van der MEER, A., Van Venus tot Madonna. Een verborgen geschiedenis. Den Haag, Uitg. Synthese, 2006, 495 pp. – ISBN 90 6271 994 5
Het hoofdthema van dit boek is de speurtocht naar de verborgen vrouwelijke kant van God, de verborgen moeder. Annine van der Meer is ervan overtuigd dat de oermens een moedergodin vereerde, symbool voor het leven en de vruchtbaarheid. Deze moedergodin is echter doorheen de millennia steeds meer achteruitgeschoven en tenslotte vervangen door mannelijke goden. Toch is de verborgen moeder nog aanwezig in de vrouwelijke symbooltaal, zowel in religieuze geschriften als in beeld en kunst.
Met deze stelling staat zij zeker niet alleen. Archeologische vondsten van een immense hoeveelheid vrouwelijke kunst wijzen ook in die richting. Die zijn door mannelijke archeologen vaak erotisch en seksueel geïnterpreteerd. Toch zijn er talrijke aanwijzingen dat het hier gaat om vruchtbaarheidssymbolen. Volgens van der Meer stond in het leven en bewustzijn van de oermens het vrouwelijke centraal. Vruchtbaarheid, zwangerschap, liefde voor het leven worden gesymboliseerd in de moedergodin. Dit leert ons de symbolische antropologie. Die gaat ervan uit dat dezelfde symbolen in verschillende culturen een gelijke betekenis hebben. Ik denk dat dit een zeer zinvol uitgangspunt is.
In haar boek maakt van der Meer een soort inventaris op van de archeologische vondsten die ons vertellen dat de godsdienst van de prehistorische mens een vrouwelijke godin centraal stelde. Zij exploreert hiervoor zeer verscheidene culturen en vindplaatsen en wijst op de parallellen daartussen. Haar boek is chronologisch opgebouwd: van het hoogtij van de moedergodin over de geleidelijke verdringing tot de vervanging van haar belang en functies in het late jodendom en het christendom.
Er zijn inderdaad voldoende aanwijzingen dat Annine van der Meer gelijk heeft met haar stelling. Ze getuigt van een gedegen kennis van de godsdiensten van oude volkeren uit de geschiedenis. Er wordt mooi beschreven hoe de moedergodin uit het zicht is verdwenen en slechts cryptisch is overgebleven in de latere teksten. Ik vond het deel over de bijbel en de latere uitwerkingen van het vrouwelijke element in de gnosis zeer leerrijk. Het was ook een boeiende kennismaking met de rijke symbooltaal van de (prehistorische) mens.
Annine van der Meer is godsdiensthistoricus en theoloog. Zij heeft de god-moeder jarenlang bestudeerd. Ik had van dit boek dan ook een veel diepgaander en meer samenhangend betoog verwacht. Het heeft mij echter in heel wat opzichten teleurgesteld.
Allereerst hangt zij een geïdealiseerd beeld op van het 'moederland'. Zij spreekt over vrede, gelijkwaardigheid, partnerschap en 'gouden tijden'. Het is de vraag of het hier niet vooral gaat om 'wishful thinking', want daar is geen bewijs voor.
Haar betoog blijft hoofdzakelijk beschrijvend. Het boek levert vooral een compilatie van gegevens, maar ik had graag gelezen hoe zij verklaart dat de vrouwelijke elementen in godsdienst en cultuur geleidelijk zijn verdrongen door mannelijke invloeden. Waar zij toch verklaringen geeft, zijn die op zijn minst discutabel. Volgens mij beschouwt ze veronderstelde betekenissen te snel als bewezen, en legt ze ten onrechte verbanden op basis van metaforen en associaties. De historische onderbouwing van haar stellingen roept op verschillende plaatsen vragen op.
Een thematische uitwerking van het onderwerp was veel interessanter geweest dan een historisch-geografische, en had geleid tot meer diepgang. Hoe verder je in het boek komt, hoe meer je een déja vu-indruk krijgt. Gaandeweg kan je grote delen gewoon overslaan zonder iets essentieels te missen omdat er ontzettend veel herhaald wordt.
Volgens mij poneert ze hypothesen al te vlug als zeker: ze schrijft verschillende malen zelfs letterlijk "het kan niet anders". Zij maakt ook onvoldoende onderscheid tussen waarheid en fictie. Symboliek wordt te vaak gebruikt als bewijs voor vaststellingen.
Ook op het vlak van vormgeving heb ik een aantal bedenkingen. De structuur van het betoog is niet ordelijk en de volgorde van de onderdelen niet logisch. Daardoor leest de tekst niet prettig. Een consequent gebruik van de onvoltooid tegenwoordige tijd, ook voor het verleden, werkt verwarrend. Als lezer moet je dan maar zelf de werkelijke tijd van de beschreven gebeurtenis invullen. Door het gebruik van superkorte nevengeschikte zinnen gaat de samenhang in de tekst vaak verloren.
De indeling is slordig opgevat. Zij koos voor een decimale indeling, die echter inconsequent wordt gebruikt en soms onvolledig is ingevuld. De gebruikte lettertypes zijn niet functioneel.
Tenslotte vind ik het zeer onhandig dat de voetnoten niet in het boek zelf staan maar alleen op internet te vinden zijn. Dit laat niet toe om tijdens de lezing de aanvullingen en onderbouwingen makkelijk na te lezen en te verifiëren.
Over hetzelfde, overigens zeer interessante, thema had Annine van der Meer een werk kunnen afleveren met meer diepgang en betere leesbaarheid.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten