ONDERWAATER, A., De theorie van Nagy. De onverbrekelijke band tussen ouders en kinderen. Lisse, Swets & Zeitlinger, 2003 (6e dr.), 160 pp. – ISBN 90 265 1436 0
De van oorsprong Hongaarse psychiater Boszormenyi-Nagy ontwikkelde zijn contextuele visie op de gezinsdynamiek uit de systeemtheorie en de psychodynamisch georiënteerde visie op het gezin. Met zijn aandacht voor relationele ethiek benadrukt Nagy in de eerste plaats de existentiële verbondenheid tussen ouders en kinderen, maar evenzeer de verbindingen tussen verschillende generaties in een familie.
Centraal in de visie van Nagy staat de ethische dimensie van menselijke relaties. Relaties tussen mensen zijn nooit vrijblijvend, maar worden gekenmerkt door een balans van geven en nemen. Wederkerigheid, loyaliteit, vertrouwen, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid, en dialoog zijn inherent aan menselijke relaties. Deze begrippen krijgen in de hulpverlening vaak niet de nodige aandacht. De nadruk op zelfontplooiing in onze maatschappij dreigt deze fundamentele waarden weg te moffelen.
De theorie van Nagy stamt uit de therapie met problematische gezinnen en kinderen met probleemgedrag. Toch is zijn rijke en diepe visie over de onderlinge ethische verbondenheid van toepassing op elke familie en elk gezin. Ik zou ze eigenlijk willen doortrekken naar alle menselijke relaties. Rechtvaardigheid mag dan een ethisch begrip zijn, het is volkomen in overeenstemming met de recente bevindingen over een inherente eigenschap van de sociale natuur van de mens. Mensen blijken in hun sociale relaties steeds ‘reciprociteit’ of wederkerigheid na te streven. Het is de oorsprong van onze moraal.
Annelies Onderwaater beschrijft en bespreekt in haar boek eerst de 2 denkkaders die Nagy met zijn visie heeft willen verzoenen. Vooral de systeemtheorie wordt daarbij bondig maar inzichtelijk behandeld.
In de volgende hoofdstukken komt de theorie van Nagy uitgebreid aan de orde. De geschriften van Nagy zelf zijn niet erg toegankelijk: zijn taalgebruik is complex en hij zet zijn denkbeelden niet duidelijk uiteen. Zijn begrippen blijven vaak vaag gedefinieerd en weinig begrensd.
Onderwaater probeert met haar boek enige verheldering te brengen. Zij slaagt daar over het algemeen vrij goed in. De visie van Nagy hanteert een geheel eigen begrippenkader, en dat wordt duidelijk uitgelegd en geïllustreerd met passende voorbeelden. Zij ziet ook de innerlijke tegenstrijdigheden en onvolledigheden in de contextuele visie. Het is daarom verhelderend dat zij ook regelmatig aandacht besteedt aan de verwante de inzichten van de Heidelbergse psychotherapeut Helm Stierlin.
Geheel eigen aan de psychodynamische wortels, zijn volgens de contextuele visie gedragingen en intermenselijke relaties multipel interpreteerbaar. Dit brengt mee dat men deze visie niet met de standaarden van de wetenschap mag beoordelen. Toch betreft het hier een zeer waardevolle kijk op menselijke relaties, in de eerste plaats in verwantschapsperspectief. De ethische dimensie van menselijke relaties is echter evenzeer te verruimen naar menselijke relaties in het algemeen, tussen niet-verwante groepen, volkeren en naties. Daar gaat Onderwaater niet op in, het valt buiten het bestek van dit boek. Maar wie een fundamenteler inzicht wil in de gang van zaken in recht en politiek kan volgens mij niet naast de contextuele visie van Nagy kijken.
Achteraan is een uitgebreide bronnenlijst opgenomen. Een aanrader ook voor wie niet meteen bij hulpverlening betrokken is!
© Minervaria
Geen opmerkingen:
Een reactie posten