FEARN, N., Filosofen van nu. Nieuwe antwoorden op de oude vragen. (Vert. 2005 Philosophy: The Latest Answers to the Oldest Questions) A'dam, Anthos, 2006, 239 pp. – ISBN 90414 0690 5
Het lijkt wel alsof er in de filosofie geen baanbrekende ontwikkelingen te bespeuren vallen. Eeuwenlang hebben filosofen het gedachtegoed van hun illustere voorgangers bewerkt en herkauwd. Maar nu lijkt er zich in de filosofie een restauratie voor te doen, dank zij nieuwe technieken voor het analyseren van redeneringen, nieuwe denkbeelden en nieuw materiaal geleverd door de wetenschap.
In dit boek wil Nicholas Fearn de staat van de hedendaagse filosofische kunde beoordelen. Hij plaatst de recente verrichtingen op de meest controversiële gebieden in een breed perspectief en onderzoekt nieuwe benaderingen van problemen die in de oudheid voor het eerst aan de orde werden gesteld. Hij wil daarmee een balans opmaken van de Westerse filosofie aan het begin van de 21e eeuw.
Hiervoor heeft hij meer dan dertig van de toonaangevende deelnemers aan de centrale debatten uit de diverse delen van de wereld geïnterviewd. Een titanenwerk!
Volgens hem is de filosofie een postheroïsch tijdperk binnen getreden. De rol van genieën is afgenomen. Filosofen van vandaag zijn bescheidener. Ze hopen onze kennis stukje bij beetje te vergroten, waarbij ze voortbouwen op elkaars verrichtingen en zich laten inspireren door nieuwe inzichten in mens- en natuurwetenschappen.
Dit is zowel bevredigend als frustrerend. Zodra we zoveel over een bepaald onderwerp te weten zijn gekomen, dat we de eraan verbonden vragen op een systematische wijze kunnen benaderen, wordt die inhoud overgebracht naar een nieuwe map met een nieuw opschrift. Dan wordt de oorspronkelijke filosofie wetenschap. Zo zijn nagenoeg alle wetenschappen ontstaan. De filosofie bestrijkt dus de domeinen van het niet-weten, de geschiedenis van de filosofie is die van het "weten". Veel filosofische problemen van vandaag zijn onoplosbaar omdat we niet beschikken over het instrumentarium om ze te doorgronden en op te lossen.
Nog in het voorwoord, dat eigenlijk als inleiding fungeert, geeft Fearn een interessant overzicht van 5 grote omwentelingen in het Westerse filosofisch denken vanaf de 5e/6e eeuw vC.
Hierna bespreekt hij in drie hoofdstukken evenveel filosofische vragen waarop de wetenschap ons het antwoord voorlopig schuldig blijft. Hij heeft zich hiervoor geïnspireerd op de drie grote vragen van Kant: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Waarop mag ik hopen?
De vragen van Fearn luiden: Wie ben ik? Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Elk van deze vragen bevat een aantal thema's, waarop de geraadpleegde filosofen verschillende antwoorden formuleren. Uit de grabbelton: het zelf, de vrije wil, taal en denken, postmodernisme, moreel geluk, de zin van leven en dood. Stuk voor stuk boeiende en intrigerende vraagstukken, die door Fearn zo inzichtelijk mogelijk worden voorgesteld en uitgebeend. Hij getuigt daarbij van een gedegen kennis van de verschillende klassieke en moderne filosofische stromingen. Voor de lezer, die daar niet over beschikt, is het niet altijd eenvoudig om het betoog te volgen.
Dit boek heeft een ongelooflijk rijke inhoud, en is onmisbaar voor wie op de hoogte wil zijn van de stand van zaken in de moderne filosofie. Maar het is, in tegenstelling tot wat op de achterflap wordt beweerd, verre van gemakkelijke lectuur.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten