EKIRCH, R., Nacht en ontij. Een geschiedenis van het duister. (Vert. At Day’s Close. Night in Times Past) A’dam, De Bezige Bij, 2006, 397 pp. – ISBN 90 234 1557 4
Roger Ekirch is hoogleraar geschiedenis aan Virginia Tech. Hij heeft verschillende boeken geschreven over de vroegmoderne periode, meer bepaald over de vroege Amerikaanse en Britse geschiedenis.
In dit boek, waaraan hij twintig jaar heeft gewerkt, onderzoekt hij de geschiedenis van de nacht en het nachtleven in de Europese preïndustriële samenleving, meer bepaald in de vroegmoderne tijd vanaf de late middeleeuwen tot het einde van de 19e eeuw. De nacht was sinds mensenheugenis al vol demonen, maar vreemd genoeg hadden mensen in de eeuwen tussen Renaissance en Verlichting meer reden dan ooit om de gevaren van de nacht te vrezen.
In de geïndustrialiseerde maatschappijen, vooral door de uitvinding van het elektrisch licht, werd de afkeer van het donker geleidelijk minder, maar in de eeuwen die aan de industrialisatie vooraf gingen, werd de nacht nog als zeer bedreigend ervaren. Het donker beroofde de mens van zijn gezichtsvermogen. Geen van de andere zintuigen gaf zoveel greep op de wereld. De nacht hulde de bekende omgeving in duisternis, waardoor de gebruikelijke herkenningspunten verdwenen.
Ekirch maakte voor zijn onderzoek gebruik van zeer diverse bronnen: van brieven, dagboeken, reisverslagen over politionele en rechtbankverslagen tot godsdienstige traktaten en boeken met levensadviezen.
Het boek omvat vier delen.
Het eerste gaat over de echte en vermeende gevaren van de nacht in de vroegmoderne tijd. De nacht was in de vroegmoderne tijd een onheilspellend oord dat werd geteisterd door pestilente dampen, duivelse geesten, natuurrampen (vooral brand) en criminaliteit.
In een tweede deel onderzoekt hij hoe men in die tijd omging met de gevaren van de nacht. In plaats van de toegankelijkheid te verhogen, namen de kerkelijke en wereldlijke autoriteiten hun toevlucht tot repressie en verboden, bijvoorbeeld door het instellen van de avondklok. De burger moest zichzelf beschermen, en trok zich terug in verschanste huizen waar occulte praktijken de gevaren moesten bezweren. Wie toch buiten moest, probeerde maximaal gebruik te maken van de schaarse bronnen van licht in de duisternis.
Toch was de nacht voor veel mensen een mogelijkheid om meer vrijheid te verwerven, en een zekere macht te krijgen over het eigen leven. In de duisternis was er meer privacy en minder sociale controle. Ondanks alle gevaren was er in die tijd toch een nachtleven. Ekirch beschrijft in het derde deel hoe dit er in de vroegmoderne periode uit zag.
Tenslotte besteedt hij aandacht aan de slaap. Het was zeer leerrijk te lezen hoe moeilijk slapen was voor veel mensen in die tijd. Een interessant stukje gaat over het slaappatroon, dat in de vroegmoderne tijd blijkbaar veel dichter aansloot bij het natuurlijke slaappatroon van mensen dan vandaag. Mensen sliepen in twee fasen, en dit gaf hen meer gelegenheid om dromen en overpeinzingen te noteren. Dit is tevens een verklaring waarom er zoveel dagboeken en persoonlijke beschouwingen uit die tijd zijn overgebleven.
In het nawoord probeert E. te verklaren hoe de beleving van de nacht en de nachtelijke bezigheden veranderd zijn. Hij onderkent 4 oorzaken: de toenemende rationaliteit door de Verlichting, de groeiende welvaart door de industriële revolutie, de oprichting van professionele politiemachten in samenhang met de staatsvorming en de algemene verspreiding van de straatverlichting.
Boeken over het dagelijkse leven in vroegere tijden zijn altijd aangenaam en leerrijk. Wij zijn immers geneigd om onze zorgen en opvattingen als absoluut en tijdloos te beschouwen. Kennis van het verleden helpt om die te relativeren en daarmee de mythe van de ‘goede oude tijd’ in zijn ware proportie te plaatsen. Het is ook telkens een gelegenheid om de moderne technologische mogelijkheden beter te appreciëren.
Het was bovendien een plezier om dit boek te lezen. Het is heel vlot geschreven, en doorspekt met zeer illustratieve voorbeelden. Ik heb er in elk geval heel erg van genoten.
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten