de moeder verwezen naar genetisch prenataal onderzoek, dan was vroeg in de zwangerschap ontdekt dat de vrucht beschadigd was. Met die wetenschap zou de moeder hebben besloten tot abortus.
De verloskundige moest, overeenkomstig de toen geldende maatstaven, de moeder doorverwijzen. Had ze dit gedaan, dan zou het meisje niet hebben bestaan. Haar bestaan, zo pleitten de ouders, was dus onrechtmatig, een wrongful life.
De ouders spanden in naam van Kelly een rechtszaak aan. Het hof wees de vordering van Kelly toe, en veroordeelde de verloskundige tot vergoeding van de materiële en immateriële schade die zij zal lijden. De Hoge Raad, de hoogste gerechtelijke instantie in Nederland, heeft op 18 maart 2005 het beroep van de verloskundige verworpen en dus het vonnis bevestigd. In het boek van Buijsen krijgen verschillende deskundigen het woord over de rechtmatigheid van deze toewijzing.
De bijdragen zijn de schriftelijke neerslag van een symposium dat over deze kwestie werd gehouden. Een aantal ervan zijn van rechtskundige aard, andere van rechtsfilosofische en ethische en nog andere van politieke aard.
Het lezen van dit boek was niet zonder meer gemakkelijk, vooral door de geheel eigen terminologie van de rechtskundige bijdragen. Toch heb ik hierdoor meer inzicht gekregen in de soms erg ingewikkelde rechtsprocedures en –overwegingen in rechtszaken verbonden aan levenskwesties.
Drie bijdragen zijn mij vooral bijgebleven door hun helderheid en doordachtheid. Wim Eyck, bisschop van Groningen, heeft het vanuit een christelijk perspectief over de ethische aspecten van prenatale diagnostiek en foetale therapie. Rechtsfilosoof J.M. Piret van de Erasmus Universiteit Rotterdam betoogt op overtuigende wijze dat het als schade beschouwen van een leven niet betekent dat de waarde van een gehandicapt bestaan wordt ontkend. Tenslotte apprecieerde ik het bijwijlen ontroerend betoog van de politicologe Margot van Trappenburg en haar standpunten over wenselijke depolitisering van dergelijke levenskwesties.
Het geheel vormt een zeldzaam evenwichtige, serene en genuanceerde bijdrage aan het debat over een heikel onderwerp als wrongful life.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten